Komst van biokippenbedrijf op vervallen hoeve Lannoo in Oostrozebeke zet kwaad bloed
De plannen voor een biologisch legkippenbedrijf bij een historisch boerderijtje in de Hoogleenstraat zorgen voor commotie. De buurtbewoners vrezen dat de 18.000 kippen voor geurhinder zullen zorgen en dat ze bij warm weer geplaagd zullen worden door een overvloed aan vliegen.
Volgens burgemeester Luc Derudder is de hoeve Lannoo in vervallen toestand en zou het een meerwaarde zijn voor de gemeente als de site op de een of andere manier weer opgeknapt raakt. “Robbert-Jan Coens, de zoon van burgemeester Greet De Roo van Ruiselede, en zijn vrouw Mieke Loontjens zijn van plan om op de verlaten site een bedrijf met bioleghennen in te planten, goed voor 18.000 kippen. We hebben met het schepencollege het dossier grondig bestudeerd en het ook goedgekeurd. Tot 10 mei loopt er nu een openbaar onderzoek.”
Eén of twee stallen
“Ik heb samen met de schepenen Jonas Van D’Huynslager en Jacques Goemaere een gelijkaardig bedrijf in Ruiselede bezocht en ik kon vaststellen dat er van geurhinder weinig sprake was”, gaat Luc Derudder verder. “Er is in de buurt van de site aan de Hoogleenstraat ook nauwelijks bebouwing. Wel heel veel ruimte én weiden erom heen. Ons standpunt is dan ook dat dit een geschikte locatie is voor een dergelijk bedrijf en dat er heel weinig geurhinder te verwachten valt. Om een en ander toe lichten, werd ondertussen ook een infovergadering belegd in de Steenovenhoeve, waar de buren hun bezwaren konden formuleren.”
Het echtpaar uit Ruiselede wil op deze site dus komen wonen én er een nieuw landbouwbderijf uit de grond stampen. Daarbij zou er een nieuwe kippenstal met bijhorende mestopslagplaats gebouwd worden en de helft van de omliggende gronden zou gebruikt worden als uitloopzone voor de kippen. De te voorziene kippenstal wordt parallel met de Hoogleenstraat ingeplant, tussen de bestaande bebouwing en de Mandel. De stal zou 124 meter lang worden en zich op 174 meter van de Mandel bevinden. De breedte bedraagt net geen 20 meter, de nokhoogte is ruim 6 meter. Het gebouw biedt plaats aan 18.000 kippen. De oostelijk aanpalende mestopslag meet 10 bij 15 meter. Er werd ook nog geopperd dat er, indien dat nodig zou blijken, plaats is voor een tweede stal, zodat de rest van de gronden ingeschakeld zou kunnen worden als uitloopruimte.”
Zullen de eigenaars ook instaan voor het zuiveren van ons regenwater? – Robrecht Vandenberghe, buurtbewoner Molstenstraat
Toch vinden sommigen de inplanting van een nieuw landbouwbedrijf op deze plaats niet zo vanzelfsprekend, want zo veraf is de bewoning nu ook weer niet en de mogelijke hinder – geur, stof en geluid – zijn op dit moment moeilijk in te schatten. Men gaat er ook van uit dat de stal een grote impact kan hebben op het landschap.
“Ik ben allicht niet de enige die bezwaren heeft tegen de komst van dit biokippenbedrijf”, zegt buurtbewoner Andy Loncke, die met zijn gezin in de Vlasstraat woont. “We wonen op redelijke afstand van de inplanting, zodat erge hinder wellicht niet aan de orde zal zijn. Alleen vrezen we dat we bij heel warm weer last kunnen hebben van een vliegenplaag, want kippen die buiten lopen, trekken met hun uitwerpselen vliegen aan. Geurhinder kan er alleen zijn wanneer de wind voor ons verkeerd zit. We hebben echter vernomen dat de mestopslag en afvoer heel goed geregeld zijn, zodat geurhinder wellicht beperkt zal zijn”, besluit een niet al te ongeruste buur Andy Loncke.
Vuile regenput?
Robrecht Vandenberghe uit de Molstenstraat ziet het somberder in. Hij vreest vooral geurhinder. “De windrichting is overwegend zuidoost en zuidwest en dan blaast de wind onze richting uit. Het is intussen ook nog niet helemaal zeker of het om één stal gaat of dat er nog een tweede bijkomt. Ik maak me ook zorgen om mijn regenwater. De daken zullen bevuild worden met fijnstof en dat zal allemaal in onze regenput terechtkomen. Ik vraag me dan ook af of de eigenaars zullen instaan voor het zuiveren van ons regenwater. Ik hoop dat het gemeentebestuur zich zorgen maakt over de gezondheid van de omwonenden. Wij willen in een gezonde omgeving blijven wonen”, rondt Robrecht Vandenberghe af.
Een aantal omwonenden zullen tijdens de periode van het openbaar onderzoek allicht bezwaar aantekenen. Maar of dat de definitieve beslissing van het schepencollege nog zal beïnvloeden, lijkt weinig waarschijnlijk.
Erfgoed gaat niet verloren p>
Het hoevetje aan het nr. 24 staat sinds 2009 op de inventaris van bouwkundig erfgoed. Het wordt afgebroken, maar in dezelfde stijl herbouwd. p>
Volgens oude kaarten zou er hier op het einde van de 18de eeuw al een hoeve gestaan hebben. De cichorei-ast dateert uit 1895. De bedrijfswoning staat al enkele jaren leeg. Ze werd al een paar keer verhuurd aan particulieren en er waren al pogingen om dit erfgoed te herstellen en de site om te zetten naar een particuliere woning met bijhorende B&B-vakantiewoning. Maar de overeenkomsten sprongen telkens af. “De geïnteresseerde kopers zijn alvast van plan om hier te komen wonen”, zegt de burgemeester. Een aantal gebouwen op deze site mag overigens niet gesloopt worden. Zo moeten de paardenstal en de koeienstal met aanpalende mesthoop blijven bestaan en ook de aangebouwde veldschuur moet blijven. Ook moeten het kapelletje (de Chapelle Kalbergkruis of Kruiskapel, herbouwd in 2000) en het gebouwtje naast de ast blijven bestaan.” p>
(Julien Cluyse)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier