Andel Lefere heeft zelfs in Mexico geturnd: “Nina Derwael-effect speelt heel zeker mee”
Andel Lefere begon op zesjarige leeftijd met turnen bij Flink en Fris en 43 jaar later is ze de voorzitter van de Roeselaarse turnvereniging met 750 leden. Wanneer Andel enthousiast en begeesterd haar verhaal begint, is er bijna geen speld tussen te krijgen.
Je bent voorzitter van één van de grootste verenigingen van Roeselare. Besef je dit?
Andel Lefere : “Ja, eigenlijk wel. We tellen ongeveer 750 actieve leden en trainers. Veel trainers turnen trouwens zelf nog ook. We hebben zelf een opleidingssysteem voor trainers ontwikkeld en dat stelt ons in de mogelijkheid om snel eigen turners te laten doorstromen als trainer. Zo zijn we verzekerd dat er steeds een trainer is voor een groepje van maximum twaalf turners.”
Hoe komt het dat Flink en Fris zo’n succesverhaal is?
“Ik denk dat er verschillende redenen zijn. Eerst en vooral zijn we een democratische club en is het lidgeld zeer betaalbaar. Verder zijn we al toegankelijk voor kleuters en is turnen een ideale opstap voor andere sporten. En met onze eigen, leuke zaal is de interesse nog toegenomen en zijn we van 400 leden naar bijna 800 leden gegroeid. En ik denk dat we ook het succes van de trampolineparken én van onze turnvedette Nina Derwael niet mogen onderschatten.”
Maar jullie zijn ook een baken van standvastigheid?
“Ja, er zou al veel moeten gebeuren om ons uit ons lood te slaan. We hebben een zeer goede werking en beheren de club als goede huisvaders en huismoeders. Wanneer we een feest of een plechtige opening houden, geven we een mooie receptie maar we maken de hapjes zelf. Ja, dat is meer werk voor ons maar het is beter voor ons budget. We zijn onze sponsors dankbaar maar als club zijn we niet afhankelijk van één grote sponsor en ook niet van de verkoop in de kantine.”
Turnen is een ideale opstap voor andere sporten
Dat viel dus mee in coronatijden?
“Financieel had dat inderdaad niet zo’n grote impact als in andere sportclubs. Pas op, corona was en is erg voor iedereen maar veel van onze mensen staan in het onderwijs en wij zagen het een beetje gebeuren en hebben zelfs iets vroeger de deuren gesloten. Wanneer we mochten trainingen geven, hebben we altijd zeer goed de maatregelen gevolgd: handen en toestellen voortdurend ontsmetten, niet in groepjes naar het toilet, verschillende ingangen naar de zaal en toestellen gemaakt. Het heeft gerendeerd want we hebben geen enkele covid-besmetting gekend in de club zelf. Dat heeft natuurlijk te maken met een portie geluk maar ook omdat we zo veilig mogelijk hebben gewerkt.”
Wanneer ben je zelf gestart met turnen?
“Ik was zes jaar. Dat was misschien iets te vroeg maar mijn mama, die samen met haar broers ook graag turnden, zei dat de dokter had verteld dat ik vaak aan de rekstok moest hangen om mijn rug te rechten ( lacht ). En ik mocht mee met mijn twee oudere zussen. En ik maakte snel deel uit van een wedstrijdgroepje met mijn zussen en vanaf het eerste middelbaar hielp ik mijn zussen die trainingen gaven.”
Je hebt zelfs in Mexico geturnd?
“Na mijn middelbaar ben ik inderdaad een jaar Mexico geweest als AFS-student. En ik heb daar ook deelgenomen aan turnwedstrijden. Ja, ik mag zeggen dat ik in Amerika geturnd heb ( lacht ).”
En dan kwam je in het bestuur?
“Dat was in het schooljaar 1990-1991. Ik werd bestuurslid samen met Christine Valcke die heel lang onze secretaris is geweest. In 2007 werd ik, samen met Kristof Derudder, voorzitter. Kristof woont echter niet meer in Roeselare en kan het voorzitterschap niet meer combineren met zijn job en ik vul de voorzittersrol al een vijftal jaar alleen in.”
Ben je binnen tien jaar nog voorzitter?
“Dat weet ik niet. Flink en Fris is echt één grote familie en ik weet dat ik daar vroeger moest om lachen wanneer enkele vorige voorzitters dat verklaarden maar het is verdorie echt waar. Ik verkondig het nu zelf maar besef zeer goed dat het de waarheid is. Ik ben voorzitter maar geef zelf nog drie keer per week les in Flink en Fris. Wel, het is een plezier om die jonge mensen zaken aan te leren en om contact te hebben met onze gedreven en enthousiaste trainers.”
“Nu hebben we een relatief jong bestuur en als er iemand opstaat en de voorzittersfakkel wil overnemen van mij, heb ik daar geen probleem mee. Maar ik amuseer me nog altijd als voorzitter.”
Maar eens Flink en Fris, altijd Flink en Fris?
“Dat denk ik wel. Ik zal altijd lid blijven van de club en alle oud-voorzitters maken deel uit van de raad van bestuur, dus ik zal steeds betrokken blijven bij de werking van de club.”
Heeft Flink en Fris een goede verstandhouding met de stad?
“Absoluut. De stad doet zijn best om ons te ondersteunen, ook in coronatijden toen ze de subsidies hebben aangepast. Verder tonen ze oprecht interesse en komen ze naar onze Gymshow. Ze proberen een sportieve stad te zijn en ze slagen daar ook in. Volgend jaar bestaan wij trouwens 70 jaar en dat zullen we zeker in de verf zetten, te beginnen met de Gymshow op 13 maart 2022.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier