Bruno Decock had tot voor kort nog nooit geschilderd: “Ik wou kunstwerken maken voor de kost”

Bruno Decock was jaren lichtman bij Wouter Deprez, Het Zesde Metaal, Roosbeef en Idiots. Toen de coronacrisis hem noopte om een ander inkomen te vinden, besloot hij kunstenaar te worden. (foto Kurt De Schuytener) © Kurt De Schuytener
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Een mens zou gaan geloven dat het leven simpel is als je het verhaal van Bruno Decock hoort. Als je de ene weg niet kunt bewandelen, neem dan de andere. Of als de ene deur dichtslaat, opent er wel een andere. “Dan word ik kunstenaar”, zei hij toen de job waarin hij jaren actief was door de coronacrisis in het gedrang kwam. Hoewel hij nog nooit een potlood of verfborstel had vastgehad, schoot hij in actie.

Bruno Decock neemt ons mee naar de exporuimte van de nieuwe Barcyclette, die zaterdag 12 februari de deuren opent aan de Grote Kring 12. Wetende dat hij jaren de belichting voor zijn rekening nam van de shows en concerten van Wouter Deprez, Het Zesde Metaal, Roosbeef, Idiots en andere, willen we wel eens horen wat zijn geloofsbrieven zijn. Of liever zijn diploma’s. “Niets”, zegt hij eerst licht grinnikend. “Nee, ik heb elektriciteit gestudeerd in het middelbaar. En toen als vrijwilliger wat meegeholpen bij de concerten in De Kreun. Via die weg ben ik in het cultuurcentrum in Wevelgem beginnen werken. En zo heb ik vervolgens een opleiding theatertechnieken gevolgd, en ja… eigenlijk ben ik overal een beetje ingerold.”

Gelukkig mislukt

Sinds november woont hij in Kortrijk. Ook deze stad is hij in gerold. En toen door de coronacrisis zijn job niet langer een zekerheid was, probeerde hij maar iets anders uit. “Op een gegeven moment ben ik elke dag een tekening gaan maken.”

Eigenlijk lukken de meeste dingen net doordat ze mislukken

Zo is die expo er gekomen. Een samenraapsel uit de productie van iemand die 20, 25 jaar bezig is, lijkt het. Tekeningen, schilderijen en collages waar je niet op uitgekeken geraakt. Maar neen. “Ik had dat voordien nog nooit gedaan of geprobeerd”, zegt Bruno. “Door dagelijks te schetsen, te oefenen, ben ik op de duur een beetje een eigen stijl gaan ontwikkelen. Het plan was om iedere dag één werk te maken dat oké was. Meestal maakte ik er drie. Het procedé is eigenlijk altijd hetzelfde: waterverf, Tippex… Ja, Tippex. Al het wit in mijn werken is Tippex. En houtskool. Altijd op papier van de Action. Met verf van de Action. Zo goedkoop mogelijk. Je probeert wat en sommige dingen lukken, andere mislukken. Eigenlijk lukken de meeste dingen juist doordat ze mislukken.”

Bruno neemt ons mee naar een portret van een man waarop het ene oog half uitgewist is. “Kijk, dat was eigenlijk een poging om dat oog goed te tekenen, maar dat ging niet. En dat bleek net goed te zijn. Het komt er een beetje op neer om de juiste balans te vinden tussen gelukt en mislukt.”

Panamarenko

Bruno Decock had dan wel nog nooit zelf kunst geproduceerd, hij was wel kunstliefhebber. Hij keek al eerder naar kunst. “Ja, Luc Tuymans vind ik goed en Fred Bervoets. Panamarenko is heel tof, vooral omdat hij ook zomaar wat deed. Door zijn losse aanpak. Als je kijkt, zie je wel wat je boeit. Zoals Spilliaert en zo, dat is de max hé. Waarmee ik niet pretendeer dat ik zulke werken maak. Soms is het beter, naarmate er minder op staat.”

En hij wijst naar een groot wit vlak, waarop het silhouet van een figuur. “Dat is niets hé. Vijftien seconden werk.” Als het verhaal erachter maar goed is, redeneert men dan vaak in kunstkringen. Maar daar moet Bruno nog aan werken. Of niet. “Nee, een verhaal heb ik niet. Er is zelfs maar één werk dat een titel heeft.” En hij toont een collage van twee heren in witte schort, die kijken naar een miniatuurversie van een boot die op het water passeert. Het lijken professoren, chemici of laboranten. ‘Havenmeester en minnaar’ heet het werk. “Ze leken me nogal gay”, gniffelt Bruno. “Vandaar de titel…” De koppen en de boot zijn erop geplakt. “Als je iets niet kunt tekenen moet je het elders uitknippen”, zegt hij droogweg.

Kansen

Naast de tekeningen en schilderijen tegen de muur staan er ook lampen opgesteld. Constructies van koperen buizen waar een lamp aan vasthangt. Daar zit wel een verhaal achter. “Doordat de coronasituatie me noopte om hele dagen thuis te zitten, begon ik te denken om iets anders te gaan doen, niet meer te toeren en zo. Ik had in het verleden ooit lesgegeven in het deeltijds beroepsonderwijs in Oostende en wilde eigenlijk weer met die jongeren gaan werken, maar niet per se in het onderwijskader. Zo heb ik gesolliciteerd bij vzw Profo uit Oostende. Daar kon ik 19 uur per week aan de slag. En toen viel er iemand uit bij Jongerenatelier, een vzw uit Kortrijk die in Oostende ook groepsvorming organiseert.

Schrijf geen mensen af. Wie op zijn 17 bepaalde vaardigheden mist, beheerst die misschien wel op zijn 22.

Wie op zijn 17 bepaalde vaardigheden mist, beheerst die misschien wel op zijn 22. Of op zijn 30. Blijf proberen, schrijf geen mensen af. We spelen met het idee om met die jongeren dingen te gaan maken die we ook kunnen verkopen.” En hij wijst naar die lichtconstructies. Hij verlicht er de exporuimte mee, boven in Barcyclette. Het zijn mooie objecten die een speciale toets kunnen geven aan tal van interieurs. Ze zijn te koop, tegen schappelijke prijzen, net als de werken van Bruno, die je kan kopen voor prijzen schommelend tussen 100 en 250 euro.

Brol

“Alles is te koop. Daarom ben ik het ook gaan doen. Toen ik in het begin van de coronacrisis mijn zelfstandigenstatuut opzegde, had ik absoluut geen benul van wat ik ging doen. Toen ik begon te tekenen was dat dan ook meteen met de ambitie om dat goed te doen en er eventueel iets aan te verdienen.”

“Als je in Brussel langs de vele galerietjes passeert, zie je daar vooral brol hangen. Geen kat die de kunstenaars in kwestie kent, dus als investering moet je zo’n werk niet kopen. En toch vraagt men 600, 700 euro. Als je dan elke dag één werk maakt, ja, dan kan je daar eventueel wel een inkomen uithalen. Dat was eigenlijk het plan. Ik wil in ieder geval op verschillende plekken exposeren. Dan zien we wel wat ervan komt. Het is tof dat ik hier kan beginnen. Het werk kan hier ook een hele poos blijven hangen. Ook wel leuk.”

Alle mensen zijn gelijk, maar tegelijk zijn we ook allemaal verschillend, anders. ‘Anders’ zoomt in op mensen die bewust of onbewust afwijken van de norm. Noem ze ‘buiten gewoon’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier