Brugse stadsschrijver Marieke De Maré: “Ik wil de lezers doen nadenken”

Marieke De Maré heeft haar tweede roman uit: “Ik ga naar de schapen.” © Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

In haar tweede roman ‘Ik ga naar de schapen’ beschrijft Marieke De Maré een dorpje doodgewone mensen, bij wie het schijnbaar goed gaat. “Schijn bedriegt, elk van mijn personages draagt littekens uit zijn jeugdjaren”, vertelt de Brugse stadsschrijver.

Sinds een viertal jaren mag Marieke De Maré (38) zich beroepshalve ‘schrijver’ noemen. Ze is afkomstig uit Koolskamp, studeerde een master woordkunst aan het Antwerps conservatorium en woont al zeventien jaar in Brugge.

Halftijds geeft de echtgenote van Jeroen Vanacker, artistiek directeur van het Concertgebouw, lessen creatief schrijven aan volwassenen aan de kunstacademie van Torhout. Halftijds is zij zelfstandig auteur en allround woordkunstenaar.

Bult

“Mijn eerste roman Bult is inmiddels bij Uitgeverij Vrijdag aan zijn zesde druk toe. Dat boek verscheen op 12 maart 2020, net toen ons land in volle pandemie in lockdown ging. Volgens mijn uitgever zijn de Vlamingen in de coronaperiode massaal beginnen lezen, waardoor ook mijn debuut als schrijfster succesvol was en mijn carrière een boost kreeg.”

“Ik mag vele lezingen geven en krijg schrijfopdrachten. Het resulteerde zelfs in het feit dat ik samen met Lara Taveirne tot stadsschrijver voor Brugge aangesteld ben. We sprokkelen Brugse verhalen die in 2025 moeten uitmonden in een publicatie”, vertelt Marieke De Maré.

Licht absurd

Haar eerste boek Bult ging over drie personages die op een afgelegen plek wonen en in stilte een hoop dingen moeten verwerken en dat alleen maar kunnen doen door samen oplossingen te bedenken. Haar nieuwe boek Ik ga naar de schapen borduurt enigszins voort op dat universele thema, in dezelfde abstracte, lichtjes absurde en poëtische stijl.

Ik ga naar de schapen situeert zich in een niet nader genoemd dorp, waar slechts enkele mensen wonen. Er zijn een paar huizen, een kerk, een uitvaartcentrum en een klein museum dat de geschiedenis van koffiemachines en kookpotten belicht. Een plaats waar niemand naartoe wil. Net als in Bult dragen de personages kwetsuren mee: littekens uit hun jeugdjaren, die ze opliepen tijdens hun relatie met hun ouders.”

Tussen de lijnen

“Een van hen heeft zijn ouders verloren en praat liever met dieren dan met mensen. Hij gaat elke dag naar de schapen kijken. Mijn personages zijn doodgewone mensen die een ogenschijnlijk goed leven leiden. Maar ze dragen iets mee uit hun jeugdjaren, waarmee ze moeten kunnen leven. Het boek is een zoektocht naar de zin om graag te leven. Want hoe doet je dat? Het is een verhaal over vaders, moeders en kinderen. En hoe ze zich tot elkaar verhouden.”

“Er wordt veel gezwegen, tussen de lijnen ontdek je wat hun problemen zijn. Ik hoop dat ik met dat verhaal de lezer een zetje kan geven om eventjes over zijn eigen bestaan en leven na te denken”, aldus Marieke De Maré. (SVK)

‘Ik ga naar de schapen’ van Marieke De Maré telt 154 pagina’s, is uit bij Vrijdag en kost 21,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier