May Vanhauwaert: “Ik pas me niet meer aan, ik ben wie ik ben”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele trekt door de straten van Kortrijk en stelt aan de voorbijgangers één vraag: “Wie ziej gie?”. Een vraag die velen onder ons zo vaak zouden willen stellen. De antwoorden krijg je hier te zien in de videoreeks ‘De Kortrijkzaan’. Leer de mensen uit je buurt kennen. Maak kennis met May Vanhauwaert, de excentrieke bakkersvrouw die geen dochters wilde.

May Vanhauwaert is een opvallende verschijning. Een dame die er een beetje ‘anders’ uitziet. Waardoor je als buitenstaander misschien even gaat twijfelen of ze wel benaderbaar is. Ja dus. Zodra je haar aanspreekt, merk je dat ze helemaal openstaat voor communicatie. Ik kwam haar tegen bij de fietsrekken voor het station in Kortrijk, in het gezelschap van een al even excentrieke dame. May is er het beste bewijs van dat een mens niet altijd is wie hij of zij lijkt te zijn. May is een bakkersvrouw, maar ze heeft de gedachtegang van een filosofe. Een vrouw bij wie je brood zou gaan kopen, louter en alleen om haar te horen praten.

Gemaakt in mei

“Mijn naam is May Vanhauwaert. Ja, zoals de maand. Nee, ik ben niet geboren in mei, maar misschien wel gemaakt (schatert). Misschien ben ik daarom zo genoemd. Ik ben van februari, ik zou het eens moeten uitrekenen. Eigenlijk ben ik van Wevelgem. En mijn man is van Lauwe. Ik heb hem niet ver moeten zoeken, gewoon de brug overgestoken om hem te vinden. Zijn droom was bakker worden en zo ben ik hem gevolgd naar hier. Maar ik ben meer dan alleen maar een bakkersvrouw. Als ik mijn winkel sluit,is het tijd voor iets anders. Ik heb hobby’s, ik naai graag, ik maak graag kleren en ik shop graag, het liefst met mijn vriendinnen. Ik ga ook graag eentje gaan drinken. Het liefst een goeie.”

Excentriek

“Dat ik excentriek ben? Mijn man denkt er soms over na om de naam van onze zaak te veranderen van ‘Patisserie Vincent Debo’ in ‘Circus Vincent’. Maar dan moet hij zijn geld bovenhalen om het naambord te veranderen, en boerenzoon zijnde gaat hij dat niet doen. In de beginjaren heb ik me te vaak aangepast. Daar heb ik nu helemaal geen zin meer in. Ik pas me niet meer aan, ik ben nu zoals ik ben. Da’s best van al. Ik ben het gelukkigst als ik ben wie ik wil zijn. (Tegen haar vriendin) We worden zotter met ouder worden hé.”

“In het begin dat ik in de bakkerij stond, had ik zo het gevoel dat ik aan een bepaald beeld moest beantwoorden. Ja, wat is het beeld van een bakkersvrouw? Een staartje in het haar en een proper bloesje. En iedere week eens naar de kapster. Mijn vriendin is ook bakkersvrouw. En opeens hadden we er genoeg van. We werden er ongelukkig van. Toen hebben we gezegd: ‘Kijk, we gaan ons gedacht doen en ons kleden zoals we willen.’ En ik heb geen klant verloren.”

Geen dochters gewenst

“Ik heb twee zonen. Zo heb ik het altijd gewild. Ik wou geen dochters. De mensen geloven dat niet. Ik dacht: als er één op mij gelijkt, dan heb ik er handenvol werk mee. Mijn zonen doen redelijk wat ik wil. Niet helemaal, want ze hebben karakter. Zo heb ik hen opgevoed. Maar het valt heel goed mee. Ik heb er een heel goeie band mee. Zonen gaan naar hun moeder. Een dochter zou ik kwijt geweest zijn, want die gaan naar de papa.”

Graag naïef

“Ik ben nu 42. Ik zou graag hebben, als ik op mijn sterfbed lig dat ik al gedaan heb wat ik kon doen of wou doen. En dat is niet zoveel. Dat is een klein beetje de wereld zien en vooral een goeie band hebben met mijn kinderen, liefst bij de man blijven met wie ik ben, mijn beste vriendinnen ook nog bij mij hebben tot het laatste ogenblik.”

“Een beetje naïef eigenlijk, maar ik vind het niet erg om een beetje naïef te zijn. We zijn al vaak genoeg serieus. En ik hoop dat er niet veel mensen in de kerk zitten als ik sterf. Dat wil zeggen dat ik al een redelijk goeie leeftijd bereikt zal hebben. Vooral dat. Niet te vroeg gaan. Dat ik het allemaal gedaan krijg.”