“Hollandse maatjes moeten eerst in Oostende blijven toekomen”: Maatjescomité vreest voor kapers op de kust
Op 19 juni komen de eerste maatjes aan in Oostende. Het Maatjescomité organiseert net als de voorbije 48 jaar festiviteiten rond de lekkernij. Alleen zijn er kapers op de kust. “Andere steden en gemeenten willen de eerste zijn, terwijl wij als vissersstad eigenlijk al de voorbije 48 jaar als eerste de zogenaamde Hollandse Nieuwe aan wal brengen”, zegt organisator Glenn Dangreau.
“Tradities zijn er om in ere te houden”, zo zegt Dangreau. Het was zijn grootvader zaliger, Gerard Dangreau, die het initiatief rond de maatjes lanceerde in de kuststad. “Mijn grootvader was vishandelaar in Oostende en verkocht haring”, vertelt Glenn. Op een dag sprak een Nederlander hem aan met de vraag of hij maatjes wou verkopen als handelaar. Niemand kende de maatjes en de verkoop ging dan ook niet zoals het zou moeten lopen.”
En dus lanceerde Gerard Dangreau een soort van festiviteiten rond het visje. “Kleinschalig, maar het werd tot ieders verbazing een succes”, weet Glenn. “Daarna ging hij zelf maatjes verkopen. De successen van jaren geleden met maar liefst vierduizend man in de Oostendse vismijn waren een absoluut hoogtepunt. Toen we zagen dat er wat sleet op zat, trokken we naar het Klein Strand waar we een kleinschaliger feest organiseerden en de laatste jaren vinden de festiviteiten plaats op het Vissersplein.”
Eerste
Die eerste maatjes zijn volgens Dangreau belangrijk voor Oostende. “Wij brengen het eerste officiële vaatje aan land in onze stad”, duidt Glenn. “Er zijn echter kapers op de kust die ook de eerste willen zijn. Gent bijvoorbeeld organiseert ook een maatjesfestival, maar wij zijn de eerste en we blijven ook de eerste. Dat zijn we als vissersstad verplicht. Ere wie ere toekomt. Zonder mijn grootvader was er in België vermoedelijk geen sprake van maatjes. Dat andere steden en gemeenten de maatjes willen promoten, dat mag, want dat komt alleen het product ten goede. Maar Oostende moet de eerste blijven. Daar gaan we alles aan doen.”
Ook Gent houdt een maatjesfestival en dat op zaterdag 22 en zondag 23 juni. Oostende blijft hoe dan ook de eerste. “En daar zijn we blij om. Oostende is een vissersstad met een rijke maritieme geschiedenis. Logisch ook dat de maatjes eerst in Oostende gelanceerd worden. Al jaren krijgen we nationale en zelfs internationale persaandacht rond ons festival. Dat is leuk. Niet dat het ons daar om te doen is, maar we willen alleen de traditie van mijn grootvader in ere houden. Dat ben ik hem verplicht”, aldus Dangreau.
Festiviteiten
Op woensdag 19 juni komt het eerste vat maatjes aan ter hoogte van de Visserskaai. Dat gebeurt in aanwezigheid met verschillende prominenten en meter en peter van het festival: Wendy Van Wanten en Luc Caals. Ook een afgevaardigde van het ministerie van Landbouw zal dit jaar aanwezig zijn. Na het officiële gedeelte barst het feestgedruis los. De festiviteiten gaan ook op de volgende dagen door en dat tot en met 23 juni. Tijdens de festiviteiten zullen er uiteraard maatjes te proeven zijn, maar ook gebakken vis en mosselen. “De prijs van de maatjes blijft onveranderd. Waar er tegenwoordig al snel 2,5 euro gevraagd wordt per maatje, houden wij de prijs op 2 euro. We willen het festival dan wel gratis houden, maar haring was vroeger de voeding voor de armen. We willen toegankelijk blijven”, besluit Glenn Dangreau.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier