Vanaf nu wordt het Torhoutse Vrijetijdshuis geleid door een man met een hoge academische titel. Woensdag heeft Wannes Devos aan de Gentse universiteit met succes zijn proefschrift verdedigd en heeft de jury hem uitgeroepen tot doctor in de geschiedenis. De Torhoutenaar blijft er bescheiden bij: “Ik zal zeker niet in een ivoren toren gaan zitten.”
Wannes (38) woont met zijn vrouw Lies Eecloo (36) en hun dochtertje Mare (2) aan de Oude Gentweg. Een tweede kindje is op komst. Sinds ruim negen maanden is Wannes het nieuwe diensthoofd van het Vrijetijdshuis, dat zijn uitvalsbasis in het oud-stadhuis op de Markt heeft. Hij heeft Michiel Mestdagh opgevolgd.
Laagdrempelig werk
In zijn lijvige proefschrift beschrijft Wannes de geschiedenis van het Koninklijk Museum van het Leger en vanuit die invalshoek tegelijkertijd de Belgische geschiedenis van 1911 tot 2017.
“Mijn promotor was professor Bruno De Wever, een man met grote faam”, aldus Wannes. “Hij is de broer van de bekende N-VA-politicus Bart De Wever. Hij is net als ik voorstander van geschiedschrijving die breed toegankelijk is. Geen ivoren-torengedoe. Mijn proefschrift mag dan een dikke turf zijn en uiteraard wetenschappelijk volledig onderbouwd, het werk is laagdrempelig geschreven en staat dus niet bol van de termen waar alleen gespecialiseerde historici iets van begrijpen. Het is trouwens de bedoeling om het proefschrift als boek uit te geven en er een zo groot mogelijk publiek mee te bereiken.”
“Het is de bedoeling om het proefschrift als boek uit te geven”
De verdediging van het proefschrift, inclusief het kruisverhoor door de leden van de examencommissie, had woensdag vanaf 16 uur plaats. “Uiteraard was ik wel een tikkeltje zenuwachtig”, geeft Wannes toe. “In het publiek zaten familie en vrienden en dan wil je niet dat er iets misgaat. Gelukkig is alles vlot verlopen.”
Het bedje gespreid
Wannes is master in de geschiedenis en master in het management van overheidsorganisaties. En nu dus ook doctor in de geschiedenis. Van 2009 tot 2017 is hij wetenschappelijk medewerker geweest van het Koninklijk Museum van het Leger in Brussel, een job die het bedje voor zijn proefschrift heeft gespreid.
De daaropvolgende twee jaar was hij curator van de nationale tentoonstelling Oorlog, Bezetting, Bevrijding van het War Heritage Institute, dat onder meer het Fort van Breendonk en de Dodengang in Diksmuide beheert. Voor dat Instituut werkte hij van 2019 tot 2021 als coördinator Erfgoed en Musea en vervolgens als directie-attaché Strategische Ontwikkeling. Tussendoor was hij ook nog bijzonder doctoraal onderzoeker aan de Gentse universiteit.
Totdat hij vorig jaar in stadsdienst trad en aan het hoofd kwam van het Vrijetijdshuis, dat het stedelijke cultuurbeleid overkoepelt, net als het erfgoedbeleid, het stadsarchief, de diensten Evenementen en Toerisme, de jeugddienst en de stedelijke uitleendienst.
Gastcolleges geven
“De prille start van mijn doctoraat dateert al van 2016”, vertelt Wannes. “Ik was toen nog in dienst van het legermuseum. Ik heb in die beginperiode mijn bronnenonderzoek kunnen verrichten. Toen corona uitbrak en er lockdowns plaatshadden, heb ik de tijd genomen om aan mijn proefschrift door te werken. Ik kreeg voor een jaar een beurs van het FWO, het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek, en in de loop van 2022 was het schrijfwerk grotendeels af. Maar dan viel er nog een hele weg af te leggen tot aan de publieke verdediging die ik nu net achter de rug heb. Vooral omdat het inwerken in een totaal nieuwe job in Torhout de eerste maanden niet te rijmen viel met werken aan mijn doctoraat. ”
“De musea moeten nog meer van collectiegericht naar publieksgericht evolueren”
“In mijn proefschrift heb ik het niet enkel over de Belgische geschiedenis en het legermuseum, maar ook over het museumwezen in het algemeen. De musea moeten nog meer van collectiegericht naar publieksgericht evolueren. Hier en daar in mijn proefschrift raak ik gevoelige materie aan, maar dat mag. Daar is niets mis mee. Ik hou trouwens ook de band van het leger met het koningshuis tegen het licht.”
Wat Wannes als doctor in de geschiedenis wil doen? “Ik heb geen concrete plannen (lacht). Ik zou het wel zien zitten om aan de unief wat gastcolleges te geven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
