Camiel (95) blikt terug op Bevrijding na WO II: “Knagende honger vergeet ik nooit”

Camiel is nu 95 jaar, maar de gebeurtenissen van 80 jaar geleden roepen hevige herinneringen op. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Ook bij ons werd begin september op heel wat plaatsen 80 jaar bevrijding herdacht. Voor onze trouwe lezer Camiel Huughe uit Blankenberge riep dat levendige herinneringen op: de kranige negentiger was elf toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. “Goed dat de jeugd vandaag in weelde leeft, maar laat ons degenen nooit vergeten die daar hun leven voor gaven.”

De aankomst van de eerste Wehrmachtsoldaten in Zeebrugge na de achttiendaagse veldtocht, het leven in Zeebrugge-dorp gedurende de bezetting en de bevrijdingservaring in Knokke: Camiel Huughe (95) maakte het als klein ventje van dichtbij mee. “Ik ben van 1929 en was dus elf jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Mijn moeder, geboren in 1907, had ook de Grote Oorlog meegemaakt en herinnerde zich het geluid van de neersuizende bommen maar al te goed. Opstaan jongen, ’t is oorlog: met die woorden haalde ze me die morgen van de tiende mei uit mijn bed”, zo vertelt hij. Camiel herinnert zich verder ook dat iedereen in Zeebrugge-dorp op straat kwam. “De meesten hadden immers nog geen radio. We moesten het dus hebben van de ‘dorpstamtam’. Tegen de avond reden de eerste Franse soldaten te paard door de Heiststraat, rond de twintigste mei vielen de eerste bommen op Zeebrugge-dorp”, klinkt het. Camiel, enig kind, zocht toen samen met zijn moeder een veilig onderkomen in ’t Paddenhol, een arbeidershuisje achter de hofstee van Clais. “Mijn vader, die in Zeebrugge in de munitiefabriek werkte, was gemobiliseerd.”

Brood schooien

Veel herinneringen zijn vervaagd, maar de knagende honger tijdens de vier jaar durende bezetting herinnert Camiel zich als de dag van gisteren. “In de Heiststraat was een veldkeuken waar we weleens brood gingen schooien bij de soldaten, en na schooltijd bedelden we bij de boer om rapen. Het oorlogsleven wende op den duur wel. Zo herinner ik mij dat we op het strand achter de geallieerden aan liepen toen die met een stootkar de aangespoelde lichamen uit U-boten gingen ophalen. Ondertussen had mijn moeder mij ook geleerd om mij in het donker aan te kleden, want we moesten vaak in het holst van de nacht uit ons bed voor het luchtalarm. Gek genoeg is die gewoonte er altijd blijven inzitten: nu nog leg ik mijn kleren zo klaar dat ik ze blind zou kunnen aantrekken.” In de schuilkelder had hij steevast zijn rolschaatsen bij. “Ik had die kort voor de oorlog gekregen en was er nogal op gesteld”, glimlacht Camiel.

Camiel in zijn legertijd.
Camiel in zijn legertijd. © gf

’s Zondags, na de hoogmis, mocht hij al eens mee een pint gaan drinken op café. “Daar zaten dan dikwijls ook Duitse soldaten, en die waren in mijn ogen heel gedisciplineerd. Zo legden ze bij het binnenkomen hun lederen riem af om de stoel waarop ze zaten niet te schaden. Ze werden er door iedereen buitengekeken, maar niemand durfde iets tegen ze te zeggen”, aldus Camiel. Zijn ouderlijke woonst bleef bij de bombardementen gespaard. “Maar het huis van mijn oom, in de Heiststraat, is wel in de bommen gebleven. Meer dan 200 huizen aan de noordkant van de Heiststraat werden trouwens om militair-strategische redenen gewoon afgebroken door de bezetter. Dat was om eventuele vijandelijke bewegingen makkelijker te kunnen detecteren.”

Euforie

Toen het in Zeebrugge te heet werd, trok Camiel in bij familie in Knokke. “Daar heb ik op 1 november ’44 de bevrijding meegemaakt, en die van Heist op 2 november. Zeebrugge werd op 3 november als laatste gemeentegebied bevrijd. Ik was erbij toen het bevrijdingsmonumentje aan de Visartsluis werd ingewijd. De eerste bevrijde gemeente van België was trouwens La Glanerie, een grensdorp in Belgisch Picardië, op 3 september. Een verdwaalde geallieerde verkenner stak er per motorfiets de grens over via wat nu Le pont de la Libération of ‘de brug der bevrijding’ heet. De bevrijding van België duurde dus exact twee maanden.”

“Laat ons nooit degenen vergeten die hun leven gaven voor onze weelde”

In Knokke kwamen omstreeks tien uur in de voormiddag de eerste Canadese militairen binnen via de Leopoldlaan. Camiel herinnert zich nog levendig de euforie die toen heerste. “De geallieerden werden hier onthaald als helden, en ze deelden chocolade en sigaretten uit. Zo rookte ik op mijn vijftiende mijn eerste sigaretten die ik van de soldaten had gekregen”, aldus Camiel, die een aantal jaar later zelf zijn legerdienst vervulde in Köln. Die stad lag toen nog vooral in puin. “De oorlog in Oekraïne roept nu ook heel wat bij me op. Oorlog is politiek, maar dan met andere middelen: die Russische soldaten zijn Poetins marionetten. Goed dat de jeugd vandaag in weelde leeft, maar laat ons degenen nooit vergeten die daar hun leven voor gaven.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier