“De bewoners van de polderdorpen dragen de lasten van de haven. Hoog tijd dat ze ook de lusten genieten. Een compensatie in de vorm van een havenfonds van 1 miljoen euro per jaar”, zegt de Brugse schepen en inwoner van Lissewege Mathijs Goderis.
Jeugd- en preventieschepen Mathijs Goderis (Vooruit) nodigt ons uit voor een wandeling langs het Boudewijnkanaal, vlakbij zijn woning in de Jakob Reyvaertstraat in Lissewege. Hij toont ons de verlichtingspalen langs de haventerminal aan de overkant van het water: “Dat licht is zo sterk dat het nooit meer donker is in Lissewege en Zwankendamme. Bewoners hebben verduisterende gordijnen moeten plaatsen om toch nog van wat nachtrust te kunnen genieten. De terminaluitbaters hebben de foute verlichting gekocht.”
Hoge schepen
Even verderop doemt de werf op, waar elementen voor de Oosterweelverbinding in Antwerpen gemaakt worden. “Op zich hebben we daar weinig last van, er wordt enkel overdag gewerkt. Eens dat project klaar is, zal op die plek een autoterminal gebouwd worden die 24 uur op 24 operationeel is.”
“Tegenwoordig zijn de schepen die auto’s transporteren dertig meter hoog. Dat is amper tien meter lager dan de kerk van Lissewege. Stel je voor dat het silhouet van zo’n mastodont van eencar carrier opdoemt naast de kerk in dit pittoreske witte dorp!”
“Op die plek, zo dicht bij de dorpskernen zouden enkel auto carriers met walstroom moeten toegelaten worden. Geen schepen met luide en vervuilende dieselmotoren! Maar walstroom in de hele haven kost veel geld. 1 miljard euro, heb ik mij laten vertellen. Tot nu toe is er enkel walstroom aan de cruiseterminal.”
Grote uitdagingen
“Er komen grote uitdagingen op ons af. De nieuwe zeesluis zal een enorme impact hebben op Zeebrugge, niet alleen op wie onteigend wordt. De werken zullen tien jaar duren. Om de drie minuten zal een vrachtwagen met aarde op en af rijden. Uit mobiliteitsstudies blijkt dat er op termijn dubbel zoveel verkeer op de N31 zal rijden, als deze autoweg kan slikken.”
“Ook het vrachtverkeer per spoor zal toenemen. Een goede zaak, maar met langere wachttijden aan de overwegen tot gevolg. Daar bovenop zijn de fietspaden in Zeebrugge onveilig.”
In Mathijs Goderis schuilt de rebellie van zijn oma Lydia Lippens, die midden de jaren 70 politiek ageerde tegen de bouw van een kerncentrale op een kunstmatig eiland voor onze kust én met de actiegroep Zeebrugge Blijft compensaties eiste voor de grondverzakkingen door de bouw van de Vandamme-sluis. Toch beseft hij ook dat de haven de economische motor is voor de welvaart in de Brugse regio.
Beter evenwicht nodig
“Sinds de fusie met Antwerpen is de havenontwikkeling in een hogere versnelling geraakt. Er is nood aan een beter evenwicht tussen de haven en de lokale gemeenschap. De leefbaarheid van de polderdorpen is meer dan ooit in gevaar”, zegt de Brugse schepen, die weinig gehoor krijgt bij de burgemeester, ondervoorzitter van de haven.
“Sinds de aanleg van de autoweg A11 is er meer sluipverkeer in Lissewege. Enkele verkeersborden houden de buitenlandse truckers niet tegen en velen willen niet omrijden. De minister wil geen extra afrit realiseren op die autoweg.”
Maatregelen
Matijs Goderis pleit voor het oprichten van een havenfonds: “Een leefbaarheidsfonds van 1 miljoen euro per jaar dat ten goede komt aan de lokale bevolking in de bedreigde polderdorpen. Met dat geld kan geïnvesteerd worden in milderende maatregelen. In extra buffers met de haven. In slimme camera’s nodig aan de ingang van Lissewege om truckers te beboeten. De bewoners van Zeebrugge, Zwankendamme en Lissewege dragen de lasten van de haven.”
“Een stukje van de lusten, de winst uit de economische activiteiten, zou moeten terugvloeien naar de getroffen lokale gemeenschap. Het geld kan onder meer geïnvesteerd worden in de betere en meer aangename inrichting van het openbaar domein, zoals bijvoorbeeld in de Gentse kanaalzone. Of de haven kan mee betalen in de nieuwe, multifunctionele Scharphoutsite in Lissewege. Of in een avondlijn, want die zijn we in het nieuwe bussenplan van De Lijn kwijt.”
Promotiecampagne
“Nog enkele voorbeelden? Toen ik klein was, had Lissewege twee bakkers, twee beenhouwers en een kruidenier. Nu is er enkel nog één bakker, een delicatessenzaak en een nachtwinkel. Het is zowel voor jonge gezinnen als voor ouderen van groot belang om boord en toespijs lokaal te kunnen kopen. Met een havenfonds zou ook een promotiecampagne kunnen opgezet worden om buurtwinkels aan te trekken”, besluit Mathijs Goderis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
