Brugse palliatieve arts Arsène Mullie: “We moeten niet bang zijn van de dood, sterven is een spiritueel gebeuren”

Arsène Mullie hekelt de palliatieve hardnekkigheid om het stervensproces te herleiden tot medische en psychosociale pijn- en symptoomcontrole. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Sterven is in de eerste plaats een spiritueel gebeuren. We moeten de dood zonder angst tegemoet kunnen zien”, zegt dokter Arsène ‘Senne’ Mullie. Deze anesthesist en medeoprichter van palliatieve zorgen in Brugge schreef het boek ‘Oergewaringen’ over ons laatste taboe.

In zijn boek Oergewaringen – een West-Vlaams woord dat diepgang betekent en al levenslang in ‘Senne’ zit – uit de Brugse arts Arsène Mullie milde kritiek op onze samenleving.

“Er is enerzijds de medische hardnekkigheid om de dood te bestrijden en anderzijds de palliatieve hardnekkigheid om het stervensproces te herleiden tot medische en psychosociale pijn- en symptoomcontrole”, stelt de gewezen anesthesist vast. “Maar sterven is in de eerste plaats een spiritueel gebeuren, een overgave in de liefde.”

Wat betekent ‘Oergewaringen’ ?

“Het zijn diepe gewaarwordingen, iets dat levenslang in ons zit, naast het lichamelijke. Dat heeft niks te maken met religie. Ik geloof trouwens niet in God. Het is het diepste dat in ons omgaat. Je beleeft het ten volle, als je sterft, omgeven door al wie je liefheeft.”

Palliatieve zorgen mogen niet de pretentie hebben dat ze de dood kunnen wegmantelen

“De ondertitel van mijn boek luidt ‘sterven in en naar de liefde toe’. Rond het sterfbed ontvonkt onvoorwaardelijke liefde. Dat heb ik ondervonden in vele gesprekken met stervenden. Zelfs palliatieve zorgen hebben tot nu toe jammer genoeg weinig aandacht voor dit spirituele gebeuren. Ze zijn vooral comfortzorg, als uitweg tegen therapeutische hardnekkigheid. Palliatieve zorgen mogen niet de pretentie hebben dat ze de dood kunnen wegmantelen.”

Bent u niet bang voor de dood?

“Ik was vroeger bang voor de dood. Natuurlijk wil ik ook zo lang mogelijk leven, maar ik besef ten volle dat mijn laatste levenstijd aangebroken is. Als anesthesist heb ook ik mij jarenlang op intensieve zorgen bezondigd aan die medische hardnekkigheid. Elk overlijden in het ziekenhuis zag ik als een mislukking. Tot ik geconfronteerd werd met het stervensproces van mijn ouders. Ze zijn thuis, in bed, gestorven, omringd door palliatieve zorgen.”

“Mijn vader was kwaad, pakte mij vast en zei: ‘Je bent een dokter, waarom kun je mij niet genezen? Mijn moeder is in vertrouwen heengegaan, ondanks haar darmtumor. Ik zie nog altijd ons laatste beeld samen: ze lag in mijn schoot en we lachten naar elkaar. Het fysieke had geen belang meer, ze is zachtjes, omringd door liefde, gestorven.”

U hecht groot belang aan meditatie als middel om de dood te aanvaarden?

“Ik formuleer het liever anders: door meditatie heb ik de liefdesmystiek van het sterven ontdekt. Een Duitse boeddhist en een Amerikaanse hindoe hebben mij meditatietechnieken aangeleerd. Ze leerden mij gedachteloos te schrijven. Schrijven tot ik niet meer wist waar ik mij bevond.”

“Tien jaar geleden ben ik beginnen te mediteren. Ik sta ook nu nog elke ochtend om 5.30 uur op om mediterend gedachteloos te worden. Vrij van doodsangst. De dag begint met een halfuurtje meditatie, vooraleer ik de dieren op mijn boerderij in Dudzele begin te voederen.”

Door meditatie heb ik de liefdesmystiek van het sterven ontdekt

“Ik mediteer, contempleer over de dood en over de essentie van mijn leven. De ‘oergewaringen’ – de gewaarwordingen – die opborrelen schrijf ik op. Een vriend heeft ze poëtisch verwerkt, die gedichten vormen het tweede luik van mijn boek. De taal van de mystiek is poëzie.”

“Ik heb geen gêne meer om te praten over de dood, ze is een stuk van mijn leven geworden. Maar het sterven moet met goede zorgen kunnen gebeuren, je moet spiritueel tot rust komen. De aanwezigheid van je dierbare vrienden helpt daarbij. Het verheugt mij dat ereburgemeester Patrick Moenaert, die als OCMW-voorzitter indertijd mee aan de wieg stond van palliatieve zorgen in Brugge, omringd door zijn liefhebbende gezinsleden, thuis is kunnen sterven.”

In uw boek rept u met geen woord over euthanasie. Doelbewust?

“Helemaal niet. De essentie van mijn boek is de kracht van de liefde. Als LEIF-arts (LEIF staat voor LevensEinde InformatieForum, red.) heb ik ook meegewerkt aan de uitvoering van euthanasie. In het begin was ik gereserveerd. Maar ik heb geleerd om het te aanvaarden. Als een lichaam uitgeleefd is, als je het niet kunt oplossen met palliatieve zorgen, als een patiënt erom vraagt omdat hij mensonwaardig lijdt…”

Ik heb geleerd om euthanasie te aanvaarden, vroeger zag ik elk overlijden in het ziekenhuis als een mislukking

“Ik heb een tijdje een stervende vrouw begeleid met een sterke levensdrang. Op het laatste vond ze enkel troost in een Mariakapelletje in Hoeke, tussen de twee vaarten. Nadien zelfs daar niet meer in. In de oosterse gedachtegang ga je terug naar de natuur. Het lichaam sterft, de ziel niet. De ziel is geen exclusief katholiek begrip. Gestorven dierbaren komen op bezoek, ze leven voort in ons. De dood is een artificieel taboe.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier