Jan Decock schrijft kunstboek over Waregem: “Ik heb het niet voor moeilijkdoenerij”

Schrijver Jan Decock: “Ik wist veel over Waregem maar hier en daar heb ik toch nog wel dingen moeten opzoeken.” (foto FV)
Freddy Vermoere
Freddy Vermoere Medewerker KW

Met het boek dat Jan Decock (67) geschreven heeft over ‘Waregem 25 jaar stad in galop’ staat hij weer helemaal op het voorplan. Wie dacht dat Jan voor een leven in de anonimiteit had gekozen nadat hij een punt zette achter zijn journalistieke carrière, heeft het dus helemaal verkeerd voor. “En ik blijf wel degelijk schrijven”, zo klinkt het.

Jan Decock is de voorbije decennia uitgegroeid tot wat we maar een Bekende Waregemnaar gaan noemen. Hij was dan ook niet alleen de journalist die met kennis van zaken over stad en streek schreef maar eveneens een volksvriend bij wie er altijd wel iets te beleven was. Bij Jan was er fun, dat was bekend. Het was dan ook voor velen een verrassing toen hij eind 2021 het journalistenbestaan en het bijhorende leven in de spots vaarwel zegde. Weinigen die wisten dat hij ondertussen in alle stilte het verhaal van Waregem aan het neerpennen was in een kunstboek in opdracht van de stad.

Privé: Jan Decock (67) is getrouwd met Kristien Loncke (70) en ze wonen in de

Stormestraat in Waregem. Samen hebben ze drie kinderen: Klaas (41), Kaat (40) en Maarten, die in 2010 overleden is op 24-jarige leeftijd.

Studies/loopbaan: Jan is licentiaat Germaanse filologie. Na zijn studies is hij kort leraar geweest en werkte hij ook even in een bibliotheek voor hij de boekhandel

Madoc runde in Waregem van 1984 tot 1996. Van 1987 tot 2021 was hij ook regiojournalist voor diverse media waaronder De Krant van West-Vlaanderen.

Boek: Jan heeft anderhalf jaar aan het kunstboek Waregem 25 jaar stad in galop gewerkt. Het is uitgegeven bij Lannoo en kost 55 euro.

Het lijvige werkstuk ligt inmiddels in de winkels, vindt vlot zijn weg naar de klanten en Jan is duidelijk in zijn nopjes met de hernieuwde aandacht. Hij blijkt anno 2025 zowat in niets veranderd. Een goede grap weet hij nog altijd te smaken, aan jovialiteit heeft hij niets ingeboet en hij is nog altijd dé meester van de rake typeringen. Het boek is de insteek van het interview maar we hebben het ook over Jans leven dat niet altijd over rozen ging…

Jan, heb je meteen ja gezegd toen gewezen burgemeester Kurt Vanryckeghem jou vroeg om deze opdracht aan te nemen?

“Ik moest daar toch eerst eens goed over nadenken. Ik wist dat dit een serieuze opdracht zou zijn maar ik begreep ook dat het een onderneming was die me als gegoten zat. Als je tientallen jaren lang als regiojournalist hebt gewerkt, is er amper nog iets waar je niet van op de hoogte bent. Al heb ik toch hier en daar nog wel dingen moeten opzoeken.”

Waarover heb je het liefst geschreven?

“Dat was over cultuur, die me ook het nauwst aan het hart ligt. Op dat vlak is er dan ook ontzettend veel veranderd in heel korte tijd. In de jaren zestig was er nog niets en een decennium later had Waregem met De Schakel een prachtig ontmoetingscentrum. In dat verband wil ik zeker ook naamgenoot Jan De Cock van jeugd- en theatercentrum De Hoop vermelden. Jan was de wegbereider voor vernieuwende culturele initiatieven die later navolging kenden in De Schakel.”

Zijn er regels die je voor ogen houdt als je schrijft?

“Ja, ik vind dat teksten vlot leesbaar moeten zijn zonder moeilijkdoenerij. Ik heb het ook altijd belangrijk gevonden om beknopt te schrijven. Schrijven is schrappen. Dat is de vuistregel die ik aan het begin van mijn journalistieke carrière meekreeg van journalist Gerrit Luts, die in de jaren tachtig en negentig de regiojournalistiek bij Het Nieuwsblad coördineerde. Gerrit pakte dan graag uit met een uitspraak van Goethe die hij wel eens citeerde. In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister, wat zoveel wil zeggen als In de beperking toont zich de meester.”

We kennen je als ex-journalist, maar zouden daarbij bijna vergeten dat je twaalf jaar lang ook boekhandel Madoc hebt opengehouden.

“En dat was een mooie tijd omdat ik vooral literatuur aan de man probeerde te brengen, nog altijd mijn dada. Helaas was Waregem niet de juiste plek voor een boekhandel voor de meerwaardezoeker maar had ik daarvoor eigenlijk in Gent, Antwerpen of Brussel moeten zitten. Overigens ben ik mijn carrière ooit gestart als leraar. En eerlijk, ik ben blij dat ik dat beroep niet heb moeten uitoefenen tot aan mijn pensioen. Ik had al meteen mijn buik vol van de regelzucht die er heerst in het onderwijs. Ik ben altijd een vrije vogel geweest.”

Een vrije vogel? Heb je dat van je vader die als marktkramer de kost verdiende?

“Voor een stuk wel, denk ik. Ik heb de markten gedaan, al gebeurde dat in weinig benijdenswaardige omstandigheden. Mijn vader is jong overleden en ik moest als oudste van vier brood op de plank brengen. Het maakte niet uit dat ik toen de studies Germaanse filologie had aangevat aan de universiteit van Gent. De ene dag stond ik kaas te verkopen op de markt in Tielt en de dag daarop volgde ik Engelse literatuur aan de Blandijn in Gent. Neen, dat was geen gemakkelijke periode.”

Jan, de pijnlijkste periode in jouw leven is het overlijden van je zoon Maarten in 2010. Heb je dat inmiddels een plaats kunnen geven?

“Het is verdriet dat nooit slijt. Gelukkig is het wel een beetje draaglijker geworden. Wat me wel veel deugd doet is om vast te stellen dat zijn vrienden van de rugbyclub, die hij mee heeft opgericht, hem niet vergeten zijn. Als ze mij zien, komen ze nog altijd een babbeltje slaan. De cafetaria van de club is trouwens genoemd naar Maarten. Iedereen noemde hem Cockie en de cafetaria heeft dan de naam Cockie’s gekregen. Ik ben daar nog altijd blij om.”

(FV)

Partner Content