Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: eeuwelinge Maria Champion.
Je hoeft niet altijd iets bijzonders te doen om de krant te halen. Neem nu Maria Champion. Haar verdienste is dat ze 75 jaar geleden haar honderdste verjaardag vierde. Tegenwoordig haalt zo een gebeurtenis nog met moeite de krant, maar driekwarteeuw geleden was dat een reden om volop feest te vieren.
Maria Champion werd geboren op 3 februari 1849 in het Brugse ‘moederhuis’ en de aangifte gebeurde door de vroedvrouw Maria Vermeersch. Haar moeder was kantwerkster Adelaïde Vlaeminck en haar vader, schouwveger Carolus Champion, was bij de geboorte afwezig. Het gezin woonde toen in de Zuidmeers. Al snel verhuisde het gezin naar de Klokstraat gelegen in het ‘Vrijbos’, een kwartier in West-Brugge tussen de Boeveriestraat en de Hauwerstraat dat later grondig werd gerenoveerd.
Café Craenenburg
Marie liep school bij de Zusters van Blendekens waar ze niet alleen leerde lezen en schrijven, maar ook kantklossen. Toen Marie ouder werd, ging ze werken als serveuze in café Craenenburg op de Markt. “Een pintje kostte er toen 7 centimes, terwijl het in de gewone stammenees slechts 5 centimes was”, vertelde Maria eens. Op de vraag of men er ook dreupeltjes dronk, antwoordde Maria gevat: “Nee, ze dronken genievere, de dreupeltjes lieten ze staan.”
Marie Champion trouwde op 4 december 1878 met steendrukker Petrus Six. De eeuwelinge overleed op 16 februari 1950 op 101-jarige leeftijd in de Klokstraat waar ze bij haar zoon meester-kleermaker Julien Six inwoonde.
De viering van de honderdjarige begon al op zaterdag 29 januari 1949 met een bal waarop vooral de Musketiers van West-Brugge de aandacht trokken.
Hoog bezoek
Naar aanleiding van haar eeuwfeest kreeg Maria Champion heel wat bezoek. Zo onder andere van minister Achilles Van Acker, burgemeester Van Hoestenberghe en van de Brugse bisschop mgr. Lamiroy. Dagen aan een stuk werd er gevierd, onder andere met een grammofoonplatenconcert en een concert door ‘het muziek’ van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek. In de Kapucijnenkerk was er een plechtige hoogmis die met behulp van luidsprekers in het hele kwartier van de Klokstraat werd uitgezonden.
Muzikale stoet
Een uitgebreide stoet ontbrak evenmin. De optocht trok voorbij het huisje van Maria Champion in de Klokstraat. Onder de deelnemers opnieuw de Musketiers, ‘het muziek’ van De Gilde en van de socialisten, schoolkinderen en de Boertjes en boerinnetjes van het Carmerskwartier. Maria Champion lachte hen allen toe want zei ze: “Os me nie maggen lachen, me bluven thuus!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
