Hannes zet deur sekte op een kier: ex-lid pinksterbeweging schrijft roman

Hannes was 18 toen hij al plannen had om een roman te schrijven. 24 jaar later is er ‘Redder’. (foto Kurt De Schuytener) © Kurt De Schuytener
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Een kwarteeuw nadat hij in deze krant vertelde dat hij ooit een roman wilde schrijven, is het hem gelukt. In ‘Redder’ heeft Hannes Dedeurwaerder het over de pinksterbeweging, de sekte waarin hij opgroeide en die hij de rug wist toe te keren.

Hannes Dedeurwaerder groeide op in Marke, ging naar het Don Boscocollege en later naar de Kulak. Daarna trok hij naar Leuven waarna hij finaal in Gent belandde. Maar zijn boek speelt zich af in Kortrijk. “Mensen van hier zullen ongetwijfeld veel plekjes herkennen.”

Hannes is al elf jaar copywriter, maar hij was ook een tijdje journalist. Het was in die tijd dat hij een filmstudent interviewde met wie hij plannen smeedde om een filmscenario te schrijven. “Ik vertelde hem toen over wat de impact op je leven was wanneer je opgroeide in de pinksterbeweging. Zo zetten we ons aan het schrijven. We kregen steun van het Vlaams Audiovisueel Fonds, maar bij een tweede ronde kregen we het advies om het verhaal misschien eerst in een boek te gieten. Als dat lukte, kon het alsnog verfilmd worden.” De kompaan haakte af, maar Hannes zette door. “Corona heeft ook geholpen, doordat plots alles stil lag. Zo is dat hele project in een stroomversnelling gekomen. Het was een combinatie van het verlangen om een boek te schrijven en dat ei kwijt willen.”

Zingen en dansen

Dat ei ging al mee van in zijn tijd bij de pinksterbeweging. Volgens het Informatie- en Adviescentrum voor Sektaire Organisaties (IACSSO) is de pinksterkerk een sekte. “Iedereen kent wel die beelden van op de Amerikaanse televisie, van die tele-evangelisten, van de massadiensten waar mensen op de grond vallen en genezen worden door handoplegging. In de pinksterbeweging werd er gezongen, gedanst, met vlaggen gezwaaid. Het was allemaal heel gevoelsmatig. Dat spreken in tongen, dat bidden met elkaar om demonen uit te drijven, zieken te genezen. De diensten waren veel minder rigide dan in de katholieke kerk. Men heeft er al die structuren ook niet. Geen bisschoppen, geen pausen. Er is geen ruimte voor heiligenverering. Men komt samen in huiskerken.”

Mijn vader zei: Je kan iets doen met je geloof, je kan mensen helpen

“Het was een vrijgevochten kerk en dat idee kon de hippies nogal bekoren. Zo is dat geloof in de jaren 60 naar Nederland overgewaaid en in de jaren 70 ook bij ons in Vlaanderen terechtgekomen.” Nu Hannes zelf al jaren geen deel meer uitmaakt van de pinksterkerk, ziet hij zelf wel dat de denkbeelden die er gehanteerd worden heel bekrompen zijn. “De focus ligt op Pinksteren, het moment dat de heilige geest naar de aarde gekomen is. Alles wat in de bijbel staat, is volgen hen waar gebeurd. Dat betekent dus dat de wereld 6.000 jaar oud is, is geschapen in 6 dagen en voor evolutieleer is er geen ruimte. De pinksterkerk is tegen abortus, tegen homoseksualiteit en vrouwen zijn er onderdanig aan de man. Anderzijds is het een gemeenschap die heel goed zorgt voor elkaar. Er zijn voedselteams en er wordt tweedehandskledij gesorteerd voor de Oostbloklanden. Mijn zus woonde jaren in New York en deed er goeie werken in naam van het geloof. Mijn vader ging daar ook naartoe tijdens de vakantie. Hij zei: Je kan iets doen met je geloof. Je kan mensen helpen. Maar tegelijk verspreidt die beweging verfoeilijke denkbeelden.”

De bijbel van buiten

“Als kind sta je vaak alleen met die denkbeelden en met je manier van leven. Ik heb het ook meegemaakt dat ik in de lessen biologie de evolutieleer in twijfel trok en kwam aanzetten met het scheppingsverhaal. Mijn ongelovige klasgenoten zaten me allemaal verbijsterd aan te staren. Ik zat daar met rode wangen uit de bijbel te citeren. Want je wordt geacht te evangeliseren, te getuigen. Je moet pleiten voor je geloof. Als we vroeger gingen eten op restaurant, was er eerst het gebed en dan zag je de mensen naar ons kijken. Dagelijks moest ik ook alleen bidden, de bijbel lezen, danken voor wat we die dag hadden meegemaakt, vergiffenis vragen voor wat we fout hadden gedaan.”

Hannes was vijftien toen hij gedoopt werd in de pinksterkerk. Links op de foto zijn vader. (foto Hannes Dedeurwaerder)
Hannes was vijftien toen hij gedoopt werd in de pinksterkerk. Links op de foto zijn vader. (foto Hannes Dedeurwaerder)

Tussen zijn twaalfde en negentiende levensjaar las Hannes zeven keer de bijbel. Intussen kent hij het boek helemaal uit het hoofd. “Daar ben ik wel heel blij om. Al die parabels zijn mooie levenslessen verpakt in verhalen die iedereen verstaat. Maar je krijgt tegelijk zoveel foute denkbeelden mee waarmee je kinderen niet hoort op te zadelen. Ik wil dus ook waarschuwen wat zo’n opvoeding met kinderen doet. De pinksterkerk zal wel zeggen dat ze tegen het dopen van kinderen is omdat ze op die leeftijd nog niet zelfstandig kunnen beslissen. Inderdaad, in de pinksterkerk beslis je zelf wanneer je voelt dat je daar klaar voor bent. Zo worden er ook nog zeventigers en tachtigers gedoopt. Normaal ontvang je dan de Heilige Geest en kan je in tongen spreken, dat onverstaanbare gebrabbel dat alleen voor God verstaanbaar is. Bij mij is dat nooit gelukt, wat ook al een teken aan de wand was.”

Beperkte naastenliefde

Het boek Herder is niet autobiografisch, “maar alles wat erin staat heb ik ofwel gezien, gelezen of meegemaakt”, zegt Hannes. Het verhaal gaat over een jongen die twijfelt aan zijn geloof. Hij hoopt op een teken van God om uit te maken of hij zijn hart zal volgen of zijn verstand, dat door zijn geloof niet met de tijd is meegegaan. Zelf was Hannes net als zijn hoofdpersonage 19 toen hij voor de keuze kwam te staan. Het was de leeftijd waarop hij de kerk de rug toekeerde, terwijl de rest van het gezin er nog volop in meedraaide. Zijn ouders, zijn broer en zijn zus zouden er pas later uitstappen.

Op het moment dat je weggaat uit de pinksterkerk, slaan ze de deuren dicht

“Sommigen worden door hun ouders verstoten. Mijn vader zei: Ik vind het niet tof dat je eruit stapt, maar mocht je moslim worden, dan zou ik bij je inwijding op de eerste rij zitten. Niet omdat je moslim wordt, maar omdat je mijn zoon bent. Hij ging niet akkoord met wat ik deed, maar hij respecteerde mijn keuze. De pinksterkerk doet dat niet. Het is een gemeenschap die heel erg over liefde en naastenliefde babbelt, maar het moment dat je weggaat slaan ze de deuren dicht. De naastenliefde is er voorbehouden voor de mensen die zich aan de juiste kant van de deur bevinden. Er zijn ongeveer 80.000 pinksterchristenen in Vlaanderen, er zijn 200 kerken en er is niemand die weet wat er gebeurt achter die gesloten deuren. Met mijn boek zet ik die deuren op een kier. In tijden van alsmaar groeiende polarisatie is het goed om te zeggen: durf kritisch te zijn, slik niet alles wat anderen je inlepelen.”