Hoofdarts Sabine Gerniers van az Oostende: “Fusie is logisch, maar het gaat wel heel snel”

Sabine Gerniers: “We garanderen dat er voor Oostende een groot ziekenhuis blijft met een breed aanbod aan zorg en behandelingen.” (foto Davy Coghe) © Davy Coghe Davy Coghe
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Het zijn drukke dagen voor hoofdarts Sabine Gerniers van het eengemaakte AZ Oostende, nu de materniteit en pediatrie sinds 1 november gecentraliseerd zijn op één campus. “We mogen de weerstand van het personeel niet onderschatten en er begrip voor opbrengen.”

Sabine Gerniers maakt voor het Mercatorgesprek kennis met de Mercator en de ziekenboeg aan boord: “Ze waren toen mee met hun tijd, want hier was zelfs een röntgenapparaat voor onderzoeken.”

Wilde u van jongs af aan al dokter worden?

“Ik ben taalgevoelig en wou aanvankelijk tolk worden. Ik studeerde Latijn-wiskunde-wetenschappen aan het Atheneum en onderweg is mijn interesse voor geneeskunde gegroeid. Ook het zorgende en organiserende zit in mij. In het Sint-Lucas in Gent was ik twintig jaar kinderarts. In 2011 stapte ik over naar het AZ Damiaan. Ik ben hier nog acht jaar pediater geweest, maar vond dat mijn klinische carrière klaar was. Daar blik ik met veel trots en liefde op terug, want ik heb alles gedaan wat ik wou en kon doen. De uitdaging om in september 2019 hoofdarts te worden kwam dus op een goed moment, want ik kon mijn ervaring op die manier doorgeven en omzetten. Begin 2020 brak de covidcrisis uit. Dat had nog niemand meegemaakt: het maakte ineens niet meer uit of je twee maanden of al dertig jaar hoofdarts was.”

Was er bij uw aantreden al sprake van fusie tussen Serruys en Damiaan?

“Er is al meer dan twintig jaar sprake van een eengemaakt Oostends ziekenhuis. Het was een slinger die vaak heen en weer ging. Toen ik in 2011 als pediater startte, was er ook al een sterk gerucht dat er snel een fusie zou komen. Er was tussen de pediaters van beide ziekenhuizen al een hechte samenwerking en een eengemaakt ziekenhuis lag voor de pediaters voor de hand. Toch is het toen niet gebeurd. Toen ik in 2019 startte, was de fusie niet meteen iets dat op de plank lag. Het verhaal is pas in 2021 in een stroomversnelling gekomen.”

Is er wel nood aan zo’n ziekenhuisfusie?

“Het is ook wat ik ervaren heb in Gent. Pal in het centrum van Gent waren er drie ziekenhuizen die op een vierkante kilometer met precies hetzelfde bezig waren en elkaar beconcurreerden. Ze fuseerden tot het AZ Sint Lucas en dat was een logische stap, want de overheid wil het ziekenhuislandschap zo efficiënt mogelijk organiseren. Ook in Oostende liggen de ziekenhuizen dicht bij elkaar. De fusie tussen Heilig Hart en Sint-Jozef in 1999 is voorafgegaan aan de huidige fusie. Het was misschien logischer geweest om dat in één beweging of aansluitend te doen. Het liep anders. De fusie kent nu volop uitwerking, maar een belangrijk moment is toch 2025: dan realiseren we een eengemaakte spoed. Daaraan verbonden zal er een acute campus Damiaan en een campus Serruys voor geplande zorg zijn. Dan zal het veel duidelijker zijn: twee campussen met elk een eigen identiteit en opdracht. Op die manier garanderen we dat er voor Oostende een groot ziekenhuis blijft met een breed aanbod aan zorg en behandelingen ”

Er was wel wat tegenstand van personeel. Was dat ook zo bij de artsen?

“Het feit dat de fusie moet ontstaan vanuit een defusie maakt het moeilijk. In andere gevallen wordt een fusie in vijf à zes jaar gerealiseerd. Hier gebeurt het in twee jaar. Het is confronterend voor iedereen hoeveel wijzigingen dat teweegbrengt. Niemand heeft tijd om aan het idee te wennen en dan zijn er al meteen de veranderingen. De weerstand komt voor een groot deel daaruit voort. We mogen dat echt niet onderschatten en moeten er veel begrip voor opbrengen. Ik kom uiteraard vaker in de gangen van de campus Damiaan, maar bij alle gesprekken met de disciplines hebben we de artsen van beide ziekenhuizen betrokken. Het merendeel van de artsen is mee in het fusieverhaal. Elke arts moet wel voor zichzelf de beslissing nemen en ik begrijp dat sommigen niet overstappen, bijvoorbeeld omdat ze binnenkort met pensioen gaan.”

“Het is confronterend voor iedereen hoeveel wijzigingen de fusie teweegbrengt”

Je kent Oostende. Nooit overwogen om te verhuizen naar de kust?

“In mijn laatste jaar geneeskunde was ik stagiair in het Serruysziekenhuis. Mijn studiegenoot en lief Wim, die later mijn man werd, deed er stage op de chirurgie. We woonden samen op een appartementje in Wenduine. Ik heb mooie herinneringen aan Serruys en aan Oostende in de jaren 80. De Langestraat en uitgaansbuurt hadden toen ook al een behoorlijke reputatie en dat merkten we op de spoed in het Serruysziekenhuis. Oostende zorgde toen al voor een leuke combi, waarbij je na de werkuren kon samenkomen op het strand. Wim is nu specialist fysische geneeskunde en heeft zijn praktijk in Sint-Denijs-Westrem. In de buurt wonen ook mijn kinderen. Ik zie mezelf niet verhuizen, niet naar Oostende of elders. Vanuit Gent is Oostende heel bereikbaar en een dagje aan zee brengt ons ook vaak hier. Ik neem me vaak voor om na een drukke werkdag nog even buiten te vertoeven in Oostende, maar dat ging eenvoudiger toen ik nog als kinderarts werkte. We hebben hier een appartement, dus toen kon ik nog een strandwandeling maken. De laatste jaren komt het er te weinig van. Ik neem me voor om wat meer te profiteren van de troeven van Oostende.”

Privé

Geboren 27 december 1961. Woont in De Pinte, gehuwd met Wim Praet, drie kinderen: Max (35), Emilie (33) en Klaus (30).

Opleiding en loopbaan

Studeerde geneeskunde aan de UGent, specialisatie pediatrie. Loopbaan van dertig jaar als kinderarts, waarvan acht jaar in AZ Damiaan. Hoofdarts sinds 2019 in AZ Damiaan en nu van AZ Oostende.

Vrije tijd

Sporten (joggen en golf). Houdt van dans, toneel, film.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier