Bruggeling Björn Cool vocht 25 dagen vanop intensieve zorgen tegen covid-19: “Mijn doel? Met mijn vrouw op ons huwelijk kunnen dansen”
Een onschuldige koffiebeker. Meer was er niet nodig om Björn Cool dood- en doodziek te maken. De bekende ex-voetballer belandde met een coronabesmetting op de dienst intensieve zorgen van het AZ Sint-Jan, maar weigerde de handdoek te gooien. Na vier weken is hij opnieuw thuis. “Ik heb zéér diep gezeten, maar mijn kinderen en verloofde hielden me recht.”
Björn Cool (45) is de definitie van een beer van een vent. De huidige assistent-trainer van KSKV Zwevezele voetbalde bij onder andere KMSK Deinze, KM Torhout 92 en KSK Maldegem een mooie carrière bij elkaar en verkeert al zijn hele leven in een uitstekende conditie. Toch kreeg covid-19 hem keihard te pakken.
“En dat terwijl we al een jaar zeer goed opletten en de regels tot in de puntjes volgen”, start hij zijn verhaal. “In mijn directe familie bevinden zich twee hoogrisicopatiënten, dus we letten erg goed op. Maar het virus heeft me toch weten in te halen… Met een neef maakte ik een wandeltochtje en hij gaf me toen een kartonnen koffiebeker door. Dat was blijkbaar voldoende om besmet te raken.”
Miguel Van Damme
In de loop van zaterdag 20 maart kreeg Björn, in het dagelijkse leven als bediende bij De Lijn aan de slag, telefoon van zijn neef met het nieuws dat hij een positieve test had afgelegd. “Mijn verloofde Petra Depoorter en ik hebben toen meteen het verjaardagsetentje voor mijn tweelingszoon en -dochter bij ons thuis geannuleerd en diezelfde avond begon ik me erg moe te voelen. Ik ben meteen in bed gekropen, in de hoop dat een nachtje goed doorslapen alles zou oplossen. Die bewuste zondagochtend ging het echter van kwaad naar erger. In het testcentrum aan Daverlo liet ik me testen en daags nadien kreeg ik bevestigd wat ik eigenlijk al vermoedde: het virus had me te pakken.”
“Ik besef maar al te goed dat ik mijn handjes ‘tope’ mag leggen dat ik er nog ben”
Björn werd steeds zieker en vrijdag 26 maart besloot hij zich in AZ Sint-Jan te laten opnemen. “Het ging gewoon niet meer. Hoge koorts, een zwaar griepgevoel en vooral steeds minder kracht om zelfstandig te ademen. Een CT-scan legde een beginnende ontsteking op mijn longen bloot en ik kreeg op de covid-afdeling meteen extra zuurstof toegediend. Mijn toestand bleef echter achteruit gaan en ik kreeg op een bepaald moment zelfs een continue zuurstoftoevoer van 85 procent. Ik belandde gelukkig niet in coma, maar tussen 31 maart en 2 april heb ik echt voor mijn leven gevreesd. Zó slecht voelde ik me. Ik was er van overtuigd dat het mijnen toer was. Het was alsof er een vrachtwagen over me heen was gedenderd.”
Maar Björn gaf niet op en vocht keihard. “Dat moest wel”, zegt hij. “Ik dacht meteen aan Miguel Van Damme, de keeper van Cercle Brugge. We hebben nog samen gesjot en hij levert nu al vijf een jaar dappere strijd tegen leukemie. Met Mickey als voorbeeld kon en mocht ik niet opgeven. Voor mijn drie kinderen, mijn familie en mijn verloofde. Ik wilde ook niet dat de geschiedenis zich herhaalde. Op 2 april 2001 is mijn vader in het AZ Sint-Jan aan levercirrose overleden. Het mocht gewoon niet dat zijn zoon twintig jaar later vanop diezelfde plek zou vertrekken.”
Zorg = topsport
Die wilskracht deed Björns situatie kantelen. “Langzaam maar zeker stegen mijn bloed- en zuurstofwaarden. Ik leek overeind te krabbelen, maar ik zag mijn spiermassa zienderogen slinken. In mijn armen en benen ben ik liefst 12,5 kilo spieren kwijt. Ik moest zelfs opnieuw leren stappen. Maar gelukkig kon ik rekenen op de fantastische zorg van de mensen van Sint-Jan. Wat zij nu al meer dan een jaar presteren, daar moeten we collectief onze hoed voor afdoen. Je mag niet onderschatten wat die ziekte ook op mentaal vlak met je doet. Plots ben je van anderen afhankelijk, ik had zelfs hulp nodig om mijn gezicht te wassen. Je voelt je machteloos, verliest alle controle. Dan ben je dankbaar dat er mensen klaarstaan om je te helpen. Ik heb mijn hele leven op een mooi niveau gevoetbald, maar de zorgsector is pas échte topsport.”
Op 23 april, na een verblijf van 28 dagen in het ziekenhuis en 25 daarvan op intensieve zorgen, mocht Björn het ziekenhuis verlaten. “Je kan niet geloven wat er toen door me heen ging”, zegt hij. “Ergens had ik het gevoel dat ik een nieuwe kans kreeg om te leven. Die zal ik met beide handen grijpen, maar eerst moet ik thuis verder revalideren. Ik trek drie keer per week naar de kinesist en dien mezelf dagelijks vijf keer twintig minuten extra zuurstof toe. Maar het gaat steeds beter. In het begin was ik na vijf meter waggelen tussen de zetel en tafel al compleet uitgeput, nu kan ik alweer 3.000 stappen per dag zetten. Ik hoop tegen 1 juni opnieuw arbeidsfit te zijn, maar mijn grote doel ligt een maandje verder. Op 2 juli stappen Petra en ik in het huwelijksbootje en dan wil ik zonder problemen onze openingsdans kunnen afwerken. Daar leef ik nu naartoe. Om mijn toekomstige over de drempel te dragen, zal ik misschien haar hulp nodig wat hebben, maar we raken er wel”, knipoogt hij. “Ik besef maar al te goed dat ik mijn handjes tope mag leggen dat ik hier nog ben. In plaats van een huwelijk kon er evengoed een begrafenis op de kalender verschenen zijn.”
Voorzichtig blijven
Covid-19 heeft Björn meer dan ooit doen inzien dat we voorzichtig moeten blijven. “Het virus loert nog altijd om elke hoek. De vaccinatiecampagne komt dan wel onder stoom, maar we mogen de teugels nog niet laten vieren. Ik begrijp dat veel mensen het lastig hebben, maar denk gewoon eens aan onze grootouders. Die hebben als jongere twee wereldoorlogen meegemaakt, dat was nog andere koek. Eenmaal ik weer helemaal de oude ben, wil ik samen met Petra, onze vijf kinderen en beste vrienden volop genieten van het leven. Ik besef meer dan ooit dat het zomaar voorbij kan zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier