Brendan (23) kookt voor vluchtelingen in Warschau: “Geen winnaars bij oorlog”

Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Eén week lang zette Brendan Van Acoleyen zich in voor de vluchtelingen uit Oekraïne in Warschau (Polen). Voor Brendan had dat een grote impact op zijn leven. “Of ik dat nog zou doen? Hopelijk start er nooit nog een oorlog, maar ik wil mij zeker en vast nog vrijwillig engageren”, zegt Brendan.

Brendan (23) is de zoon van Mike en Heidi Van Acoleyen-Plets uit de Izegemstraat. Hij studeert rechtspraktijk aan HoGent. De papa van Brendan is secretaris van de vzw Belgium Aid. “Samen met Carlo Herpoel uit Heule richtte mijn vader deze vereniging op. De leden doen veel humanitaire acties.”

“Vorig jaar trokken ze met de kookbus naar de mensen die waren getroffen door de wateroverlast in de Ardennen. Nu is er oorlog in Oekraïne. De vereniging vond dat ze ook daar een steentje moest bijdragen. Vanaf het idee tot de uitvoering ging alles heel vlug.”

“Eén week ervoor hoorde ik mijn vader daarover vertellen. Ik had de eerste week van de paasvakantie vrij en ik wilde mij ook inzetten. Ik boekte een vlucht naar Polen en ging helpen bij Carlo, die was vertrokken met zes andere mensen met zijn vrachtwagen die hij ombouwde tot een mobiele keuken en met enkele bestelwagens met proviand. Op 1 april arriveerde ik daar en ik verbleef er één volledige week.”

“Waar ik hielp in Warschau waren er 3.000 vluchtelingen. In het voetbalstadion van Legia Warschau verbleven er nog veel meer vluchtelingen. Veel van die mensen hadden sinds hun vlucht geen warme maaltijd meer gekregen.”

Duizenden veldbedjes

Brendan werkte de eerste dagen in een team van een viertal mensen. “Dat aantal was elke dag verschillend”, vertelt hij verder. “De eerste dagen waren het Carlo en een andere chef-kok die alles klaarmaakten en coördineerden. De laatste dagen was er een goede vriend van Carlo present, een ex-militair en ex-kok Chris Jans. Hij dirigeerde, zei wat we moesten doen.”

“Vanuit België hadden we veel pasta’s mee, omdat dit product lang vers blijft. Ter plaatse trokken we naar de winkel. Met ontvangen giften kochten we producten aan om verse maaltijden te bereiden. We werkten volgens een vast stramien. ’s Middags was er om 13 uur altijd verse soep met biscuitkoekjes uit België die de vluchtelingen zo graag aten. Van 17.30 tot 20 uur was er een warme maaltijd waarmee we honderden mensen blij konden maken.”

Geen privacy

“Of het telkens dezelfde mensen waren die langskwamen? Helemaal niet, je moet die plaats zien als een soort transitzone. De vluchtelingen kwamen toe met autobussen met vaak slechts één reiskoffer bij. Ze moesten meestal halsoverkop vertrekken.”

“Er arriveerden er veel, maar er vertrokken er ook telkens veel. De vrijwilligers ter plaatse deden werkelijk alles om die mensen te helpen, maar het was wel schrijnend om te zien. Vergelijk het met de Flanders Expo in Gent. In zo’n grote hal stonden duizenden veldbedjes dichtbij elkaar, zonder de minste privacy. Heel wat mensen huilden en waren nog in shock. Erg, heel erg.”

Dankbaarheid

Voor Brendan zal die ene week nog lang in zijn geheugen blijven. “Hier zie je op tv wat er daar aan het gebeuren is, maar wanneer je zo dichtbij bent, dan is dat iets anders. We hadden niet veel tijd om met die vluchtelingen die Engels konden een praatje te slaan, maar de verhalen die ik hoorde waren heel erg.”

“Zomaar je land moeten verlaten, zomaar alles achter moeten laten en niet weten wat de toekomst brengt”, zucht Brendan, die met zijn groep in een woning verbleef van een Belg die naar Polen is vertrokken.

“In zijn woning buiten Warschau konden we ’s avonds even op adem komen en onze batterijen opnieuw opladen voor een volgende werkdag. Weet je wat ik vooral heb geleerd? Een oorlog maakt enkel slachtoffers, zeker onder de gewone bevolking. De vrouwen en kinderen konden vluchten, de mannen moesten achterblijven om hun land te dienen.”

“Ik ben zo blij dat ik hielp. De mensen zijn zo dankbaar. Een kindje zocht een vertaling op en zei ‘dankjewel’. Dat was pakkend. Toen ik daar verbleef, lag er 20 cm sneeuw. Een kindje maakte een sneeuwpopje. Ik nam er een foto van, vond het mooi. Pas ’s avonds bemerkte ik dat het popje een omgekeerde glimlach had.”

“Een heel droevige situatie… Of ik nog dergelijk werk zal uitvoeren? Straks zit ik in de blok. Ik hoop dat er nooit nog ergens een oorlog uitbreekt, maar als ik iets kan doen dan zal ik mij zeker en vast terug vrijwillig inzetten.”

(PD)

Tot midden mei zit Carlo nog in Warschau. Zin om een handje te helpen? Bel naar Carlo Herpoel op 0496 60 82 38, of mail: carlo.herpoel@gmail.com