Eeuwfeest voor 102-jarige: Honderd jaar Beeuwsaertmolen wordt nu pas gevierd

We zien de meester-molenaars met v.l.n.r. Eddy Dejonckheere, Germain Depuydt en Antoon Verstraete. (foto RB) © Robert Barthier
Redactie KW

De Beeuwsaertmolen, in de volksmond ook gekend als de Bikschotemolen of de blauwe molen, viert op donderdag 18 mei zijn honderdste verjaardag. De eeuweling heeft een lange geschiedenis van vallen en opstaan.

Al in 1635 werd in Bikschote een staakmolen gebouwd die duizenden kilo’s tarwe en bloem maalde. Maar op 22 april 1915 werd de molen in de as gelegd door een Duitse gasaanval. Zes jaar later volgde de heropbouw met onderdelen van de Leenhoudermolen in Roesbrugge en de Blanckaertmolen in Leisele.

Verwoestende storm

“De molen staat er dus al 102 jaar, maar door corona kunnen we nu pas die honderdste verjaardag vieren”, vertelt meester-molen Eddy Dejonckheere (78). “De molen bleef in die honderd jaar trouwens niet gespaard van vernielingen. In 1967 vond er er nog een onderhoudsbeurt met restauratie plaats. En negen jaar later, in de nacht van 2 op 3 januari 1976, zorgde een zware storm voor de totale vernieling. De zeer zware molenwieken werden tientallen meters ver in het veld weggeslingerd. In februari 2005 gaf de gemeenteraad groen licht voor de heropbouw van een molenkopie. Twee jaar later begon de heropbouw en op 16 april 2010 werd de molenkast op de gesloten voet teruggezet. De eerste meester-molenaars waren Antoon Verstraete (71) en ikzelf.”

“De Beeuwsaertmolen staat in mijn hovetje hé”, lacht Eddy. “Al van kindsbeen af droomde ik ervan om ooit de rol van molenaar in te vullen. Later volgden Antoon Verstraete en ikzelf een molenaarscursus en na een paar honderd uren stage in Leisele en Oostvleteren kregen we in Knokke ons diploma. Ik deed het altijd met veel passie, maar in 2020 besloot ik de fakkel door te geven.”

Op vandaag fungeert Antoon Verstraete nog altijd als molenaar, samen met Germain Depuydt (73). “Als boerenzoon had ik altijd interesse voor de natuur en voor molens”, vertelt Antoon. “Per uur kan de molen een kleine 250 kilogram verwerken. Tot voor de coronacrisis noteerden we jaarlijks een duizendtal bezoekers. Nu groeit dat aantal weer stelselmatig. We proberen bij bezoeken telkens de molen malende te houden. Bij stormweer of harde wind draaien we niet, waardoor we nog nooit werden verrast door een opkomende storm.”

“Op mijn 73ste vind ik dit nog altijd een mooie hobby”, pikt Germain Depuydt in. “De liefde voor de molens begon op een schoolreis, toen we in Damme de Steenmolen bezochten. Tien jaar geleden volgde ik de cursus tot meester-molenaar. Ik deed mijn stage in Oost-Vlaanderen en in Bikschote, en ben hier gebleven.”

Iedere eerste zondag van de maand kun je van 13.30 tot 17 uur de molen van heel ver zien draaien. Tussen de klassieke draaistonden door kun je na afspraak ook groepsbezoeken plannen. Op donderdag 18 mei wordt de honderdste verjaardag van de Beeuwsaertmolen officieel gevierd met een receptie. De molen is de hele dag draaiend te bezoeken. (RB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier