Alex Vandenbulcke kijkt uit naar Ronde van Griekenland: “Ik trek er met ambities heen”

Alex Vandenbulcke. (gf) © FOTO GF/TOM VANDENBUSSCHE FOTO GF/TOM VANDENBUSSCHE
Tom Vandenbussche

Geen Ronde van Turkije vanaf zondag voor Alex Vandenbulcke. De 22-jarige Izegemnaar van Tarteletto-Isorex had nochtans graag aan de achtdaagse UCI 2.1-rittenkoers deelgenomen. Twee weken geleden was hij aan de slag in de Tour de Mersin in Turkije. “Dat was een hele belevenis.”

Twee weken geleden was Vandenbulcke nog aan de slag op Turkse bodem. Hij werd 35ste in de vierdaagse Tour de Mersin, een UCI 2.2-rittenkoers en behaalde een elfde en 19de plaats in de etappes. “Een hele belevenis”, benadrukt Vandenbulcke, drievoudig eindlaureaat van WestSprint in de jeugdcategorieën. “Het was de eerste keer in zes jaar dat de koers opnieuw kon plaatsvinden. De start van de openingsrit was in een klein dorpje met slechts één straat, waar het onmogelijk was om elkaar te dwarsen. Bij een botsing met een van de busjes die door de organisatie was voorzien, liep ik meteen een scheur van meerdere centimeters in mijn arm op.”

“De wedstrijddokter zei dat ik naar het ziekenhuis moest om de wonde te naaien. Gelukkig heb ik hem ervan kunnen overtuigen om een voorlopig verband te voorzien, zodat ik de eerste rit toch kon rijden. Het ging zo slecht nog niet. Ik kon met een groepje zelfs 20 kilometer voorop rijden, maar die inspanning en het gebrek aan gevoel in mijn rechterarm (omdat die hard was ingebonden) speelden me parten. Ik bolde binnen op vele minuten. Na afloop van de rit ging ik met de ambulance naar een ziekenhuis. Ik wist dat de gezondheidszorg in Turkije niet is zoals bij ons, maar zo erg had ik het nu ook weer niet verwacht. In minder dan 15 minuten was ik weer buiten. Ze hebben mij toegenaaid zoals ze met een varken doen. Het minste wat ik ervan kan zeggen, is dat ik niet veel later dan mijn ploegmaats in het hotel stond.”

Strijden voor UCI-zege

In de tweede rit over 153 km naar Mersin was Vandenbulcke mee met de goede ontsnapping door op een lange, vlakke en winderige weg langs de zee weg te rijden uit een uitgedund peloton. “In de finale wilde ik mijn kans wagen, maar werden we met enkele renners de verkeerde richting uitgestuurd. Sommigen raakten in het verkeer verzeild en werden omvergereden. Ik bolde als negende over de lijn, maar ik besefte meteen dat de UCI dit niet zomaar kon laten begaan. Het was een hele soep. Twee renners die met een GPX-bestand hadden gereden, waar de enigen die het juiste traject hadden afgelegd en werden als eerste en tweede geklasseerd. Zo werd ik finaal elfde. Heel jammer voor mijn ploegmaat Torsten Demeyere en ik, want zo vaak krijgen we de kans niet om voor een UCI-zege mee te strijden. De UCI hield echter voet bij stuk. En wij? Wij moesten dat aanvaarden.”

Ook de derde etappe, de koninginnenrit met 3.400 hoogtemeters, eindigde in de stad Mersin. “De avond ervoor kregen we plots bericht dat de rit met 40 km werd ingekort. Alleen liepen die laatste 40 km in dalende lijn en kregen we plots een ultrakorte etappe van 95 km met nog altijd 3.400 meter hoogteverschil. Het werd opnieuw een hele belevenis. In een van de afdalingen waren er zelfs tal van haarspeldbochten in grind. Levensgevaarlijk, maar ook dat hebben we overleefd”, vertelt Vandenbulcke.

“In de slotrit behaalden we nog een vijfde plaats met Maxime De Poorter. In het eindklassement hadden we met Gianni Marchand en Ewout De Keyser twee renners in de top tien. Zelf was ik tevreden met de conditie, want dat was een vraagteken na mijn val in Chôlet. Dat ik in een UCI-koers voor de zege heb kunnen meestrijden, maakt me tevreden. Ik kon de ronde met een goed gevoel afsluiten, al kan ik over mijn ervaringen in Turkije een boek schrijven.”

4.500 hoogtemeters

Vorig weekend reed Vandenbulcke de Arno Wallaard Memorial, waar hij in dienst reed van Timothy Dupont. De komende weken rijdt de Izegemnaar de Famenne Ardenne Classic, de kermiskoers in Houthalen-Helchteren, het Circuit de Wallonie en de Tour of Hellas. “Mijn rug blijft wel opspelen. Gelukkig heb ik er op de fiets geen last van. Ik kijk uit naar Famenne en Wallonie, twee wedstrijden die me moeten liggen, en nog meer naar Griekenland. Daar trek ik met ambities heen. Er zit een rit in met onderweg 4.500 hoogtemeters en een aankomst bergop. Als ik de goede vorm te pakken heb, denk ik daar een degelijk klassement te kunnen neerzetten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier