Vorig jaar meer dan 60 meldingen van gevaarlijke situaties in West-Vlaamse kinderdagverblijven

Phebe Somers

De laatste tijd halen verplichte (tijdelijke) sluitingen van kinderopvanginitiatieven meermaals de krantenkoppen, zo werd er onlangs nog een onthaalouder in Izegem geschorst nadat er een kindje was overleden. Het Agentschap Opgroeien ontving vorig jaar maar liefst 345 meldingen van mogelijke gevaarsituaties in de kinderopvang. Dat zijn er ruim dubbel zoveel als in 2021.

Benieuwd hoeveel kinderdagverblijven er eigenlijk zijn in jouw gemeente? Zoek het uit op de kaart onderaan het artikel.

Geval per geval

De provinciale cijfers dateren van eind november 2022, op dit niveau ontbreken dus de gevaarmeldingen van de laatste maand van het jaar. De meeste meldingen kwamen toen uit de provincies Antwerpen (74) en Oost-Vlaanderen (68), maar West-Vlaanderen volgde als derde met 61 meldingen op 58 locaties. Meldingen van mogelijke gevaarsituaties worden door het Agentschap Opgroeien binnen de 24 uur behandeld. “In veel gevallen is het de kinderopvang zelf die contact met ons opneemt. Een melding van een gevaarsituatie is een aanwijzing voor ons dat de fysieke of psychische integriteit van een kind in het gedrag kan komen. Dat kan gaan van een loslopende hond van de buren tot een kindje dat uit een bedje viel”, verduidelijkt Nele Wouters van Opgroeien.

“Niet elk ongeluk belandt in die verzameling van 61 gevaarsituaties. Elk geval moet apart geëvalueerd worden”

“Uit voorzorg gaan we sneller dan vroeger over op schorsing van de opvang, zodat we tijd hebben om de situatie te evalueren. Wanneer alle informatie grondig werd onderzocht kunnen we besluiten of de opvang terug open kan, eventueel onder bepaalde voorwaarden, met alle garanties rond veiligheid en kwaliteit. Waar dat geen optie is, mondt een schorsing uit in een opheffing van de vergunning. Niet elk ongeluk belandt in die verzameling van 61 meldingen: als er bijvoorbeeld een kindje zich heeft bezeerd aan een kapot hekje, en de verantwoordelijk heeft er zelf al voor gezorgd dat het hekje werd hersteld, dan is er geen gevaarsituatie meer. We moeten echt geval per geval heel goed bekijken.”

Sinds begin dit jaar verloor al één West-Vlaams kinderopvanginitiatief hun vergunning, daarnaast zijn er nog eens drie organisatoren die eind 2022 te horen kregen dat hun vergunning werd opgegeven en daar bezwaar tegen hebben aangetekend. Nog eens drie andere werden tijdelijk geschorst en staan nog onder evaluatie.

Een plekje voor de helft van de baby’s

Volgens de meest recente cijfers zijn er 1.176 vergunde kinderdagverblijven in West-Vlaanderen voor kinderen tussen 0 en 3 jaar. Grote groepsopvanginitiatieven, de zogenaamde crèches, zijn goed voor 43 procent van het totaal. Iets meer dan de helft van de initiatieven worden dus ingevuld door gezinsopvang, de onthaalouders.

Met een bezetting van 51 beschikbare plaatsen per 100 baby’s en peuters zijn we de best scorende Vlaamse provincie. Toch lijkt dat niet voldoende te zijn, vorig jaar getuigden lokale besturen én ouders nog massaal over het tekort aan plaatsen in de kinderopvang. Dat het echter niet eenvoudig is om te overleven in die sector, bleek uit de protestacties in het voorjaar van 2022.

Momenteel telt West-Vlaanderen 16.717 plaatsen voor baby’s en peuters. Bijna 8 op 10 zijn onderhevig aan een inkomenstarief, dat wil zeggen dat de prijs afhankelijk is van het inkomen van de ouder(s).

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier