Gitse‘Chançard’ Louis Callewaert viert 100ste verjaardag
“Ik mag zeggen dat ik tot nu toe een heel mooi leven heb gehad. Ik ben altijd al een chançard geweest”, dat zegt Louis Callewaert die onlangs in wzc Ter Linde zijn 100ste verjaardag mocht vieren. Door de coronamaatregelen konden geen grote feestelijkheden plaatsvinden, maar toch kon er in beperkte kring geklonken worden op de jarige.
Een kennismaking met de nieuwe eeuweling is niet moeilijk. Onder de titel Het levensverhaal van een chançard heeft hij namelijk zelf zijn leven neergepend. Hij werd op 2 januari 1922 officieel als Lodewijk – “Maar iedereen noemde mij Louis”– geboren als vierde van de zes kinderen van Hector Callewaert en Pharaïlde Tanghe, een landbouwersgezin in de Turkeyenstraat. Hij had vier broers en een zus, Marie, die kloosterzuster werd. Ze zijn allen overleden. Van de schoonzussen is alleen Achiels echtgenote Suzanne Depickere nog in leven.
Dwangarbeid in WO II
Hoewel hij goed studeerde, bleef Louis op 14-jarige leeftijd thuis om te helpen op de boerderij. Fruit plukken en brood bakken, waren zijn voornaamste taken. “Als het te herdoen was, zou ik misschien wel voor dokter gestudeerd hebben”, zegt Louis nu. “Niet voor het geld, maar omdat ik graag mensen help.”
Zijn mooie jeugdjaren werden verstoord door de Tweede Wereldoorlog. Zijn broers Jules en André werden opgeroepen voor militaire dienst maar kwamen gelukkig ongedeerd terug. “Eind 1943 kregen mijn broer Achiel en ik een oproepingsbrief om te gaan werken in Duitsland”, zegt Louis. “We zagen dat niet zitten en verstopten ons. Maar omdat de Duitsers toen dreigden onze oudste broer Albert mee te nemen, hebben we ons dan toch aangemeld.” Louis en Achiel moesten dwangarbeid verrichten. Ze hadden het geluk op een grote boerderij in Noord-Duitsland terecht te komen, ver weg van oorlog en geweld. “Het was een moderne en vooruitstrevende boer”, zegt Louis, “en we gaven onze ogen de kost. Na een jaar mochten we met verlof naar huis en toen vader zag dat nazi-Duitsland op instorten stond, stuurde hij ons wijselijk niet meer terug…”
Medjugorje
Na de oorlog namen de zonen Callewaert de hoeve over en specialiseerden zich in de bloemkoolteelt. Ze bouwden ook al heel vroeg een eerste serre waarin tomaten werden geteeld. Later bleef Achiel er wonen en daarna diens zoon Christophe tot 1987.
In 1956 trouwde Louis met Madeleine Haeve uit Zarren. Ze begonnen een eigen tuinbouwbedrijf in de Middenstraat in Gits en kweekten vooral sla, tomaten en meloen. Hoewel het paar kinderloos bleef en ze dat als een gemis aanvoelden, bekeken ze het leven van de goede kant. Hun jaarlijkse reizen brachten hen onder meer naar Congo en Madeira. Tijdens een reis naar Joegoslavië kwamen ze toevallig terecht in het plaatsje Medjugorje. Daar zou in 1981 de maagd Maria aan zes kinderen zijn verschenen. Lang voordat het een bekend bedevaartsoord werd, bezochten Louis en Madeleine ook het bescheiden huisje van de kinderen. Het zou een diepe indruk nalaten op de gelovige die Louis altijd geweest is.
Optimist
Na hun pensionering bleven Louis en Madeleine op hun hoeve in de Middenstraat, tot ze verhuisden naar de Gryspeerdstraat. Ze beleefden er nog een onbezorgde oude dag. De bolletra en de pannenkoek met koffie waren de hoogtepunten van de week. In 2017 namen ze hun intrek in Ter Linde. “Ik jeun mij overal maar Madeleine had moeite om zich aan te passen”, zegt Louis. Op 2 januari twee jaar geleden, juist op mijn 98ste verjaardag is ze plots overleden. Ze was net geen 90. “Ik had het er natuurlijk erg moeilijk mee. Maar ik ben een optimist, ik heb er mij doorheen geschart.”
Ook de coronaperiode kon Louis’ optimisme en levensvreugde niet temperen. En zo haalde de ‘geluksvogel’ rustig zijn 100ste verjaardag. Enkele dagen later mocht hij namens het gemeentebestuur, de Nationale Strijdersbond en de provincie West-Vlaanderen enkele geschenken in ontvangst nemen. (NOM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier