De Katrol is 20 jaar bezig: “Steeds meer gezinnen hebben langdurige ondersteuning nodig”
De Katrol viert het 20-jarig bestaan. De studie- en gezinsondersteuning breidde uit naar heel Vlaanderen met 35 lokale initiatieven. In Oostende, waar ze startten, blijft de nood hoog.
De Katrol ontstond op de verzetsdag tegen armoede toen ouders duidelijk maakten dat ze voor hun kinderen een betere toekomst wilden. Ondersteuning van het gezin moest leiden tot meer kansen, betere resultaten, structuur en uiteindelijk een diploma voor de kinderen die opgroeiden in kansarme gezinnen. Stichters Mieke Verhulst en Jean-Pierre Markey werkten het concept uit. Beiden zijn niet meer actief, maar zetelen nog steeds in de beheerraad.
“We bieden nog steeds studie- en gezinsondersteuning aan wie in een kwetsbare situatie zit. We doen dat niet over hun hoofden heen, maar samen met de families”, zeggen coördinator Katrien Sabbe en teamverantwoordelijke Emily Dumarey. Concreet gebeurt dat door toekomstige hulpverleners of leerkrachten die bij gezinnen aan huis gaan en hen begeleiden.
Studenten
Per schooljaar zijn er een 80-tal studenten van het hoger onderwijs uit het maatschappelijk werk, orthopedagogie, logopedie of lerarenopleidingen. “Zij moeten aan de slag met wat zich aandient, zoals een gebrek aan motivatie bij de kinderen of ouders die nog niet helemaal mee zijn met hoe de school werkt. De studenten worden ingezet om de talenten van de kinderen te ontdekken, om het leren weer leuk te maken of met hen op zoek te gaan naar een zinvolle vrijetijdsbesteding. Het gaat niet om bijlessen voor de leerstof. Het merendeel van onze studenten volgt trouwens niet de opleiding tot leerkracht”, schetst Katrien. “Een mooie erkenning is dat zich bij ons nu studenten melden uit gezinnen die destijds door De Katrol werden geholpen”, zegt Emily. Een voltijdse stagestudent ondersteunt 5 gezinnen. De ankerfiguren coachen de studenten.
Gezinnen
Bij de Katrol begeleiden de studenten 136 gezinnen; de 4 ankerfiguren samen nog eens 102 families. De helft van de gezinnen wordt via de school aangemeld. Ook sociale partners zorgen voor een toeleiding en een kwart van alle ouders zet zelf de stap naar de Katrol. “De voorwaarde is dat ze hulpverlening aanvaarden. We vallen nergens ongewenst binnen. Ons project betrekt volop de ouders. Door hen te leren hoe ze hun kind wel kunnen helpen. Een traject duurt minstens 8 weken waarbij we twee keer per week aan huis gaan. Bij sommige gezinnen is er dan al resultaat, maar met veel anderen moeten we verder werken. Soms jaren. De studenten moeten vooral bezig zijn met de kinderen, maar de ouders kunnen voor heel wat zaken ook op hen een beroep doen zoals het versterken van de Nederlandse taal, hen vergezellen naar diensten, doktersbezoek of administratie.”
Katrien Sabbe waarschuwt: “De problematieken nemen alsmaar toe. Jaren geleden maakten we ons zorgen over pakweg 20 procent van de gezinnen die we begeleidden. Nu is dat 80 procent. De problemen situeren zich op het vlak van de ontwikkeling bij de kinderen, de gezinssamenstelling, origine, huisvesting, financiële of relationele situatie. We zitten aan ons limiet, want er zijn wachtlijsten voor gezinnen en studenten. Daarom moet de volgende Vlaamse regering slimme keuzes maken.”
Uitbreiding
De aanpak in Oostende kreeg navolging in 35 projecten (in meer dan 50 gemeenten) in Vlaanderen. “Sinds 2014 zijn we erkend als expertisecentrum. Recent werd onze aanpak gepubliceerd in de databank van het Agentschap Opgroeien”, luidt het. De Katrol hangt af van (jaarlijkse) subsidies van Vlaanderen en projectfinanciering. “Dat zouden we toch graag verankerd zien in een langere periode”, zegt Katrien. De giften (van serviceclubs, bedrijven of organisaties) die ze krijgen gaat naar (school)materiaal, speelpleinwerking, kledij, kampen, computers en andere kosten voor de gezinnen. “We hopen dat een volgende regering ons structureel erkent. Idealiter komt er een decreet voor langdurige erkenning.”
Feest
20 jaar De Katrol wordt gevierd met een gespreksmiddag op dinsdag 21 mei op Duin en Zee met professor Ides Nicaise en een spreker van het Agentschap Opgroeien. Vlaams minister voor Welzijn Hilde Crevits bezoekt hen op 30 mei.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier