“Een blijvend eerbetoon”: familie ging op zoek naar verhaal achter zwaar verminkt oorlogsslachtoffer Julien Beun

De familieleden van Julien Beun met Annick Vandenbilcke bij een zuil, waar het verhaal van Julien kan opgevraagd worden. © EF
Redactie KW

Sinds kort kunnen we in het In Flanders Fields Museum het oorlogsverhaal van Julien Beun beleven. Aan de oorsprong daarvan liggen zijn kleinkinderen Nancy Beun uit Ieper en Geert Beun uit Brielen en zijn achterkleinkind Chelsey Bril uit Poelkapelle.

“Alles begon eigenlijk toen mijn achternicht Chelsey bezig was met een stamboom van de familie”, doet Geert Beun het verhaal. “Zij contacteerde mij of ik meer wist van Julien Beun. Thuis werd er hierover niet gepraat en ik kon mij enkel herinneren dat ik enkele dagen voor Allerheiligen meeging met vader en moeder om het grafzerk te poetsen van mijn pépé, die ik nooit heb gekend. Pa vertelde wel eens een verhaal over zijn vader, maar alles bleef heel sober. Dus hadden wij veel vraagtekens. Als respect behielden we wel altijd de graven op het Ieperse kerkhof en het was voornamelijk Nancy die hiervoor het nodige deed. Maar gezien ik tewerkgesteld ben bij de Commonwealth War Graves Commission (CWGC) en dus dagelijks geconfronteerd word met het oorlogsgeweld kreeg ik wel interesse. Na een paar operaties zat ik thuis met heel wat vrije tijd, dus begon ik op vraag van Chelsey verder te zoeken.”

Eerste gasaanval

Met de hulp van de medewerkers van het In Flanders Fields Museum (IFFM) werd het hele verhaal samengegoten. In september 1914 werd Julien Beun als twintigjarige opgeroepen voor zijn dienstplicht. Omdat op dat ogenblik al de oorlog was begonnen, werd hij meteen naar het opleidingscentrum van de zesde divisie in Valognes in Frankrijk gestuurd. Op 24 januari 1915 was zijn opleiding voltooid en kwam hij naar het IJzerfront. Zijn eenheid, het derde Bataljon in het Regiment Grenadiers, werd in maart 1915 naar het kanaal Ieper-IJzer gestuurd, naast het Franse leger, in Steenstrate. Daar maakte hij op 22 april 1915 de eerste gasaanval mee.

“Julien is de eerste Ieperling die opgenomen is als soldaat met een gezichtsverminking”

Duitse troepen trokken over de brug van Steenstrate en rukten op tot Lizerne. Het regiment ging samen met de Fransen in de tegenaanval en na drie weken hevige gevechten was de linkeroever opnieuw in Franse en Belgische handen. Op 19 juni 1915 werd Julien zwaargewond. Tijdens een beschieting werd hij geraakt door granaatscherven in het gezicht en geëvacueerd naar het Rode Kruis-hospitaal L’Océan in De Panne.

Gezichtsreconstructie

Dokter Oswald Rubbrecht werd toen beschouwd als een van de pioniers op dit vlak en Julien werd een van zijn eerste patiënten. Rubbrecht, een professor tandheelkunde aan de Gentse universiteit, verrichtte in De Panne baanbrekend werk bij het herstellen van kaakbeenfracturen en gezichtsreconstructie. Dankzij die goede zorgen kon Julien in april 1916 het ziekenhuis verlaten. Na herstel werd Julien tewerkgesteld in de magazijnen van het leger in Le Havre. Bij een bezoekje aan zijn familie, die gevlucht was naar Poitiers, leerde hij zijn latere echtgenote Bertha Blanckaert kennen. Ze huwden in 1918, keerden in 1920 terug naar België en kregen zeven kinderen. Hij was na de oorlog werkzaam voor de stad Ieper als kasseilegger, en was bekend als een knappe duivenmelker. Hij overleed in 1948 op 54-jarige leeftijd. (lees verder onder de foto)

Julien Beun met zijn echtgenote.
Julien Beun met zijn echtgenote. © repro Eric Flamand repro EF

“Toen de familie Beun ons kwam opzoeken met de vraag of we interesse hadden in dit verhaal, reageerden we meteen positief”, aldus Annick Vandenbilcke, wetenschappelijk medewerker aan het IFFM. “We hebben heel wat info en foto’s van mensen die armen en/of benen moesten laten amputeren. Maar iemand uit eigen stad die een zware gezichtsverminking opliep, was ons onbekend. We hadden wel wat foto’s van Franse gueules cassées, letterlijk vertaald de kapotte smoelen, een term die in de oorlog ontstond voor soldaten die ernstig verminkt waren geraakt aan het gezicht. In het museum is Julien dus de eerste Ieperling die opgenomen is als soldaat met een gezichtsverminking. Voor heel wat families is de opname een soort blijvend eerbetoon aan één van hun voorvaders.” Julien kreeg voor zijn oorlogsverleden ook de medaille van de Leopoldsorde. (DT)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier