Ieperse horeca krijgt lesje middeleeuwen: “Voor toeristen zijn we vaak eerste en enige aanspreekpunt”
De origine van de bijnaam kattenstad, de strategische locatie van de wullebrugge, de gewoontes in de middeleeuwse rosse buurt… Ieper is meer dan “de stad van den oorlog” en wil dit rijke verleden beter promoten. Daarom trokken horeca-uitbaters door de binnenstad met middeleeuwse gidsen zodat ze onbekende plekjes en anekdotes kunnen delen met klanten en toeristen. “Wij zijn vaak hun eerste en enige aanspreekpunt.”
“We komen net uit de Tegelstraat en daar hoorde ik een leukere anekdote dan een verwacht verhaal over tegels”, vertellen Niek Benoot en zijn collega’s maandagavond in hartje Ieper. “In de Tegelstraat waren ooit meisjes van plezier gehuisvest. Door op hun vaste tegel te gaan staan in de straat, maakten ze duidelijk dat ze beschikbaar waren.”
Op sleeptouw
Benoot is zaakvoerder van het Ieperse Hooge Crater Museum over WO I en bestuurslid van Horeca Ieper. “Onze stad is vooral gekend van de Eerste Wereldoorlog, maar we willen dat ook andere verhalen bekend raken. Daarom werden we eens op sleeptouw genomen tijdens de nieuwe vertelwandeling van gidsen in middeleeuwse klederdracht.”
Slachtafval
“We hoorden weetjes die we nog niet wisten op plaatsen die we nog niet goed kenden”, vervolgt Benoot. “Zoals de wullebrugge, waarvan recent nog resten werden opgegraven. Dat dialectwoord komt van de locatie waar men tijdens de middeleeuwen het laken waste in de Yperlee. Men deed dit strategisch stroomopwaarts voor het Vleeshuis, zodat het laken niet bevuild werd door slachtafval dat bij het Vleeshuis gedumpt werd in de waterloop. We hebben veel bijgeleerd.”
Enthousiast vertellen
Het is de bedoeling dat de horeca-uitbaters hun nieuwe kennis verder verspreiden. “Wij zijn ambassadeurs van onze mooie stad”, stelt Benoot. “Hoteleigenaars, restaurantuitbaters en cafébazen kunnen ook enthousiast vertellen en hun klanten en toeristen aansporen om leuke plekjes te bezoeken. Wij zijn vaak het eerste aanspreekpunt van bezoekers: ze komen aan in hun logies en gaan iets eten of drinken nog voor ze eventueel naar de toeristische dienst trekken.”
Coronalessen
“Toerisme zonder horeca als uithangbord zou heel moeilijk zijn”, meent toerismeschepen Diego Desmadryl (Open Ieper). “Horeca-uitbaters zijn niet te onderschatten als ambassadeurs van een stad: ze zijn de vriendelijke en gastvrije gezichten die kennis delen en nieuwe toeristische producten aanprijzen. Ieper blijft het centrum van de Eerste Wereldoorlog en dat zal nooit veranderen, maar de coronacrisis leerde ons dat het verstandig is om niet al onze eieren in één mand te leggen. Gelukkig hebben we eerder al ingezet op fietstoerisme voor een binnenlands publiek en voortaan promoten we onze nieuwste verhaallijn rond Ieper als rijke grootstad in de middeleeuwen. We hebben een goed jaar achter de rug: de logiescijfers liggen hoger dan 2019, mede dankzij de goede samenwerking en gezamenlijke acties van de dienst toerisme en onze horeca.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier