Brugse protocolchef Marc Mosar met pensioen: “Protocol mis je pas, als het er niet meer is”

Marc Mosar, protcolchef van de stad Brugge, gaat op donderdag 30 juni met pensioen. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Protocol kan je vergelijken met de verkeersregels, maar dan voor intermenselijk verkeer. Het belang ervan wordt onderschat. Je mist het pas als het er niet is. Dan loert chaos om de hoek”, zegt Marc Mosar, protocolchef van de stad Brugge. Hij is sinds donderdag 30 juni met pensioen en wordt opgevolgd door Grégory Maes.

“Vaak heb ik het cliché gehoord dat protocol elitair en overbodig is. Dat is helemaal niet zo. Protocol en etiquette bieden een aantal aanbevelingen om ontmoetingen en bijeenkomsten aangenaam en elegant te maken. Wie voelt zich niet prettiger als hij of zij goed en in stijl ontvangen wordt?” zegt Marc Mosar. “De afwezigheid van protocol kan het slechtste in de mens naar boven brengen.”

Zowat 28 jaar vervulde Marc Mosar de functie van protocolchef. Hij volgde Bob Warnier op. Het bezoek van de zwarte Amerikaanse atleten Tommie Smith en John Carlos was vorige week zijn laatste wapenfeit. “Ik ben niet belangrijk, maar het is belangrijk dat mijn functie goed wordt ingevuld.”

“Alle ontvangsten en organisaties waarbij ik betrokken was, waren trouwens teamwork van de kleine dienst Public Relations & Onthaal. Ons team is als het schilderij van de Mona Lisa: klein, maar onze glimlach is wereldberoemd.”

Ongeplande carrièreswitch

“In 1985 begon ik mijn loopbaan bij de stad Brugge als Gesubsidieerde Contractueel (GeCo) voor de Gouden Boomstoet. Later had ik het geluk om in het team van de schouwburg te mogen werken onder Joris De Voogt zaliger. Ik voelde mij er als een vis in het water. Theater was immers mijn biotoop. In 1974 zette ik mijn eerste stappen in het schooltoneel van het Sint-Leocollege. Daarna speelde en regisseerde ik in verschillende gezelschappen.”

“Mijn voorganger, Bob Warnier, had ik vaak van hot naar her zien crossen. Ik zei ooit letterlijk:’De job van Bob zou ik van mijn leven niet willen doen’. Toen Bob op zoek was naar een assistent werd ik drie keer gevraagd om die vacature in te vullen. Ik weigerde twee keer, pas de derde keer aanvaardde ik de uitdaging.”

Scoren

“Mijn eerste optreden met Bob was tijdens het bezoek van Koningin Albert en Koningin Paola in oktober 1993. Bob nam mij meteen overal mee naartoe. Gelukkig, want nadien viel hij twee keer voor langere tijd uit. Ik was toen waarnemend protcolchef. Na de pensionering van Bob en een examen werd ik officieel aangesteld in 1998.”

“De protocolchef en zijn team zijn diegenen die de assists geven in een voetbalmatch, zodat de stad Brugge en haar bestuur kunnen scoren. Soms zijn wij ook een kruising tussen een loodgieter en een dichter: Wij dichten de lekken en doen zo nodig ongerijmdheden rijmen. Flexibiliteit en improvisatie behoren tot onze standaard gereedschappen. Mijn ervaring in de theaterwereld kwam vaak goed van pas.”

First Lady

“Bij het staatsbezoek van Italië bijvoorbeeld werd mij tijdens de officiële ceremonie in de gotische zaal gevraagd of er tegen het einde van de ontvangst nog een bezoekje aan de stad kon geregeld worden voor de First Lady. Een halfuur later stond er een wagen klaar en zorgden wij zowaar voor een geïmproviseerd bezoekje langs de meest pittoreske plaatsjes van de stad. Het toeristische ommetje werd in het programma geïntegreerd.”

“Lang geleden werd ons via de burgemeester gevraagd om voor de vier kinderen van toen nog Prins Filip en Prinses Mathilde een bezoek aan de stad op maat te maken. Samen met een collega van BruggePlus staken wij een interactief programma in mekaar. Het was mooi om zien hoe de prinsesjes en prinsjes op de Burg op hun buik lagen om de ramen van het stadhuis te tekenen. Een kussen was niet nodig. Zij waren gewone enthousiaste kinderen.”

Picknick met Fabiola

“En dan was er de picknick in het Astridpark met Koningin Fabiola. Tijdens een cultureel bezoek met enkele nichtjes uit Spanje moest er tussen het verorberen van zoveel mogelijk cultuur ook gegeten worden. Wij zaten op de banken rond de kiosk en de Koningin bediende ons. Af en toe zagen we een voorbijganger ongelovig kijken. Was dit echt? Dit kon toch niet?!”

“Staatsbezoeken zijn indrukwekkend, maar ook bezoeken van andere gasten, van onopvallende tot eclatante, maakten indruk. Hoog bezoek, letterlijk dan van astronaut Dirk Frimout met 70 collega astronauten en kosmonauten bleef mij bij. Ook Frank De Winne kwam naar Brugge en schreef in het gulden boek:’Brugge is mooi vanuit de ruimte, maar nog veel mooier binnen in’.”

Holocaust

“Andere speciale gasten waren Ahmed Ben Bella, de vrijheidsstrijder die later de eerste president van Algerije werd. En Marian Turski, de Pools-Joodse historicus die de concentratiekampen van Auschwitz en Buchenwald én de dodenmars van januari 1945 overleefde.”

“De kranigheid, de dankbaarheid, de ongelooflijke energie en het optimisme van deze zo frêle en kwetsbare man waren overrompelend. Ik werd er stil en nederig van. Met zijn meer dan 90 jaar maakte hij fluks en zonder mopperen een stadswandeling van vier uren met mij. En bij de lunch bleef er geen kruimeltje eten meer in zijn bord liggen. Ontroerend!”