Jean-Marie Volpato uit Tielt blij dat hij afgelopen maandag niet in Italië verbleef

Jean-Marie Volpato. (foto WM)
Redactie KW

Langs vaders kant heeft Jean-Marie Volpato – afgaand op zijn voornaam zou je het niet zeggen – Italiaanse roots. De typische mimiek en de neiging om luid te discussiëren heeft hij ook geërfd. Corona gelukkig niet. “Steek mij drie maanden binnen, zoals de Italianen is overkomen, en ik word zot.”

De Italiaanse roots van Jean-Marie Volpato liggen in Castelfranco Veneto in de streek van Treviso. Op zoek naar een beter leven na de Tweede Wereldoorlog kwam vader Bruno in ons land zijn geluk beproeven en leerde hij Jean-Maries moeder Simone kennen. Zij kwam uit La Louvière en het is ook in die Henegouwse regio dat de Tieltenaar is opgegroeid.

Wat allicht betekent dat je vader in de mijnen heeft gewerkt?

Jean-Marie Volpato: “Inderdaad. Van de Italiaanse zon naar het pikdonker: je kunt je inbeelden dat hij het moeilijk heeft gehad om hier te aarden. Bovendien werd hij op 29-jarige leeftijd al met een ernstige vorm van suikerziekte geconfronteerd. Volgens hem een gevolg van de ontbering die hij tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar lang leed in een concentratiekamp.”

Pardon?

Jean-Marie: “Tijdens de oorlog behoorde mijn vader tot de royalisten. Samen met andere anti-Mussolini-collega’s werd hij gedeporteerd naar Buchenwald. Van de 45.000 gedeporteerden die er belandden, zijn er maar 9.000 levend buitengekomen.”

Echtgenote Lieve: “Zijn vader heeft altijd verteld dat hij het haalde door zich schuil te houden onder de lichamen van dode medegevangenen. Het moet een vreselijk leven geweest zijn.”

Jij bent dus opgegroeid in de mijnstreek, waar je twintig jaar gewoond hebt.

Jean-Marie: “En waar ik het niet onaardig deed als voetballer bij de plaatselijke club. Ik ben nog UEFA-junior geweest bij La Louvière, in die tijd een tweedeklasser die daarna zou doorstijgen naar eerste. In mijn jongere jeugdjaren was ik een voorspeler, maar ik ben doorgegroeid naar de linksbackpositie.”

Een talentje dus, dat evenwel de eerste ploeg niet haalde?

Lieve: “Ja, omdat hij graag trainingen oversloeg om uit te gaan met vrienden. (lacht) ‘t Is toch wreed hé, wie weet konden we nu net als Dries Mertens en zijn gezin in Napels hebben gewond.”

Maar je bent Belg?

Jean-Marie: “Op mijn 18de heb ik voor de Belgische nationaliteit gekozen, ja, omdat ik me op dat moment al meer Belg voelde dan Italiaan.”

Je voornaam doet dat alleszins ook vermoeden.

Jean-Marie:(glimlacht)“Mijn moeder was de baas thuis, mijn vader was een heel braaf man.”

“Italianen vallen elkaar al snel in de armen, niet raar dus dat het land zo zwaar getroffen is”

Reis je nog vaak naar Italië?

Jean-Marie: “Lang niet meer zo vaak als in mijn jeugdjaren, toen we elke zomer de trein namen om een week of vijf van de Italiaanse zon te genieten, maar we proberen om de vijf jaar toch eens de familie op te zoeken. Uiteraard gaat dat gepaard met veelvuldig eten en drinken. Treviso is de streek van de prosecco. Een neef maakt die zelf, dus mochten we niet met het vliegtuig reizen, maar met de auto, we kwamen met een volle koffer bubbels huiswaarts.”

Zijn er familieleden in Italië besmet geraakt met het coronavirus?

Jean-Marie: “Gelukkig niet, al valt het wel perfect te begrijpen dat het land zo zwaar is getroffen. Hier begroeten we elkaar meestal vanop afstand, terwijl Italianen elkaar al snel in de armen vallen en vervolgens luid discussiërend een tafeltje delen in een café of op terras. Zo heeft het virus zich razendsnel kunnen verspreiden.”

Heb jij veel van die gewoonten geërfd die wij Italianen graag toedichten?

Lieve pikt in: “Zijn mimiek is typisch Italiaans, net als de neiging om almaar luider te discussiëren. Zijn neven en nichten kunnen er iets van, maar Jean-Marie geraakt er nog boven. De zuiderse traagheid van leven heeft hij dan weer niet. Het moet bij hem allemaal rap gaan. Jean-Marie kan niet stilzitten. Onze zoon Christophe heeft dat ook.”

Jean-Marie: “Steek mij drie maanden binnen, zoals de Italianen is overkomen, en ik word zot.”

Van jullie zoon Christophe gesproken: vinden jullie het jammer dat hij zijn Bistro Charlie’s in de etalage heeft geplaatst?

Jean-Marie: “Wij staan achter die keuze, omdat hij er al een parcours van 30 jaar in de horeca heeft opzitten. In die periode heeft hij al veel gemist. Zijn zoon en onze kleinzoon Julian doet het goed als voetballer bij Mandel United, maar Christophe heeft de tijd niet om te gaan kijken.”

Hoe ben je de lockdown doorgekomen?

Jean-Marie: “Ik ben heel vaak gaan wandelen met onze jongste kleinzoon Lex (8), die aan autisme lijdt. Hij kickt op treinen, liften en schuifdeuren, dus komt hij heel graag in het station. Al hebben ook wij het contact in de eerste twee weken van de lockdown gemeden. Onze dochter Stephanie staat in het onderwijs en zelf ben ik al 12 jaar diabetespatiënt type 1. Voor de medische wereld is het bijna een raadsel dat zo’n vorm van suikerziekte zo laat aan het licht is gekomen. Maar goed, we proberen er toch het beste van te maken.” (TVW)

Privé

Jean-Marie Volpato (67) woont met zijn vrouw Lieve Van de Moorele (66) in de Tulpenlaan in Tielt. Het koppel heeft twee kinderen (Christophe en Stephanie) en drie kleinkinderen (Julian, Gisèle en Lex).

Loopbaan

Tot aan zijn pensioen ontfermde Jean-Marie zich over (Franstalige) schadebeheerdossiers in dienst van AXA-verzekeringen. Hij werkte achtereenvolgens in Brussel, Leuven en Gent.

Vrije tijd

Wandelen (vooral met kleinzoon Lex) en fietsen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier