José De Ceuninck doet oproep na 150ste donatie: “Nood aan jong bloed”

José Deceuninck mocht uit handen van Rode Kruis teamleader Lieve Goethals een geschenk in ontvangst nemen voor 150 bloedgiften. We zien v.l.n.r.: Elias Landuyt, Lieve Goethals, José De Ceuninck en Johny De Ceuninck. (foto Jan)
José Deceuninck mocht uit handen van Rode Kruis teamleader Lieve Goethals een geschenk in ontvangst nemen voor 150 bloedgiften. We zien v.l.n.r.: Elias Landuyt, Lieve Goethals, José De Ceuninck en Johny De Ceuninck. (foto Jan)
Redactie KW

Tijdens de bloedcollecte in Egem op dinsdag 8 juni gaf José De Ceuninck voor de 150ste keer bloed. Het is voor het eerst in het 33-jarig bestaan van de Vriendenkring van de Bloedgevers dat iemand in Pittem of Egem aan dat aantal komt. José en zijn broer Johny gaven ons een inzicht in hun drijfveren en bekommernissen.

“Voor mijn eerste bloeddonatie moeten we terugkeren naar 1978.” steekt José (66) van wal. “We waren thuis met vier broers en één zus, en besloten op een dag allemaal bloed te gaan geven. Ik kan niet zeggen dat het omwille van een grote motivatie was. We vonden gewoon dat we eens iets voor een ander moesten doen. Vader had destijds wel al eens bloed gegeven aan zijn schoonbroer, al was dat rechtstreeks van man tot man in het ziekenhuis. Misschien heeft dat ook wel meegespeeld.”

Vriendenkring

“Hoe het ook zij, we voelden ons er goed bij en zijn bloed blijven geven. Aanvankelijk was dat driemaal per jaar en later werd dat opgetrokken tot viermaal. Ik heb alleen een paar keer verstek laten gaan toen ik geopereerd was aan mijn knie , maar verder heb ik geen enkele bloedgift overgeslagen.”

“Samen met mijn broer Johny stond ik mee aan de wieg van de Pittemse Vriendenkring van de Bloedgevers. Destijds werd er vanuit het Rode Kruis gevraagd om dat op te richten, om zo de bewoners aan te moedigen om bloed te geven. De laatste jaren wordt ons vanuit het Rode Kruis gevraagd om de werking weer onder hen onder te brengen, maar we verkiezen voorlopig om op eigen benen te blijven staan.”

Achtste in Vlaanderen

“Het is echter zo dat het bestuur veroudert – van de oorspronkelijke equipe van bij de oprichting zijn er nog vijf in het bestuur. De gemiddelde leeftijd is 70,5 jaar. We hebben hier zeker figuurlijk nood aan jong bloed, want anders zullen we binnen enkele jaren noodgedwongen moeten stoppen , wat jammer zou zijn.”

“Ik mag zeggen dat we in Pittem echt wel een goede werking hebben. We hebben 353 geregistreerde bloedgevers in Pittem en Egem en doen al het mogelijke om nieuwe donoren aan te trekken. We voorzien bij de collectes overigens een klein cadeautje voor iedereen die langskomt. Dat resulteert erin dat in Pittem 6,02 % van de inwoners bloeddonor is , waarmee we op de vierde plaats in West-Vlaanderen en de achtste plaats in heel Vlaanderen staan.”

Plasma

“Er is trouwens niet alleen bloed nodig, we proberen de mensen ook te motiveren om plasma te geven. Daarvoor moet je wel naar Brugge, Kortrijk of Roeselare, maar dat mag je dan wel om de veertien dagen doen. De nood aan plasma is overigens nog groter dan die aan bloed. Er is zelfs sprake van dat België plasma zal moeten invoeren uit het buitenland. Dus: hierbij een warme oproep om bloed en plasma te doneren.”

“Het spreekt voor zich dat corona invloed gehad heeft op de bloedcollectes”, gaat Johny verder. “Allereerst willen we de gemeente bedanken omdat we de collectes in coronatijden mochten laten doorgaan – in vele steden en gemeenten werd dat verboden – en voor het feit dat we in Egem de volledige zaal van Het Buurthuis mogen gebruiken in plaats van enkel de kleine barruimte. Dat is nodig omdat iedereen nu verder van elkaar moet zitten.”

Brief in de bus

“Daarnaast heeft de opkomst zeker sterk geleden onder corona. Daar waar we vroeger per inzameling aan gemiddeld 70 tot 80 donoren zaten, waren er nu soms maar 30 tot 40 mensen. Daarbij komt dat de mensen niet meer zomaar naar een collecte mochten komen, maar vooraf moesten registreren, wat vooral voor oudere mensen een extra drempel was om langs te komen.”

En toch kunnen we het niet genoeg benadrukken: bloed geven is en blijft zeer belangrijk. Er zijn al veel donoren, maar we hebben nog altijd letterlijk nood aan jong bloed. Daarom krijgen alle achttienjarigen van de gemeente van ons een brief in de bus om hen op te roepen om bloed te geven.”

“Meegevallen”

Die oproep valt niet altijd in dovemansoren. De achttienjarige Elias Landuyt kwam voor het eerst bloed geven: “ Ik kreeg de brief van de Vriendenkring in de bus en had meteen het idee om het eens te proberen. Ik moet wel toegeven dat mijn mama al bloedgever is – ze zit aan 39 bloedgiften – en het is wel leuk als er iemand mee komt die al weet wat je moet doen. Het is meegevallen en ik ben van plan om het te blijven doen.” (JG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier