Chris stopt straks met De Striep: een stripfanaat zo eigenzinnig als zijn aanbod

Hoewel zijn vrouw Maryline Hoet de boel runt, vind je Chris vaak terug achter de toonbank met zijn onmiskenbare groene jas, handschoenen en een zonnebril in zijn grijze haren. © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Ze worden steeds zeldzamer: de zaken waar de uitbater elk product door en door kent, waar service belangrijker is dan kortingen en waar het erfgoed niet alleen schuilt in de gevel en het interieur, maar ook in de mensen zelf. Omdat hun winkel uitbaten een erezaak is geworden. Voor kinderen én volwassenen openen strips al decennia een wereld van mogelijkheden, avontuur en verhalen. In De Striep in Oostende huizen er duizenden, met dank aan de eigenzinnige plantrekker Chris Cottrell (69). Voorbestemd om militair te worden, maar uiteindelijk een held geworden in zijn eigen verhaal. Straks laat hij zijn stripwinkel over aan een klant van het eerste uur, en is er weer meer tijd voor zijn vrouw en compagnon de route Maryline.

Meer West-Vlaamse erezaken vind je hier

“Een Gentenaar? Moi?” Chris Cottrell speelt de vermoorde onschuld en grijnst zijn tanden bloot. “Ik spreek twee talen: plat Gents en slecht Frans. West-Vlaams? Nee, maar ik versta alle dialecten. Als kind zat ik twee maanden aan de zee met mijn groottantes, waar we alles hoorden.”

Oostende is al sinds jaar en dag zijn thuisstad, maar hij blijft voor velen nog steeds een aangespoelden. Dat doet geen afbreuk aan hoe hij geliefd én onlosmakelijk verbonden is aan stripwinkel De Striep. Hoewel zijn vrouw Maryline Hoet – met roots in Torhout – de boel runt, vind je hem vaak terug achter de toonbank met zijn onmiskenbare groene jas, handschoenen en een zonnebril in zijn grijze haren. Ook nu, terwijl het buiten pijpenstelen regent. Maar dat vindt hij niet erg. “Veertien dagen regen is altijd veel beter dan wisselvallig weer”, weet Chris. “Hetzelfde met schoon weer. Na twee dagen zijn ze ofwel de regen ofwel de zon beu, en dan komen ze makkelijker binnen.”

Plantrekker

Al speelt het indrukwekkende aanbod natuurlijk ook een rol. En net als Chris ook best eigenzinnig. Wie een strip van Camille zoekt, moet op het onderste schap kijken. Vertongen & Co? Ergens één exemplaar in het schof. Chris heeft de klassiekers in huis – al moet je hem naar eigen zeggen met een tweeloop dwingen om Kiekeboe te lezen. Het liefst verliest hij zich in avontuurlijke actieverhalen, zoals hij dat al deed als kind van vijf met De Rode Ridder, Kuifje en Suske & Wiske.

Veel avontuur viel er thuis niet te rapen. Zijn ouders werkten allebei bij het leger. Zijn moeder vertrok elke morgen voor dag en dauw. “Ik was ook voorbestemd voor een militaire carrière, maar dat was niets voor mij. Integendeel.” Chris was zelf een tijdje gestationeerd in Duitsland, maar keerde snel terug nadat hij veel last had van hoofdpijn na een motorongeval. Nee, dan was horeca eerder iets voor hem. Zijn ouders hadden op latere leeftijd ook een horecazaak op de Korenmarkt, maar ze hadden er weinig kaas van gegeten. Bovendien was zijn vader meer geïnteresseerd om voor de toog te staan dan erachter.

Na een kortstondig avontuur in de horeca en een tussenstop als schrijnwerker botste Chris op een stripwinkel in Oostende.
Na een kortstondig avontuur in de horeca en een tussenstop als schrijnwerker botste Chris op een stripwinkel in Oostende. © Christophe De Muynck

Chris is een spraakwaterval, zeker als het over strips gaat. Al wordt hij stil als het over vroeger gaat. “Ze zeggen altijd dat je je plan leert trekken in het leger. Wel, ik was een plantrekker voor ik naar het leger ging. Op een gegeven moment zeiden ze: je vader is niet je echte vader. Donder en bliksem op klaarlichte dag.” Hij zwijgt weer en schraapt daarna zijn keel. “Maar goed, c’est la vie.”

Strips dan maar. Na een kortstondig avontuur in de horeca en een tussenstop als schrijnwerker in een keukenbedrijf botste hij op een stripwinkel in Oostende die ermee ophield. We zijn eind 1993 en niets kan de droom van Chris nog tegenhouden. De meewarige blikken van zijn ouders niet, en al evenmin een wolkbreuk die de kelder met strips – gelukkig op een verhoog – blank zet. “De klanten trokken gewoon mijn botten aan, en gingen zo kijken. Toen zaten we nog vier huizen verder. Maar het marcheerde vanaf de eerste dag.” Iedereen komt hier over de vloer: Oostendenaren, toeristen en een tijd terug plots uit het niets een oudere halfbroer. Ook al een militair.

De ouders hadden het liefst gezien dat Chris een militaire carrière zou overwegen.
De ouders hadden het liefst gezien dat Chris een militaire carrière zou overwegen. © Christophe De Muynck

Liefde voor Egypte

“Ik durf niet zeggen dat ik een stripkenner ben. Ik ken gewoon iets van strips.” Dat geldt evenzeer voor zijn vrouw, die hij op een gegeven moment aanspoorde om in de winkel te staan. Sindsdien runnen ze samen de winkel, maar straks stoppen ze ermee. Na 54 jaar dienst is het goed geweest, zegt hij. Ook voor zijn vrouw. Over zijn zoon maakt hij zich alvast geen zorgen. Nicholas rijdt Europa rond als chauffeur voor verschillende internationale bands. Dat avontuurlijke blijkt erfelijk te zijn.

Maar het leven als stripwinkeluitbater is er niet makkelijker op geworden. Vroeger gingen ze nog met de auto naar Engeland voor strips, maar de ferry werd alleen maar duurder, het aanbod beperkter en het magazijn verhuisde verder het binnenland in. Regelmatig vloekt hij op de leveringen én de uitgeverijen. Hij is al langer een luis in de pels bij die laatste. Chris schrikt er niet voor terug om de vinger op de zere wonde te leggen, wat niet altijd in dank wordt afgenomen. “Plots stoppen met een reeks, of niet weten over welke strip ik het heb in hun catalogus… Dat is spuwen in het gezicht van de lezer en de verzamelaar.”

Ook Chris is een collector. Al is hij ook daarin koppig. “Van mijn lievelingsreeks ontbreken twee strips. Niet omdat ik ze niet vind, maar omdat ze een andere tekenaar hebben en ik het scenario verschrikkelijk slecht vind. Ik spaar enkel dingen die ik goed vind.” Hij vindt het naar eigen zeggen fijn om ‘s avonds voor het slapen nog een strip uit zijn eigen collectie te plukken. Al is hij ook verzot op beeldjes. In de winkel staan er enkele knappe uitgestald. Hij wijst naar Ashanti, een wulpse Egyptische danseres, uit de gelijknamige reeks.

Chris stopt er straks mee, maar de winkel blijft bestaan.
Chris stopt er straks mee, maar de winkel blijft bestaan. © Christophe De Muynck

“Een strip steek je na het lezen weer in de kast, maar die beeldjes… Ze lachen naar mij als ik ‘s morgens opsta.” Egypte heeft een speciale plek in zijn hart. “Als hij een voet verzet, valt er zand uit zijn zakken”, grinnikt een klant. Chris is er al vaak geweest, telkens met Luxor als uitvalsbasis. Straks overwinteren ze er. “De cultuur is er fantastisch en alles kost er twee keer niets. Als we daar zijn in de winter, zal dat ons leven een stuk verlengen. De winters duren hier te lang.”

In mei staat een nieuwe uitbater achter de toonbank. “Een jonge mens van 55 jaar. Een grote liefhebber en klant van het eerste uur. In het begin zullen we hem wat ondersteunen, maar daarna is het tijd voor iets anders. Wat dan? De wekker buiten gooien. Dat is het eerste wat we doen.” Maar de strips, die blijven op het nachtkastje…