De kleinste cinema van Gent vind je in… de garage van Lotar
Je houdt van film, maar het mag op culinair vlak wel wat meer zijn dan een pot popcorn, een zak chips of een doosje ijspralines? Dan moet je bij Lotar Desmet (33) zijn, die in zijn garage de kleinste cinema van Gent runt. Voor de vertoning schotelt Ciné Mangiare je een lekkere maaltijd voor.
Hij is afkomstig uit Torhout, maar groeide op in Roeselare. Na de Burgerschool trok de filmliefhebber naar het RITCS in Brussel (waar hij de opleiding regieassistent volgde) en naar de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent, waar de richting audiovisuele kunsten tegenviel wegens te kunstzinnig. Het masterjaar filmstudies en visuele cultuur in Antwerpen bleek wél helemaal zijn ding.
“Rijk word ik er niet van, maar dit is mijn baby”
Met deze bagage kon het niet anders of Lotar belandde in de filmwereld. “Nochtans heeft het nog even geduurd. Omdat werk vinden niet zo eenvoudig bleek, ging ik een jaar aan de slag in het schilderbedrijf van mijn broer. Als filmliefhebber ondervond ik toen dat het als werkmens heel moeilijk was om voorafgaand aan de voorstelling nog iets te gaan eten. Ik zat dus vaak met een lege maag in de cinema. De late voorstelling? Niet haalbaar omdat ik al om 5 uur op moest. Zo is het idee ontstaan om een filmzaaltje te starten waar je ter plaatse voor de voorstelling van een eenvoudige maar lekkere maaltijd kan genieten”, aldus Lotar.
Stoeltjes uit Roeselare
Na enkele pop-ups vond hij een geschikt pand in de Klapeksterstraat, waar hij een grote garage omtoverde tot een gezellige bioscoopzaal met 33 plaatsen. Het rode vast tapijt en de oude cinemastoeltjes (waarvan er vier ooit in de Roeselaarse Cityscoop stonden) dompelen je meteen onder in de juiste sfeer. Er zijn vijf voorstellingen per week en op zaterdag kan je het zaaltje afhuren en zelf een film kiezen.
“Dit gebeurt wel in overleg met mij”, nuanceert Lotar. “Ik had ooit een slechte ervaring met Nederlanders die voor Flodder hadden gekozen.” Voor de publieke voorstellingen kiest Lotar uit een breed spectrum aan genres met een voorkeur voor klassiekers en wat hij regisseurs-films noemt. “Het gaat vaak om films waarbij je de eigenheid van de regisseur voelt, zoals bij Robert Altman. Ik vind het sociaal aspect van cinema heel belangrijk. Casablanca uit 1942 programmeren en na afloop zien dat tieners en aanwezigen die hun grootouders zouden kunnen zijn samen in gesprek gaan, fantastisch vind ik dat!”
Tot 1 uur ‘s ochtends
Een filmzaaltje runnen, blijkt wel een heel intensieve bezigheid als je alles zelf doet. “Soms krijg ik de vraag waar ik me overdag mee bezig hou. Terwijl ik hier om 9.30 uur arriveer en vaak pas om 1 uur ’s nachts weer thuis ben. Ik doen dan ook alles zelf: de films kiezen, de zaal poetsen, de inleiding voorafgaand aan de film, de inkopen voor de maaltijden, het koken, de website, administratie… Het is hard werken en rijk word je er niet van. Maar ik doe het heel graag en wil niets uit handen geven. Dit zaaltje is mijn baby. Alleen tijdens het Filmfestival Gent sluit ik. Dan bekijk ik tot zeven films per dag.” (Wim Van de Velde)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier