Koen Matton was piloot bij 14 evacuatievluchten uit Afghanistan: “Telkens ik er weer aan denk, word ik emotioneel”
Op 31 december, neemt Defensie afscheid van de legendarische C130 – Hercules transportvliegtuigen. Commandant-piloot Koen Matton vloog er 13 jaar mee. Dit jaar was hij nog betrokken bij de evacuatievluchten in Afghanistan. Zijn jongste passagier was 17 dagen jong, de oudste 94 jaar.
Koen Matton (35) is gepassioneerd door luchtvaart. Al van kindsbeen af was hij bezig met vliegtuigjes, eerst in speelgoed, later met echte. “Op mijn twaalfde had ik al beslist om piloot te worden bij Defensie. Mijn verdere studiekeuze werd dan ook daarop afgestemd. Na mijn middelbaar onderwijs ging ik op 18-jarige leeftijd binnen in het leger om er de studies voor piloot te starten. Het teamwork en ook de buitenlandse missies spraken me enorm aan”, vertelt Koen.
Toen Koen moest kiezen tussen de F16 en C130, was zijn keuze snel gemaakt. “De F16’s hebben heel wat minder buitenlandse opdrachten. Wij met onze Hercules, zoals men de C130 ook wel eens noemt, zijn bij zowat alle buitenlandse opdrachten van Defensie betrokken. Als transportvliegtuig zijn we een belangrijk onderdeel van het logistiek gebeuren.”
Voor Koen Matton mag het piloot zijn dan wel een kinderdroom zijn die in vervulling ging, maar is dit wel te combineren met het gezinsleven? “De planning van de gewone vluchten krijgen we meestal 2 à 3 weken vooraf. Dat kan dus wel relatief makkelijk ingepland worden. Andere missies, zoals de evacuaties in Afghanistan, worden maar 24 uur vooraf beslist. Aangezien wij nog geen kinderen hebben, valt dit ook nog wel te regelen. Ik heb mijn echtgenote leren kennen toen ik al piloot was, dus kent ze ook de risico’s van het vak. Gelukkig weet mijn vrouw daar wel mee om te gaan, want soms weten we wel wanneer we vertrekken maar wanneer we terugkeren is wat anders.”
Afghanistan
Koen zegt gelukkig te zijn met de keuze die hij maakte om te vliegen met de C130. “De vluchten bij internationale oefeningen zijn wel leuk, maar wanneer we betrokken zijn bij evacuatievluchten zoals in Afghanistan, geeft dat toch wel een speciaal gevoel. Op die manier kunnen we onze specifieke trainingen voor humanitaire opdrachten in daden omzetten. Ik zou durven zeggen, een bekroning voor ons werk.”
Koen had de leiding over het overgrote deel van die evacuatievluchten die in augustus dit jaar de media overheersten. “Op 15 augustus namen de Taliban de Afghaanse hoofdstad Kabul in. Er kwam een evacuatiemissie op gang, wat op technisch en menselijk vlak toch wel een huzarenstukje mag genoemd worden.”
Drie dagen later vertrokken twee afgeladen C130’s naar Islamabad (Pakistan). Van daaruit zou er een luchtbrug opgezet worden naar Kabul. “Zowat alle specialiteiten in Defensie worden gemobiliseerd in de operatie, die de naam ‘Red Kite’ meekreeg.” Naarmate de tijd vorderde nam de inhoud van de militaire opdracht alleen maar toe. “Toen we in Brussel vertrokken moesten we tussen de 15 tot 30 mensen uit Afghanistan weghalen. Iedere dag werd dit aantal bijgesteld tot eerst 50, dan 120 om uiteindelijk te eindigen op 1.400.”
We konden telkens 100 mensen meenemen, maar soms waren het er een stuk meer
Chaos alom
De eerste vlucht op Kabul noemt Koen een ontgoocheling. “We konden slechts 16 mensen uit Kabul evacueren. Gelukkig hadden we een ploeg van de Special Forces op de luchthaven kunnen achterlaten, samen met een team van Buitenlandse Zaken.”
Wat Koen ook zal bijblijven is de chaotische toestand waarin alles verliep. “Opstijgen in Islamabad was een strijd tegen bureaucratie. Alle normale regels voor de luchtvaart bleven geldig. Scans, immigratie en PCR-testing. Het leek wel een eindeloos kluwen van stempels, handtekeningen en toelatingen. Bepaalde Europese partnerlanden slaagden er soms niet in om door al deze formaliteiten op te stijgen. Het kostte veel geduld en frustratie, maar het lukte ons keer op keer”, zegt Koen niet zonder enige trots.
Eens in het Afghaanse luchtruim kwam men als het ware in het wilde westen van de luchtvaart terecht, verkeersleiding was er onbestaande. Om toch een beetje organisatie in het geheel te krijgen, organiseerde de USA een schema waarin iedereen maar een half uur kreeg om te landen, te laden en weer op te stijgen. “Dit werkt goed om de capaciteit op de luchthaven zelf onder controle te houden, maar averechts in de lucht. Iedereen vocht om prioriteit om zich aan dit schema te houden. Voertuigen reden aan hoge snelheid op de landingsbaan, bij nacht zelfs zonder lichten. Onze eerdere ervaringen in Afghanistan, Afrika of het Midden-Oosten werpt hier toch zijn vruchten af. We zijn ervoor getraind, het is onze job.”
Veel menselijk leed
Na het binnenhalen van de Belgen op de luchthaven en een screening mochten de mensen aan boord. “We hadden het vliegtuig zo leeg mogelijk gemaakt om zo veel mogelijk mensen te kunnen meenemen. Er waren dus ook weinig of geen stoelen. Enkel de kwetsbaarste of deze met een baby kregen een zitplaats. We konden telkens 100 mensen meenemen, maar soms waren het er een stuk meer.”
Volgens Koen was zijn jongste passagier 17 dagen en de oudste 94 jaar. Het groot aantal kinderen was volgens hem wel opvallend en had dan ook gevolgen. “Defensie is voor veel dingen klaar, maar babyvoeding en pampers zijn nu niet echt onze specialiteit”, lacht hij. De beslissing om te stoppen met de vluchten kwam zwaar aan. “Er is veel menselijk leed en niet alle rechthebbenden zijn geholpen. We waren ook goed op dreef. De dreiging voor aanslagen werd echter te groot en daags na het stopzetten van onze vluchten was er trouwens een aanslag op de plaats waar wij actief waren. Dus de beslissing te stoppen was de enige juiste.”
Vandaag denkt Koen ongetwijfeld nog eens terug aan de vele vluchten met de C130, want na 50 jaar dienst gaan ze met pensioen. Nu worden ze vervangen door de A400M, waarmee Koen ook al twee jaar training genoot. “Toch zal ik de Hercules missen. Het was een zeer degelijk toestel. Het is het einde van een tijdperk, zeg maar geschiedenis”, besluit hij. (GVZ)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier