Lichtkunstenaar Alexander Stragier houdt van Roeselare: “Hype in grote steden vaak fake”

Alexander Stragier: "In het kunstonderwijs mocht ik mijn artistieke grenzen verleggen." (foto Stefaan Beel) © Stefaan Beel
Peter Soete

Je hebt van die mensen van wie je weet dat ze absoluut geen diploma nodig hebben om het te maken in het leven. Alexander Stragier behoort tot die categorie. Na een maand hoger onderwijs schreef hij zich al uit en besloot zelfstandige te worden. De beste beslissing ooit.

Je hebt er toch een vreemde schoolse carrière opzitten?

Alexander Stragier: “Tot in het middelbaar liep dat eigenlijk normaal. Ik liep school in het College, waar mijn pa ook heeft gestudeerd, en ik haalde goede punten. Vanaf het derde middelbaar wilde ik eigenlijk al naar het kunstonderwijs, maar thuis stonden ze daar niet voor te springen. Vanaf het vijfde mocht dat wel en ik verhuisde naar de Academie in Brugge, waar ik de audiovisuele richting volgde. Na mijn humaniora schreef ik me in voor de richting multimedia en communicatietechnologie in het hoger onderwijs, maar na een maand schreef ik me weer uit. Die vier jaar hoger onderwijs zouden me te lang duren en ik zou te veel ballast moeten meeslepen en leren.”

En je werd zelfstandig lichtkunstenaar?

“Eigenlijk is de juiste term creative technologist maar lichtkunstenaar bekt makkelijker. In SASK had ik eens een opleiding animatiefilm gevolgd en toen ik een eerste computer had, begon ik te experimenteren. Ik maakte filmpjes met ruimteschepen en probeerde dat zo spectaculair te brengen. In het kunstonderwijs kregen we heel veel vrijheid. Wij konden en mochten onze artistieke grenzen voortdurend verkennen en verleggen. En dat was voor mij ideaal. Er was niets mis met ‘t College, maar het was gewoon een beetje te veel ‘naar school gaan’. De creativiteit ontbrak voor mij.”

Ontbrak die creativiteit ook in het hoger onderwijs?

“Ja, eigenlijk wel. Na een maand besefte ik dat ik te veel zaken zou leren die mij helemaal niet zouden interesseren of die ik niet nodig zou hebben. Ik heb me dan ook uitgeschreven. Voor mijn ouders was dat even slikken, maar eigenlijk was dat de beste beslissing. Ik begon meteen als zelfstandige en werkte aan projecten die mij 100% lagen.”

In 2015 werd je Cultuurambassadeur van Roeselare en dat hielp je toch een eindje op weg?

“Dat klopt, als achttienjarige zelfstandige heb je het niet makkelijk om te starten. Je mist een stuk geloofwaardigheid en mensen twijfelen soms aan je kunnen. Als Cultuurambassadeur kreeg ik meer dan een duwtje in de rug en dan bedoel ik niet alleen de subsidie van 8.000 euro die ik mocht ontvangen. Dat stelde mij wel in staat om een nieuwe en meer performante computer te kopen en daardoor werd ik Urban Crafter 2015. De hoofdprijs die ik heb gewonnen, was een reis naar een uitvindersbeurs in New York. Ik heb me daar tien dagen ferm geamuseerd en heb dan zelfs met de Izegemse groep ‘Waar is Ken’ twee optredens helpen verzorgen in New York en Las Vegas.”

“In eigen stad mocht ik een tentoonstelling in de Directeurswoning organiseren. En tegen dat ik 20 jaar was, had ik al een mooie portfolio en werd ik voor vol aanzien. Daar heeft mijn titel als Ambassadeur zeker bij geholpen.”

Zou je niet beter in Brussel, Londen of New York wonen voor je job?

“Mensen hebben me dat al vaker gezegd en misschien dat het wel zou helpen om meer naambekendheid te verwerven. Maar ik vind het jammer dat iedereen wegloopt naar de grote steden. Ik wil niet per se weg uit mijn geboortestad. Ik zal misschien ooit verhuizen, maar het zal niet zijn om makkelijker aan werk te geraken. Als je werk en je product goed zijn, dan maakt het volgens mij niet uit waar je woont en werkt.”

“Als Cultuurambassadeur kreeg ik meer dan een duwtje in de rug

“Bovendien is de hele hype van gelijkgestemde zielen in de grote steden vaak fake. Ik moet dat niet, ik drink graag mijn pinten in Romen en heb hier veel vrienden en ben graag in Roeselare.”

Van Roeselare gesproken, de inwoners herkennen je meer en meer aan … je hond.

“Ja, dat is waar. Ik heb iets met fietsen. Ik heb een negental fietsen waaronder een tandem, enkele stadsfietsen, een mountainbike en een Hollandse bakfiets met een speciale ‘bak’. Onze hond gaat vaak mee met de bakfiets en we zijn ondertussen een vertrouwd gezicht in de stad. Ik fiets en de hond geniet mee vooraan in de bakfiets, op een speciaal kussentje. Dat is dus absoluut geen hondenleven.” (lacht)

Jij staat positief maar ook heel bewust in het leven?

“Absoluut. Lien en ik wonen hier klein, wat maakt dat we over alle aankopen bewust moeten nadenken. Dat lukt voorlopig heel goed. Corona heeft bij mij ook voor werkonzekerheid gezorgd. Zo zijn sommige projecten on hold gezet en is mijn boekje voor de rest van 2020 nog niet heel erg gevuld. Maar dat geeft me geen stress. Ik heb een bestelwagen en à la limite kan ik nog pakjes rondvoeren ook.” (lacht)

Je bent gelukkig?

“Ja, echt wel. Ik heb geen einddoel voor ogen maar wil wel naam en erkenning krijgen voor hetgeen ik doe. En laat het maar organisch groeien, het moet niet explosief gebeuren. Dat is misschien niet het beste economische model, maar voor mij is dat goed genoeg.”

Privé

Geboren in Roeselare op 6 februari 1995. Woont samen met Lien Van Haecke in Rumbeke. Ze hebben geen kinderen.

Opleiding

Lager en middelbaar onderwijs in Klein Seminarie. Vanaf vijfde middelbaar kunstonderwijs in de Academie in Brugge. Begon een hogere opleiding multimedia en communicatietechnologie, maar schreef zich na een maand al uit. Zelfstandig ‘creative technologist’ van 2014.

Vrije tijd

Mountainbike, fietsen,

thuis relaxen.