Bart keek de dood twee keer in de ogen bij scheepsrampen en blikt terug op beide rampen, nu 40 en 35 jaar geleden: “Die beelden vergeet ik nooit meer”

Bart met twee boeken die door een IJslandse schrijver aan de eerste ramp werden gewijd. © Jeffrey Roos
Jeffrey Roos
Jeffrey Roos Medewerker KW

Twee keer keek Oostendenaar Bart Gulpen (57) als visser de dood in ogen. In januari 1982 voer Bart als 16-jarige op de klippen van een eiland ten westen van IJsland en vijf jaar later, in februari, werd zijn vissersschip overvaren door een vrachtschip. Respectievelijk 40 en 35 jaar later blikt Bart terug op twee traumatische ervaringen die zijn leven mee hebben bepaald.

Toen Bart begin januari 1982 als zestienjarige deel uitmaakte van de achtkoppige bemanning van de ‘O.202 Pelagus’ was hij apetrots. Hij wist toen nog niet dat het een ervaring zou zijn die hij nooit meer zou vergeten. Na motorproblemen op 19 januari 1982 liep het schip twee dagen later met Bart aan boord op de rotsen van het eilandje Vestmannaeyjar, ten westen van IJsland. “Onze motor was ontploft en hadden aan IJsland gevraagd om ons naar de haven te slepen”, blikt Bart terug. “Dat kon pas bij dageraad en daarom besloot de schipper om ons naar de haven te laten slepen door een andere IJslandvaarder. We waren amper drie kilometer van de kust verwijderd toen de ketting brak en we even later op de rotsen liepen.”

Bart belandde in het water in putje winter met temperaturen ver beneden het vriespunt en raakte zwaar onderkoeld. Zeven uur duurde het voor Bart van boord werd gehaald door reddingswerkers. Twee bemanningsleden en twee reddingswerkers lieten uiteindelijk het leven bij de scheepsramp. “Ik heb geluk gehad”, weet Bart. “Een maand later was ik echter al opnieuw aan het vissen. Ik was verliefd op de zee.”

Leven glipt weg door koude zeewater

Vijf jaar later keek Bart opnieuw de dood in de ogen toen zijn vissersschip, de O.118 Dandy, in februari 1987 overvaren werd door een vrachtschip tussen Calais en Dover. “Door de mist konden we amper enkele meter verder kijken”, herinnert Bart zich. “Toen ik het schip opmerkte riep ik de schipper nog toe om achteruit te varen, maar de tijd was te kort. Het vrachtschip boorde zich in de voorzijde van ons schip en ik – ondertussen met de rest van de bemanning naar achteren gelopen – werd door de hevige klap overboord geslagen.”

Bart belandde opnieuw in het water en zag het leven uit zich wegglippen door de koude temperaturen van het zeewater. “Het eerste wat ik heb gedaan is mijn laarzen uitgestampt. Dat werd ons zo aangeleerd tijdens de opleiding, want als die zich met zeewater vullen, dan zak je weg naar de zeebodem. Door de mist konden mijn collega’s, die ondertussen in een vlot waren gesprongen, me niet zien en daardoor lag ik zeker een kwartier in het water. Uiteindelijk merkten ze me op en kon ik met mijn laatste krachten – ondanks mijn verkrampte spieren – een roeispaan vastgrijpen. Ik zou die van mijn leven niet lossen, want dat heeft mijn leven gered. Enkele minuten langer in het water en ik was er niet meer geweest.”

Vechten om trauma’s te overwinnen

Bart blikt met bizar gevoel terug op beide rampen. Jaren heeft hij het erg moeilijk gehad. “Een maand later was ik al terug aan het varen, ook na de tweede ramp. Dat leek mij het beste om de rampen te verwerken. Na de laatste ramp was ik echt bang geworden. Elke keer als het schip slagzij maakte, werd ik sneeuwwit. Met potdikke mist bleef ik binnen in de brug om constant in de radar te kijken. Ik vertrouwde het niet meer. Op een dag moest het schip zelfs binnenlopen omdat ik ziek was. Bleek dat ik een maagzweer, maagontsteking en een maagbreuk had en dat op mijn 21ste. Een gevolg van de stress aan boord. Ik heb moeten vechten om beide trauma’s te overwinnen.”

Even verloor Bart zichzelf zelfs in de alcohol. “Ondertussen heb ik me al 25 jaar herpakt, maar het is niet gemakkelijk geweest. De beelden van een drijvende collega die overleden was bij de eerste scheepsramp, zullen me altijd bijblijven. Ik denk er nog vaak aan.” Pas nadat Bart terug de schoolbanken opzocht in de jaren ’90, heeft hij de schrik voor een deel kunnen verdringen. “Ik kreeg er les over stabiliteit van het schip en dat heeft me meer doen begrijpen; Schepen bleken gebouwd om te vissen en te varen en niet om te zinken. Dat heeft me erg geholpen, hoe vreemd het ook klinkt.”

Ondertussen is Bart al jaren actief bij baggerbedrijf DEME. “Mijn liefde voor de zee blijft en ook de herinneringen aan die twee keer waarbij ik bijna het leven liet, zullen me altijd bijblijven”, besluit Bart, die zelfs zijn bijdrage mocht leveren aan twee boeken die door een IJslandse schrijver aan de eerste ramp werden gewijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier