Brecht verdiept zich met derde boek in geschiedenis van Sint-Jozefskliniek: Van één bed tot Sint-Jozefskliniek
Brecht Dutillieux (34) is niet alleen voorzitter van heemkring Ten Mandere, hij werkt ook in de Sint-Jozefskliniek. Het lag dan ook een beetje voor de hand dat hij ooit de geschiedenis van het ziekenhuis onder de loep zou nemen. Het resultaat is een mooi naslagwerk, van de start met één ziekenhuisbed in de Roeselaarsestraat tot de groei naar een huidige zorgcampus met ruim 600 personeelsleden.
Binnen de ziekenhuismuren is Brecht actief als Medewerker Beleidsinformatie en Minimale Ziekenhuis Gegevens. “Dat omvat een breed takenpakket, maar concreet hou ik bij welke activiteiten het ziekenhuis doet, zodat de overheid kan berekenen hoeveel middelen daartegenover staan”, zegt Brecht. “Ik ken hier dus al goed het reilen en zeilen.”
“Door veel met data en analyses bezig te zijn, groeide het verlangen om de historiek van mijn werkplek eens in boekvorm te gieten. Eerder had ik dat al gedaan met de geschiedenis van Emelgem en van Outrijve, deelgemeente van Anzegem. Het was voor mij een logische stap om voor mijn derde publicatie het ziekenhuis als onderwerp te nemen.”
Brecht vatte het boek van 120 pagina’s chronologisch op en kon voor het prille begin te rade bij de Zusters van Liefde, die mee aan de wieg van het ziekenhuis stonden. “Het was stichtster Regina Vandaele die in 1817 één ziekenhuisbed in een woning in de Roeselaarsestraat voorzag, maar voor een hospitaal op zich was het wachten tot 1840. Toen heerste er in Izegem een epidemie, met veel tyfus- en cholerapatiënten.”
“Daarbij waren er ook mislukte oogsten en heerste er veel honger. Er was dus nood aan ziekenbedden en plaatsen waar zieken in quarantaine konden gaan. De zusters boden daar een antwoord op. Een opvallende gelijkenis met vandaag, waarbij we ook extra bedden op de zorg vrij moeten maken, maar dan door het coronavirus. Op die manier zijn het begin en einde van mijn boek op een speciale manier met elkaar verbonden.”
Pas in 1924 ontstond de huidige Sint-Jozefskliniek. “De afdelingen hadden toen nog namen van heiligen. Naast Jozef, waren dat onder andere Sint-Vincentius, de Heilige Elisabeth en Camillus”, weet Brecht. “De Sint-Jozefskliniek was het eerste gebouw dat hier stond en dus is de naam gebleven, maar dan voor het hele complex. Nu nog vieren ze op 19 maart het naamfeest van Sint-Jozef. Het toeval wil dat ik in 1987 op die dag hier in het ziekenhuis ter wereld kwam. De gynaecoloog kwam recht van het feest en zei met een kwinkslag tegen mijn ouders dat ze me Jozef moesten noemen, al ben ik er niet rouwig om dat ze dat advies in de wind hebben geslagen.” (lacht)
In het boek komen ook heel wat petites histoires aan bod. “Zo had de Sint-Jozefskliniek met Oasis ooit een eigen ziekenhuisradio, waar onder andere Jos Remaut (nu actief bij Krant van West-Vlaanderen, red.) en Geerwin Vandekerckhove (directeur van cultuurhuis De Leest, red.) nog aan meegewerkt hebben. De ene dag kon je verzoekplaatjes horen, de andere muziek in een bepaald thema.”
“Of wie weet nog dat er op 30 september 1976 een ziekenhuisvleugel is ingestort? De zomer was uitzonderlijk droog geweest. Bij de eerste uitzonderlijke septemberregens ontstonden verzakkingen en stortte een gevel in, waardoor de kinderafdeling tijdelijk gescheiden was van de rest van het ziekenhuis. Gelukkig vielen er toen geen gewonden.”
“Ook ziekenhuistijdschrift ’t Pilleke zal nog bij veel mensen een belletje doen rinkelen, net als de eigen minivoetbalploeg. De Sint-Jozefskliniek was een mini-samenleving op zich. Dat sociaal weefsel was ooit enorm sterk, maar door corona is alles natuurlijk wat stil komen te liggen.”
Heemkring Ten Mandere geeft het boek uit. Wie Van zorgende zusters tot Sint-Jozefskliniek wil bestellen, betaalt 19 euro via het rekeningnummer BE 44 4724 3538 1145 van Ten Mandere Izegem. Na betaling ontvang je een bevestiging en wordt er meegedeeld wanneer je het boek kan ophalen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier