Australiër bezoekt in FAS-museum motor van vliegtuig waarmee zijn vader in 1944 boven Kortrijk werd neergeschoten
In het FAS-museum bij de luchthaven van Wevelgem kwam zaterdag Australiër Grant Moffit (60) op bezoek. Het vliegtuig van zijn vader Robert werd op 20 juli 1944 neergeschoten door de Duitsers boven Kortrijk en een van de motoren staat tentoon in het museum. Het verhaal van Robert Moffitt leest als een Hollywoodfilm. “Pa zei altijd dat er honderd verhalen waren zoals het zijne maar hij was gewoon bescheiden”, zegt zoon Grant.
Door zijn strategische ligging langs de Leie, grote wegen en spoorwegen, was Kortrijk een belangrijk knooppunt voor de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. In de maanden rond de landing in Normandië van 6 juli 1944 werd Kortrijk verschillende keren gebombardeerd door de geallieerden. Door strategische doelwitten zoals bruggen en rangeerstations te verwoesten, hoopten ze de Duitse reactie op de landing te vertragen. Bij deze bombardementen vielen ook heel wat burgerslachtoffers.
In de nacht van 20 op 21 juli 1944 vond de laatste van deze luchtaanvallen plaats. Robert Moffitt was navigator aan boord van een Lancaster bommenwerper die die nacht een rangeerstation nabij Kortrijk moest bombarderen. Bij een tegenaanval door Duitse nachtjagers werd het vliegtuig geraakt en het stortte neer in Poelkapelle. Een van de vier motoren van de bommenwerper bleef achter in de grond tot Wim Huyghe en Dirk Decuypere die in 2006 opgroeven. “Op basis van getuigenissen proberen wij te achterhalen waar er nog overblijfselen kunnen liggen”, zegt Dirk. “Het belangrijkste voor ons is het menselijk verhaal dat erachter schuilt.”
Accountant
Het verhaal van Robert Moffitt (1919-2013) mag best opmerkelijk genoemd worden. “Bij het begin van de oorlog werkte hij nog als accountant”, begint zoon Grant. “Door de aanval op Pearl Harbor in 1941 realiseerde hij zich dat de oorlog ook naar Australië zou komen en hij wou iets doen. Hij gaf zich op voor de luchtmacht maar was te klein om piloot te worden. Uiteindelijk werd hij navigator voor de Britse luchtmacht. Op 20 juli 1944 werd zijn vliegtuig neergehaald maar alle zeven de bemanningsleden konden springen met hun parachute. Een van hen werd gepakt door de Duitsers maar de rest kon ontkomen. Mijn vader vluchtte naar Noord-Frankrijk en moest elke avond aankloppen bij boerderijen in de hoop dat ze hem onderdak of wat eten konden geven. Dat hield natuurlijk een groot risico in voor die boeren. Op een avond werd hij bij een van die huizen de deur gewezen maar even later kwam iemand hem achternagelopen. Het was iemand van het Franse verzet. Die zei dat hij in dat huis niet vrijuit kon spreken maar hij wilde mijn vader wel helpen. Zo kwam hij in contact met verzetsstrijders en voerde hij nog enkele weken samen met hen sabotageacties uit. Zijn vliegtuig was dan wel neergeschoten, hij vond dat hij nog steeds de plicht had om tegen de Duitsers te vechten. Mijn vader was ook nog betrokken bij een driedaagse strijd om een brug in Dieppe die het verzet moest vrijwaren voor de oprukkende geallieerden. Dat is uiteindelijk mislukt omdat een regiment SS’ers de dorpelingen voor hen uit de brug op joeg als menselijk schild. Vervolgens openden ze het vuur op de verzetsstrijders. Velen kwamen om het leven of werden gevangengenomen en later geëxecuteerd. Mijn vader overleefde het en werd kort nadien opgepikt door de geallieerden die hem naar huis stuurden. Thuis in Australië had de familie een telegram gekregen dat hij vermist was en ze hadden hem al opgegeven. Ze hadden zijn kostuums al verknipt kleren te maken voor de rest van het gezin.”
Robert Moffitt leefde echter nog een lang en gelukkig leven na de oorlog. Hij kreeg zes kinderen en overleed op 94-jarige leeftijd in 2013. Zoon Grant was de vijfde in de rij. “Ik vind het een goede zak dat ze de motor van zijn vliegtuig hier bewaren in het museum”, besluit Grant. “Ik ben erg trots op mijn vader en het is echt een stuk geschiedenis.” (JF)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier