Drama van vissersopstand van 1887 overleeft al vijf generaties
Voor de tweede keer herdacht de Oostendse visserijgemeenschap op donderdag 24 augustus met een ingetogen plechtigheid aan het monument ‘Tot elke prijs’ op de Churchillkaai de vijf doden bij de vissersopstand van 1887. Visser Johannes Verhulst was één van de slachtoffers. Achterkleindochter Yvette Vanderwal wil dat het drama blijvend in de familie herinnerd wordt.
De feiten: de oorzaak van de vissersopstand die zich op 23 en 24 augustus1887 afspeelde op de kaai en in de dokken van Oostende, lag bij de slechte leef- en werkomstandigheden in de Vlaamse visserij. Directe aanleiding was de aanvoer van goedkopere vis door Engelse vaartuigen, waardoor de Oostendse vissers hun eigen vangsten niet meer kwijt konden op de markt. Het getreiter van visgroothandelaar Dossaer, die handel dreef met de Engelsen, wakkerde de volkswoede nog meer aan. Al snel ontstonden er schermutselingen in het Handelsdok (nu Mercatordok), waar de Engelse schepen aangemeerd lagen om hun vis te lossen. Er werd ook gevochten in de Cierk, de nabijgelegen vismijn. Toen de burgerwacht, gendarmerie en zelfs het leger door burgemeester Charles Janssens werden ingezet, vielen uiteindelijk vijf doden en acht zwaargewonden te betreuren bij de vissers en burgers.
Honger lijden
Op het volkse schilderij van Charles Wildt wijst Yvette Vanderwal (81) me aan waar haar overgrootvader aan moederskant Johannes Verhulst staat afgebeeld: getroffen door een kogelregen van de gendarmerie op de kade, valt hij dodelijk verwond achterover aan boord van een sloep in het Handelsdok, nu Mercatordok. Verhulst stond ook model voor een van de twee opgebaarde doden op het schilderij van James Ensor de gendarmes, waarmee de meester zijn afschuw voor het gruwelijk optreden van de Rijkswacht uitdrukt. Het drama heeft de generaties binnen de familie overleefd.
“Mijn dan 37-jarige overgrootvader had toen zijn vrouw en twee dochters in de steek gelaten voor een andere liefde. Dat betekende nog meer bittere armoede voor mijn grootmoeder en haar gezin. Ze leden veel honger. Het ging zover dat haar kinderen voor een cent de kruimels van de broden bij de bakker kochten en er eerst nog de ‘muizenstrontjes’ uit visten voor ze hun grootste honger konden stillen. Mijn overgrootmoeder vatte hun relatie zo samen: ‘Ik heb hem als eerste gehad en als laatste’, want het koppel is nooit gescheiden. En het noodlot heeft Yvettes familie niet gespaard: “Mijn grootvader Gustaaf Vanderwal bleef op zee met een vissersboot ter hoogte van Domburg in Zeeland en zijn zoon Pierre, ook visser, is met zijn schip overvaren door een steamer.”
Tot elke prijs
Hoewel Yvette niet trots is over haar overgrootvader die zijn gezin had verlaten, wil ze toch dat het drama ook voortleeft bij haar dochters Marianne en Cathérine, en ook bij kleindochter Cato. Cathérine zong bij de vorige herdenking bij het monument nog het visserslied Klein verdriet, groot verdriet. Ook deze keer was Yvette present op de plechtigheid en deed ook haar verhaal voor de micro van journalist Stefaan Kerger in de schaduw van het monument ‘Tot elke prijs’. Een titel die verwijst naar het bevel A tout prix en coute que coute, dat burgemeester Janssens zou overgemaakt hebben aan de politiecommissaris om het tumult de kop in te drukken. Dat werd nog eens geduid door Doris Klausing, die over de vissersopstand de gelijknamige roman schreef.
De sobere herdenking werd opgeluisterd met vissersliederen door het koor Ier en Gunter, en een bloemenhulde door leerlingen van de Ibis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier