Hier gaan we weer
Een paar weken geleden mijmerde ik nog luidop over de eerste lockdown. Met weemoed dacht ik terug aan de lange lege dagen, dagen waarin ik me ten volle kon richten op de klimplanten in de tuin, het schilderen van de voordeur en het temmen van mijn kinderen. Die opstoot van heimwee kwam er nadat ik onze agenda weer zag dichtslibben met afspraken en bezoeken, borrels en verjaardagsfeestjes. Allemaal volgens de regels wel, maar het werd druk, te druk.
Nu de lockdown 2.0 begonnen is, weet ik niet meer wat mij bezielde. Ik heb helemaal geen zin om weer opgesloten te zitten achter die voordeur, in die tuin, met die kinderen. En toch is het van dat. De beperkte vrijheid die we kregen, moeten we alweer afstaan, en dat is zuur. Voor onszelf, want iedereen snakte naar vakantie. Maar veel meer nog voor de sectoren bij wie het water al aan de lippen stond, en die nu dreigen te verdrinken. Want met je bubbel van vijf ga je niet elke week op restaurant. En dat vakantiehuis in de Ardennen, waar je met die bevriende koppels naartoe ging, zal je ook moeten annuleren. Om nog maar te zwijgen van de evenementensector, die nu stilletjes sterft.
Ook bij curves zit het venijn hem in de staart
Maar de coronacijfers zijn wat ze zijn, we kunnen niet anders. En als ik zie hoe gewoon een mondmasker al is geworden in het West-Vlaams straatbeeld, dan heb ik er goede hoop op dat we deze tweede curve nog kunnen omplooien tot dicht tegen de grond.
Maar wat dan? Ook bij curves zit het venijn hem in de staart. Begin deze maand is het misgelopen omdat het bij iedereen weer druk werd, te druk. Om eind augustus niet hetzelfde mee te maken, gaan we onze contacten nog een jaar of misschien wel langer moeten beperken. En moeten sommige sectoren structureel aan het infuus. Hoe we dat gaan doen, daar moeten we toch eens goed over nadenken. Zeker omdat de kostprijs ervan met de minuut oploopt. Economisch én sociaal.
Reageren? bram.van.renterghem@kw.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier