Drie bekende cafébazen over hun leven zonder klanten
Voor cafébazen is deze lockdown als een tocht door de woestijn. De meesten hebben wel reserves, maar komen zij daarmee toe? Met de verplichte sluiting in april en mei verliezen de uitbaters alvast twee topmaanden. Maar de heropening baart hen minstens evenveel zorgen. Drie verhalen van aan de toog.
Café De Zon in Dranouter: “Het eerste pintje wordt er een met een gouden randje” p>
Voor Sally Meysman van het volkscafé De Zon in Dranouter is het stevig aanpassen. Normaal ziet ze elke dag enkele vaste gezichten haar zaak bevolken, aangevuld met wielertoeristen en dagjesmensen. “Maar nu is er al twee maanden helemaal niks meer. En dat steekt. Ik geef eerlijk toe dat het doembeeld van een faillissement de kop begint op te steken. Ik run deze zaak nu al vier jaar, maar zolang er geen inkomsten zijn, wordt de situatie met de dag zorgwekkender. De overheidssteun is natuurlijk welkom, maar volstaat lang niet. Dit hele verhaal mag voor de horecawereld niet te lang meer aanslepen. Mijn huur loopt door, ik heb vaste kosten… Het enige voordeel is dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten.” p>
Door de gedwongen sluiting van De Zon is Dranouter ook zijn ontmoetingsplaats kwijt. “Bij ons komt het dorp samen. Er was hier elke dag veel leven, nu is de stilte oorverdovend. Daar kan ik maar niet aan wennen. Het is alsof ons geliefde Dranouter tot stilstand is gekomen.” p>
p>
Bij de start van de lockdown sloeg Sally aan het renoveren. “Ik heb zowel een deel van het café als mijn privéwoning herschilderd”, glimlacht ze. “Maar verder ben ik gewoon in mijn kot gebleven. Een andere tijdelijke job heb ik niet gezocht. De overheid vroeg ons om zoveel mogelijk thuis te blijven. Dat heb ik dan ook gedaan. Maar ik hoop echt dat we op 8 juni opnieuw uit de startblokken kunnen schieten, al vrees ik er wat voor. Ik hoor nu al geruchten dat restaurants eerst zouden opgestart worden en dat het pas daarna onze beurt zou zijn. Midden juni zouden we de vierde verjaardag van het café vieren, maar ook dat is nog afwachten. We organiseren niets vooraleer er duidelijkheid is. Het heeft geen zin om mensen warm te maken voor een feest dat er mogelijk niet komt.” p>
Deze zomer moet De Zon zich ook niet opmaken voor het jaarlijkse Festival Dranouter. “Dan komt normaal half Vlaanderen in De Zon een pintje drinken, nu zal je hier een speld kunnen horen vallen. Volgend jaar mogen ze van mijn part een festival van twee weken lang organiseren. Ach, ik maak me er niet langer nerveus in. We moeten doen wat ze ons vragen. Maar het eerste pintje dat ik straks weer zal kunnen tappen, wordt er eentje met een gouden randje.” p>
Café Vlissinghe in Brugge: “Tijdens de pest was er geen overheid om ons café te sluiten” p>
p>
Het wereldberoemde café Vlissinghe, op een boogscheut van de Jeruzalemkerk in Brugge, noemt zichzelf ‘probably the oldest pub in the world’. En daar zou wel eens veel waarheid in kunnen schuilen. Al sinds 1515 staat het pand als herberg geboekstaafd, maar de verplichte lockdown is in de 505-jarige geschiedenis hoogstwaarschijnlijk een primeur. “Ons café bestond al toen de pest door Europa rondwaarde, maar destijds was er nog geen overheid om een verplichte sluiting op te leggen”, glimlacht Bruno Chinitor (49). Samen met zijn echtgenote Griet Balduck (47) staat hij er al sinds 1998 achter de toog. p>
Angst om failliet te gaan, heeft het koppel niet. “Maar ik hoef er geen tekeningetje bij te maken dat de voorbije twee maanden met gesloten deuren voor een stevige financiële tegenslag zullen zorgen. April en mei zijn twee topmaanden, zelfs beter dan de zomervakantie. Veel verenigingen komen dan langs, de toeristen stromen Brugge binnen… Maar nu is het akelig stil. Normaal zit ons café en terras elke dag gezellig vol, nu is er niemand. Bizar.” p>
Bruno en Griet maakten van de nood een deugd en voerden renovatiewerken uit. “Wat herschilderen, een nieuw terras aanleggen… De eerste weken van de lockdown kwamen al bij al nog goed uit, maar nu begint het wel erg lang te duren. En de facturen blijven komen, hé.” p>
De overheidssteun is voor café Vlissinghe erg welkom, maar tegelijk ook niet zaligmakend, klinkt het. “Elke horecazaak krijgt dezelfde steunmaatregelen, maar dat is niet helemaal correct. Aan de hand van de witte kassa’s had de overheid perfect per etablissement een steunpakket op maat kunnen organiseren. Gelukkig hebben wij de voorbije 22 jaar een financiële buffer opgebouwd, maar die gaat ook niet eeuwig mee.” p>
Bruno en Griet stellen zich niet enkel de vraag wanneer ze weer pintjes kunnen tappen, maar ook hóe dat zal gebeuren. “Op buitenlandse toeristen hoeven we niet te rekenen”, zucht hij. “Ik hoop dat we halverwege juni opnieuw van start kunnen gaan, maar wacht de voorwaarden wel af. Moeten er schermen in plexiglas tussen de tafels komen? Mogen er minder mensen binnen? Het is koffiedik kijken. We hopen in elk geval op een erg straffe zomer en raden iedereen aan om toerist in eigen land te zijn.” p>
Lafayette Music Bar in Oostende: “De horecawereld zal nooit meer dezelfde zijn” p>
p>
Drie jaar staat Bart Boelens (52) nu aan het roer van de legendarische Bar Lafayette in de Langestraat in Oostende. Maar de man is al quasi zijn hele carrière in de horecasector actief. p>
“Wat we nu meemaken, is ongezien”, zucht hij. “Maar we zullen dit overleven. Makkelijk is het niet en hopelijk kunnen we ten laatste tegen de start van de zomervakantie opnieuw opstarten, anders wordt het lastig. Hoeveel het huidige verlies bedraagt, kan ik niet zeggen, maar het is substantieel. We zagen een paasvakantie met schitterend weer aan onze neus voorbij gaan, nu komen de verlengde weekends er aan… Dat maakt een groot deel van ons jaar, hé.” p>
Ook Bart kon op een hinderpremie rekenen, maar wil die ook relativeren. “Onze kosten lopen door. Je hebt geen andere keuze dan je kwartaalaangiften indienen en die doen pijn, ja. Wij huren ons pand van AB Inbev en moesten de huur voor april niet betalen. Maar verder blijft het van hun kant ook windstil. Ik wacht met een bang hartje het financiële kostenplaatje van deze coronacrisis af.” p>
Toch bleef Bart de voorbije weken niet bij de pakken zitten. “We hebben de hele façade herschilderd. Normaal is Lafayette zeven dagen op zeven open, nu hebben we van de nood een deugd gemaakt en alle mogelijke klusjes uitgevoerd. Maar we zijn rond en ons personeel wil er weer in vliegen. We missen onze klanten. En zij ons.” p>
Hoe die heropening georganiseerd moet worden, is ook voor Bart nog onduidelijk. “We wachten de voorwaarden af en zullen die tot in de kleinste details uitvoeren. Als onze toog met een plexischerm afgebakend moet worden, dan zullen we dat doen. Het zal de gezelligheid niet ten goede komen, maar we zullen luisteren. De hele horecawereld zal nooit meer dezelfde zijn, we zijn verplicht om ons nu opnieuw uit te vinden. Alleen zo zullen we deze crisis achter ons kunnen laten en blijven bestaan. Maar ook voor onze klanten wordt het anders. Iemand zomaar met een kus of een knuffel begroeten, dat zal er nog even niet meer inzitten. Het wordt vreemd. Maar liever overal anderhalve meter afstand moeten voorzien dan niet te kunnen openen. Dit gaat om onze broodwinning.” p>
Lees ook:
Exclusieve peiling: één op de vijf West-Vlaamse cafébazen vreest faillissement
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier