Coronaproof editie van de Grote Schelpenteldag: onze journaliste ging mee schelpen tellen
Vandaag vond langs de hele kustlijn de Grote Schelpenteldag plaats. Het scoren en herkennen van lege schelpen is niet alleen leuk en interessant. Dit burgerwetenschapsinitiatief leert onderzoekers ook heel wat over het voorkomen van schelpen. Journaliste Gillian Lowyck ging met haar gezinnetje schelpen tellen.
De voorbije drie edities van de Grote Schelpenteldag verzamelden en identificeerden honderden deelnemers op onze stranden meer dan 100.000 schelpen van bijna 60 soorten. Dankzij deze tellingen weten we onder andere dat dit de top tien schelpen van onze kust is: op één staat de Halfgeknotte strandschelp: 24%, daarna de Kokkel: 24%, Nonnetje: 15%, Mossel: 9%, Amerikaanse zwaardschede: 6%, Zaagje: 5%, Amerikaanse boormossel: 4%, Grote strandschelp: 2%, Stevige strandschelp: 2%, en Tapijtschelp: 1%.
Geen vaste posten
Dit jaar waren er geen vaste telposten in de kustgemeenten. “Telposten konden moeilijk coronaproof”, vertelt Jan Seys van het Vlaams Instituut van de Zee (VLIZ). “Bij slecht weer – en dat kun je weken vooraf niet inschatten – is een telpost buiten geen optie, en binnen kon niet coronaproof. Daarom hebben we maar onmiddellijk beslist om zonder vaste telposten te werken. Nieuw en daaraan gekoppeld is de ScHELPdesk: een online tool waar mensen die moeilijker schelpen niet herkennen terecht kunnen voor ‘online hulp’. Experten helpen je daar in een ZOOM-omgeving met advies.”
Nog nieuw is dat deze week ook in 20 lagere scholen aan de kust – alles samen meer dan 500 leerlingen – een schelpentelling is doorgegaan, gecoördineerd door een van de partners van de Grote Schelpenteldag, de Provincie West-Vlaanderen. “We schatten dat dit tussen de 10.000 en de 15.000 getelde en gedetermineerde schelpen zal opleveren”, zegt Jan Seys.
Koude weer trotseren
Wij besloten om deze morgen het koude weer te trotseren een aan de vloedlijn schelpjes te verzamelen. Dat doe je volgens een vaste methode: plaats in de vloedlijn op een willekeurige plek een stokje of langwerpige schelp als oriëntatiepunt. Teken vanuit dit middelpunt een uitwaaierende spiraal in het zand. Daarna verzamel je de eerste 100 schelpen die je tegenkomt, vertrekkende vanuit het middelpunt en spiraalsgewijs naar buiten toe
Belangrijk is dat je niet enkel de allermooiste schelpjes uitkiest, maar alle – niet kapotte schelpen. Ook slakken of mossels, dus. Eerlijk: het is niet altijd even makkelijk om de spiraal te volgen. Het is verleidelijk om de mooie exemplaren die wat verder weg liggen op te rapen… Maar al bij al gaat het vlot om de schelpen te verzamelen, ook met een ijskoude wind.
Dubbele schelpjes
Dit jaar zoomt de Grote Schelpenteldag op dubbele schelpjes. “Bij de meeste schelpdieren houdt een ligament, een sterk en soepel bandje, de twee schelphelften bij leven aan elkaar. Wanneer het dier sterft en het vlees vergaat, blijven de schelphelften nog een tijdje bijeen. Bij sommige soorten, zoals het Nonnetje (daarom in de volksmond ‘Portemonneetje’ genoemd), is dit een vrij lange periode. Pas na verloop van tijd begeeft het ligament en vallen de helften uiteen. Dubbele schelpjes op het strand zijn dus steeds afkomstig van recent gestorven dieren, in tegenstelling tot veel van de losse helften die van recente datum maar ook duizenden jaren oud kunnen zijn.”
500 mensen meldden zich aan via de website, maar hoeveel deelnemers er uiteindelijk waren is nog niet bekend. En zal er dit jaar een nieuwe nummer één zijn? Volgens onze staal alvast niet. Wij verzamelden 48 exemplaren van de halfgeknotte strandschelp.
(GLO/foto’s Peter Maenhoudt)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier