Animal Rights tikt slachthuis Tampere op de vingers voor transport van drachtige runderen: “Geen weet van toestand vooraf”
Volgens dierenrechtenorganisatie Animal Rights belanden al te vaak kreupele runderen in slachthuizen, terwijl dat niet mag van de Europese transportverordening. Zo gebeurde het volgens hun analyse van documenten bij dienst Dierenwelzijn ook 8 keer bij slachthuis Tampere in Lichtervelde in 2022. “Als slachthuis weten wij niet hoe de aangevoerde dieren zullen zijn. Dat stellen we ter plaatse vast en daar moeten we dan het nodige voor doen”, klinkt het bij Tampere.
Volgens dierenrechtenorganisatie Animal Rights maakte het slachthuis Tampere BVBA in Lichtervelde zich schuldig aan het transport van wrakke dieren, wat verboden is door de Europese transportverordening. “Wrakke dieren zijn zieke of kreupele dieren, die nooit mochten getransporteerd worden. Bij Tampere ging het volgens ons onderzoek om hoogdrachtige dieren, een moederrund die net bevallen is of dieren, die manken”, zegt woordvoerder Els Van Campenhout.
“We hebben alleen weet over de dieren, die de inspectie kon onderscheppen, dus wellicht zijn het er nog meer. Want in sommige gevallen worden slachthuizen gebruikt als dumpplaats, terwijl die dieren voor het transport een noodslachting zouden moeten krijgen om het uit hun lijden te verlossen.”
Geen zicht op aanvoer
Het slachthuis zegt niet verantwoordelijk te zijn voor de aanvoer van dieren. “Wij stellen dat ter plaatse vast en eenmaal die dieren hier zijn, kunnen wij die niet zomaar terugsturen. Alle dieren worden gecontroleerd, maar kunnen bij de boer of bij de transporteur door de mazen van het net glippen natuurlijk. Als wij dat vaststellen, wordt er een PV opgesteld en vaak krijgen de transporteur of landbouwer hiervoor een boete van minstens 750 euro”, klinkt het bij Tampere BVBA.
“Van zodra het transportvoertuig binnenrijdt op het domein van het slachthuis, dan verschuift de verantwoordelijkheid, ookal kennen zij de toestand van de dieren niet”, stelt Michael Gore van Federatie Belgisch Vlees vzw (FEBEV). “Door de wet mogen we dieren die zijn zijn niet terugsturen, maar moeten we de dierenarts erbij halen. In een slachthuis zijn er drie instanties, die dergelijke vaststellingen kunnen doen en noteren. De bedrijven zelf werken daar actief aan mee. Als er meer meldingen zijn van wrakke dieren, wil dat niet zeggen dat een slachthuis slecht bezig is, maar wel dat ze actie ondernemen om de toestand te verbeteren.”
“Het is de dienst Dierenwelzijn die een overzicht heeft over welke producenten of transporteurs er meermaals in overtreding gingen, de slachthuizen hebben daar geen weet van”
“Eenmaal de dierenarts het dier beoordeeld heeft, wordt er beslist wat er met het dier moet gebeuren. Alle vaststellingen moeten dus genoteerd worden en opgestuurd worden naar de dienst dierenwelzijn. Zij gaan dan ook kijken wie verantwoordelijk is, of er bijvoorbeeld iets is misgelopen bij het transport en een pv opmaken. De slachthuizen weten op voorhand niet welke producent of transporteur al meermaals in de fout ging en waarbij er al meerdere keren notitie gemaakt werd van wrakke runderen. Die informatie ligt bij de dienst Dierenwelzijn. Het slachthuis kan geen actie ondernemen op basis van informatie die ze niet hebben. Het zijn de inspecteurs, die beslissingen zouden moeten kunnen maken op basis van hun overzicht.”
Meer inspecties en gevolg
Daarom eist Animal Rights dat de overheid vlugger gaat ingrijpen. “We willen dat er meer inspecties worden uitgevoerd en dat hier ook gevolg aan gegeven wordt. De overtredingen worden wel genoteerd, maar het is niet duidelijk wanneer er gevolgen vast hangen aan die overtredingen. Dit systeem zal zo blijven doorgaan, als er niet strenger gecontroleerd en gestraft wordt voor de fouten”, besluit Van Campenhout.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier