135 jaar na bloedige Vissersopstand eert Oostende de vijf doden en vele gewonden
Voor het eerst greep woensdag om 11 uur een herdenking van de Oostendse Visserijopstand in 1887 plaats. Dit gebeurde bij het eind vorig jaar onthulde herdenkingsmonument ter hoogte van de Mercatorsluis.
Het beeld ‘Tot elke prijs’ herinnert ons aan de Vissersopstand in die omgeving op 23 en 24 augustus 1887. De oorzaak lag bij de slechte leef- en werkomstandigheden in de Vlaamse visserij. Directe aanleiding was de aanvoer van goedkopere vis door Engelse vaartuigen waardoor de Oostendse vissers hun eigen vangsten niet meer kwijt konden op de markt. Al snel ontstonden er schermutselingen in het Handelsdok waar de Engelse schepen aangemeerd lagen om hun vis te lossen. Toen de burgerwacht door burgemeester Charles Janssens werd ingezet vielen uiteindelijk vijf doden te betreuren bij de vissers en burgers. James Ensor liet zich door het drama inspireren en maakte o.a. het olieverfschilderij ‘De Gendarmen’ waarop hij de eerste twee gedode vissers afbeeldde.
Bij de sobere viering bracht burgemeester Bart Tommelein hulde aan de slachtoffers van de opstand. Journalist Stefaan Kerger interviewde de 90-jarige oud-visser Robert Coulier en de 25-jarige visser Keith Van Hee. Na het lied van de vissers vertolkt door Giedo Vanhoecke was er een sobere bloemenhulde. Tot slot bracht Katrien Lagast als verre telg van een van de slachtoffers het lied ‘Klein verdriet, groot verdriet’ ten gehore.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier