Marina Renier (64) is meisje dat op arm van Jempi Monseré zat in legendarische foto: “Sterven als wereldkampioen maakte hem onsterfelijk”

Marina Renier (64) uit Roeselare zal voor altijd herinnerd worden als het meisje dat op de arm van wereldkampioen Jean-Pierre ‘Jempi’ Monseré zat. Deze legendarische foto duikt meer dan 50 jaar later nog steeds op. En Marina is het verhaal achter die foto nog steeds niet beu.
Jean-Pierre Monseré was je god!
“Absoluut. Ik zat in de lagere school toen ik Jean-Pierre voor het eerst zag. Mijn papa Jerome was de mecanicien van Jempi en had een fietsenzaak op de Nieuwmarkt en mijn mama had café ’t Sportpaleis aan de overkant van de straat. Jean-Pierre was toen een jonge profrenner en kwam iedere dag de krant lezen bij ons en praatte met de mensen van de Nieuwmarkt. Die droegen hem op handen. En ik was ook zot van hem, hij plaagde me altijd en als klein kindje loop je daar altijd in. In de vakantie zat ik meer bij hem thuis dan bij ons.”
Die foto waarbij je op zijn arm zit, werd genomen toen hij wereldkampioen was?
“Ja, hij werd thuis in de Popelierstraat ontvangen na zijn zege in Leicester en er stond een massa volk. Ik was daar ook met mijn fietsje naartoe gereden, maar hij zag me niet staan, letterlijk (lacht). Ik reed ontgoocheld weer naar ’t Sportpaleis en uitte mijn ongenoegen tegen ma: hij is nog maar wereldkampioen en hij ziet mij al niet meer staan. Een klant hoorde dat en nam me mee in zijn wagen naar de Popelierstraat. Daar leidde hij mij door het volk naar binnen bij Jean-Pierre en toen werd die foto van een stralende Marina met de wereldkampioen genomen.”
Wie is Marina Renier?
Geboren in Roeselare op 12 mei 1960 en er ook opgegroeid. Marina is alleenstaand en heeft twee kinderen: An-Sophy (1984) en Frederick (1987), en vier kleinkinderen. Ze woont in Ter Biest.
Opleiding en job
Lager en middelbaar onderwijs in de Burgerschool, avondonderwijs boekhouden en fietsherstelling, gewerkt bij Marcs Zeepcentrale, cafe ‘t Sportpaleis opengehouden, in de BMW-garage gewerkt, zelfstandig fietshersteller van 1991 tot 2010, bij Soubry gewerkt.
Vrije tijd
Fietsen met zus, kleinkinderen.
Waarom was Jean-Pierre Monseré zo waanzinnig populair?
“Hij was authentiek, je kreeg wat je zag. Hij was ook een ongelooflijke pallieter, een speelvogel eerste klas waar je nooit boos kon op zijn. Ik herinner me dat ik eens van school kwam en mijn zussen hadden pannenkoeken gebakken, maar ze waren allemaal op. Ik weende en maakte van mijn oren maar Jean-Pierre nam me onmiddellijk mee naar een tearoom op de markt. Toen ik van mijn pannenkoek begon te eten, zei ik na enkele happen dat die toch een vreemde smaak had. Bleek dat hij voor mij een pannenkoek met Grand Marnier had besteld!”
“Iedereen zag Jempi graag maar er stond geen rem op”
“Jean-Pierre was van iedereen graag gezien, maar er stond geen rem op. En hij stierf op amper 22-jarige leeftijd tijdens een wielerwedstrijd als wereldkampioen. Hoe vreemd dat ook klinkt: het maakte hem op dat ogenblik een beetje onsterfelijk.”
Weten de mensen nu nog wie Jean-Pierre Monseré is?
“In Roeselare en omgeving wel, maar ik vrees dat jongere mensen in de rest van België al eens goed moeten nadenken wie hij is. Er werd een herdenkingsmis gehouden toen hij 25 jaar was overleden en de Sint-Michielskerk zat bomvol. Nu zijn we alweer meer dan 25 jaar later, hé. Maar nu en dan wordt er nog over Jean-Pierre op televisie gesproken. En dat doet nog altijd veel deugd als ik dat hoor.”
Je pa was fietshersteller, je broer Marc was beroepsrenner, Jean-Pierre Monseré was je grote vriend. Hoe komt het dat je zelf geen wielrenster bent geworden?
“Ik mocht niet van thuis! De wedstrijden waren te ver want in West-Vlaanderen waren er bijna geen. Ik reed wel enorm graag met de fiets. Ik fietste als kind van twaalf al naar Brugge en ik reed bijna heel West-Vlaanderen af. Toen kon dat nog zonder dat je ouders moesten bang zijn dat er iets ging gebeuren met je.”
“Als alternatief mocht ik van mijn pa lid worden van de wielertoeristen van de KSWB. Papa was daar trouwens voorzitter van. En ik heb in mijn leven één keer deelgenomen aan een criterium. Dat was ten voordele van het MPI aan het Sterrebos. Ik was twintig en stond daar tussen getrainde wielrenners. Maar ze hebben me er niet afgereden, hoor!”
Ben je nu nog betrokken bij wielerwedstrijden?
“Niet veel meer. Ik heb in 1995 de GP Monseré voor liefhebbers overgenomen van Gaston Cappelle en Rino Vandromme heeft in 2011 de fakkel van mij overgenomen en heeft er een wedstrijd voor profs van gemaakt. Nu sta ik daar in voor de ontvangst van de oud-renners die ieder jaar uitgenodigd worden.”
“Maar dit jaar kon ik zelfs niet aanwezig zijn. Ik werd enkele dagen voor de GP Monseré geopereerd aan mijn schouder en ik riskeerde het niet om daar tussen dat volk te lopen en een duw tegen mijn pas geopereerde schouder te krijgen.”
Je hebt de fietsenzaak van je vader overgenomen in 1991 en er zat altijd volk op de binnenkoer?
“Ja, dat was echt de zoete inval. Iedereen kwam daar een pot koffie drinken: buren, klanten, de postbode en de wijkagent. Ik maakte verschillende grote thermoskannen met koffie per dag. We zaten op de binnenkoer en als het regende in de keuken.”
Mis je de drukte van de stad niet?
“Helemaal niet. Ik woon hier echt in het hol van Pluto maar het is ideaal voor mijn kleinkinderen. Ze hebben hier een reusachtige koer waarop ze ongestoord kunnen fietsen en ravotten. Maar ik sluit me niet af van Roeselare. Het is en blijft de stad van mijn hart en ik doe er alle boodschappen en aankopen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier