Jacqueline Denise brengt eerste maatjes aan wal
“Haring, vassche maotjes!” De Jacqueline Denise bracht zaterdagmiddag de eerste maatjes aan wal, en die werden gesmaakt. “Ze zijn jong, ze zijn zuiver, ze zijn zacht, romig en stevig, ze zijn gerijpt in eikenhouten vaatjes en… ze smaken naar de zee”, constateerde Peter Sabbe van de Gebuurtekring Haven.
De maatjeshappening aan de barcadère kent al een lange traditie in Blankenberge. Zoals steeds werd deze muzikaal opgeluisterd door het Shantykoor en Folk Academie Blankenberge, en ook vissersfolkloregroep De Vrye Visscherye en De Scute zorgden voor de nodige omkadering.
“Onze bloedeigen Jacqueline Denise ligt nu aan de kade, hoogzwanger met haar buik vol haring, en de bemanning takelt de jonge maatjes op de barcadère. Aan boord worden de ingewanden verwijderd. De pancreas blijft zitten, die zorgt voor het rijpen en voor de fijne smaak”, vertelde Peter Sabbe, voorzitter van Gebuurtekring Haven dat de maatjeshappening organiseert. De nieuwe haring is twee jaar oud en zwemt in dichte scholen.
Recht in de mond
“Hij draagt nog geen milt of kuit. Hij is onschuldig, hij is nog ‘maagdje’. Dat woord werd vervormd, en in ons steedje noemen geliefden elkaar tot op vandaag nog altijd ‘moatje’”, aldus Peter. De Blankenbergse maatjes worden geserveerd ‘aan de staart’, met fijngesneden ajuintjes. “Recht in de mond, de ogen dicht, met een dankbaar hart voor de schepper en een glaasje jenever om door te spoelen. Den hoaring in ’t land, de docteur aan de kant, zegt het spreekwoord: maatjes zitten vol gezonde vetten.”
De jonge haring wordt eerst gekaakt (een oud woord voor kieuwen, red.), daarna licht gezouden in houten vaatjes en korte tijd diepgevroren. “Ons steedje heeft een haringtraditie van meer dan zevenhonderd jaar: in 1306 lag een vloot van twintig Blankenbergse haringschepen in Noord-Engeland voor de kust van Scarborough, in 1429 had onze visserij reeds haar eigen brandijzer voor haringtonnen”, besluit Peter Sabbe. (WK)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier