Het begeleidingscentrum De Bolle in Oostende is 60 jaar oud. Vroeger was De Bolle een tehuis voor jonge vissers die geen thuis hadden. Vandaag worden er maximum zestien jongeren tussen 14 en 21 jaar begeleid omwille van hun problematische leef- of opvoedingssituatie.
In het begin van de jaren ’60 vatten enkele betrokkenen bij het toenmalig ‘Beschermingscomité voor verlaten kinderen van het gerechtelijk arrondissement Brugge’ het idee op om het specifiek probleem aan te pakken van een aantal jeugdige vissers. Die hadden geen thuis aan wal, het schip waar ze op voeren was hun thuis. In 1963 werd uiteindelijk – onder impuls van André Opstaele, Hubert Caestecker, Jan Felix en Gerard Daniels – De Bolle boven het doopvont gehouden.
Het zou echter nog tot 1965 duren eer de eerste jongeren hun intrek zouden nemen in het gebouw ter hoogte van de Tweebruggenstraat. Sinds 2000 zitten de jongeren in een ander gebouw in de Dokter Eduard Moreauxlaan, ter hoogte van het oude Militair Hospitaal op de Vuurtorenwijk. Dat komt omdat hun eerste gebouw onteigend werd toen de nieuwe verbinding tussen Oostende en Bredene werd gelegd. “We proberen een jongerenvriendelijke en huiselijke woonomgeving te creëren binnen ons centrum”, zegt directeur Jeugdzorg, Sylvie Declercq. “We bieden bovendien gezinsgerichte ondersteuning. De jongens die bij ons verblijven zijn stuk voor stuk jongeren met capaciteiten. Alleen komen die niet altijd tot uiting in het reguliere circuit. Zo richten we onze begeleiding erop om jongeren te helpen ontdekken wat hun talenten en hun capaciteiten zijn.”
Uitdaging
Sinds 2015 is er ook een nauwe samenwerking met de stad Oostende. “We zijn trots dat we met De Bolle nog steeds jongeren sterk maken om hun plek in de samenleving op te eisen”, liet schepen van Welzijn, Natacha Waldmann (Groen) optekenen. “Zo werden hier al honderden jongeren in hun volwassenheid ondersteund.”
Ook waarnemend burgemeester, Kurt Claeys (Open VLD), was bijzonder positief over de werking van De Bolle. “Elke leeftijd brengt een andere uitdaging met zich mee”, zei Claeys. “Maar we zijn het over een iets eens: iedereen verdient een plaats waar hij of zij zich thuis kan voelen en zichzelf kan zijn. En dat kan hier in De Bolle.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
