Geert ‘Wally’ Wallays gaat op 1 februari met pensioen bij de politie
Als er één Roeselaarse politieman echt bekend is in Roeselare en omgeving is het toch Geert ‘Wally’ Wallays. Het diensthoofd van de politiepost Roeselare stond 36 jaar midden zijn manschappen maar ook midden de burgers. Op 1 februari gaat Wally met pensioen.
Afspraak in de prachtig gelegen hoeve van Geert Wallays en zijn echtgenote Marina Desnouck in de velden van Staden voor een afscheidsinterview. Zoon en profrenner Jelle (31) heeft zijn B&B achter een weide van Geert en zoon Jens (28) woont aan het begin van de doodlopende straat die uitkomt bij de woning van Geert en Marina. Zoon Arne (30) woont met zijn vriendin in de Roeselaarse Stationsdreef. Jens en zijn echtgenote zijn op 6 januari papa en mama geworden van Kasper. “Kasper of Gaspard is één van de drie koningen én mijn eerste kleinkind”, lacht een apetrotse grootvader Geert.
Politieman worden was niet echt een jongensdroom?
Geert Wallays : “Neen, helemaal niet, ik wilde boer worden, net als mijn vader Frans die boerde op De Ruiter. Hoe ik bij de Rijkswacht verzeild raakte, is een vreemd verhaal. Mijn broer Luc kreeg een contract als profrenner nadat hij de Ronde van Aosta had gewonnen, maar hij kreeg zijn oproepingsbrief voor het leger. Er onderuit geraken, lukte niet en de enige mogelijkheid was om broederdienst in te roepen. Ik wilde dat wel doen maar het was niet met volle goesting. Tot rijkswachter Rik Lagae eens bij ons op de boerderij was en me vroeg waarom ik geen drie jaar tekende bij de rijkswacht in plaats van naar het leger te gaan. Dat sprak me wel aan en ik deed dat ook. Na drie jaar zou ik dan wel beginnen boeren. Maar kijk, 36 jaar later ga ik met pensioen als politieman. Enfin, eigenlijk pas op 1 februari want ik word maar op 25 januari 58 jaar.”
Bij de rijkswacht wachtte een militaire opleiding?
“Dat was niet om te lachen, maar we kweekten door die zware opleiding wel een ongelooflijk samenhorigheidsgevoel. We waren een hele week samen en sloegen er ons samen door. Ik herinner mij een medeleerling die zeven consignes had gekregen. Dat betekende dat hij het hele weekend in de kazerne moest blijven en niet naar huis mocht. Wel, dan hebben we beslist om allemaal binnen te blijven om hem te steunen. Dat was echte groepsgeest. Ik weet niet of dit nu nog zou kunnen.”
“Heb problemen met het gebrek aan respect tegenover de politie”
We zijn nu natuurlijk ook 2021?
“Dat klopt maar het is daarom niet altijd beter. Ik vind het bijvoorbeeld jammer dat er geen kantine meer is waar de politiemensen eens kunnen ontspannen en stoom aflaten. Je kon daar eens je hart luchten tegen collega’s na een zware dag of bij tegenslag.”
Je had al een tijdje uitgemaakt dat je zou stoppen als dat kon?
“Eigenlijk wel. Het is nu aan de volgende generatie. In de eerste plaats wordt het steeds moeilijker om mee te zijn in de digitale wereld en de nieuwe technieken en procedures. Ik krijg het ook steeds moeilijker met het gebrek aan respect tegenover de politiemensen. We moeten de coronamaatregelen handhaven en nu komen daar straks ook de controles op de quarantainemaatregelen bij. Het zal er niet makkelijker op worden.”
Maar toch heb je het tot je laatste dag graag gedaan?
“Oh ja, want de mensen helpen en een dienst bewijzen, dat was altijd mijn doel als politieman. Toen enkele weken geleden de verkeerslichten op de Rijksweg stuk waren en we iemand tekort kwamen om het verkeer te regelen, heb ik mijn fluojas aangetrokken en met een collega het verkeer geregeld. Een diensthoofd moet dat misschien niet doen maar ik deed het met plezier. Om mijn collega te helpen maar ook om geen onveilige situaties te scheppen voor de burgers die er passeerden.”
Je bent je carrière gestart in Gent?
“Iedere beginnende rijkswachter moest beginnen in een grote stad. Ik werd ingedeeld bij de eerste mobiele groep in Gent en wij waren de reserve voor Oost- en West-Vlaanderen. Ons werkterrein was Gent maar wanneer steden of gemeenten onze hulp nodig hadden, schoten wij te hulp. Dat was een leerrijke maar ook heftige tijd. Het was de tijd van de eerste Golf GTI’s voor de rijkswacht. Ik maakte dan deel uit van de ABT-groep of anti-banditisme en dat was best avontuurlijk voor een jonge kerel. Maar in mijn Gentse periode heb ik ook de ramp met de Herald of Free Enterprise meegemaakt. Toen moesten wij dode mensen of zelfs enkel verminkte ledematen uit zee bergen in een inderhaast opgetrokken mortuarium. Dat kwam hard binnen bij mij, net als mijn eerste dodelijk verkeersongeval waarbij een kindje om het leven was gekomen. Dat draag je als mens lang mee. Het was ook de tijd van het Heizeldrama, van de CCC-terreur, van de zware betogingen van de Waalse metaalarbeiders en van de betogingen in de Voerstreek.”
Een bepaalde actie heeft je toch doen nadenken over het gebruik van vuurwapens?
“Ja, dat was zelfs toen ik mijn eerste schot heb gelost. We achtervolgden een wagen van Gent naar Eigenbrakel tegen 200
“De ramp met de Herald of Free Enterprise draag je als mens lang mee”
Na negen jaar Gent kon je naar Roeselare?
“Ik kreeg de kans om in de brigade Roeselare te werken met een drugshond. Er waren 43 kandidaten en ik werd uitgekozen. Maar in 1997 werd ik na een nachtelijke actie op de terugweg overvallen en beschoten en kwam er een abrupt einde aan mijn carrière als drugshondbegeleider. Ik kreeg een uitstekende psychologische begeleiding van het antistressteam van de rijkswacht en besefte dat er iets bestond dat belangrijker was dan mijn job: mijn gezin.”
En de korpsleiding volgde je daarin?
“Mijn leidinggevenden hebben mij altijd alle kansen gegeven. Ik werd bevorderd tot hoofdinspecteur, later eerste hoofdinspecteur en tevens diensthoofd van de politiepost Roeselare.”
En nu: de grote leegte?
“Absoluut niet ( lacht ). Ik heb veel werk op mijn boerderij, ik wil Jelle volgen op training in de Algarve, ik blijf voorzitter van de Stadense atletiekclub en lid van de Jonge Renners Roeselare én ik ben opa!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier