Niet voor gevoelige lezers: Dominique Persoone interviewt Jean-Marie Dedecker

Persoone en Dedecker in de mancave. “Kijk naar de televisiewereld. Alle creatieve gasten zijn West-Vlamingen, maar ze wonen hier niet meer. Hoe kunnen we dat oplossen, Jean-Marie?” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Ruwe bolster, blanke pit: het gaat op voor Jean-Marie Dedecker én voor Dominique Persoone. Onze hoofdredacteur-voor-één-week wou maar één politicus spreken voor zijn krant, zijnde de populaire brulboei uit Middelkerke. Waarschuwing voor gevoelige lezers: dit is geen doordeweeks politiek interview. Komen aan bod: dronkenschap in het parlement, machetes uit Mexico en ontmaagd worden op het strand. Spoiler alert: ook dat laatste hebben de twee heren gemeen.

Dit artikel verscheen in de unieke De Krant van West-Vlaanderen van 16 september 2022, met gast-hoofdredacteur Dominique Persoone. Puur, authentiek en met een vleugje rock & roll startte hij aan het avontuur. Ook benieuwd hoe de ideale krant eruit ziet voor de Brugse chocolatier met een gouden hart?Abonnees ontdekken het hier.

De mancave van Dominique Persoone in Damme is onze plek van afspraak. Only gays staat op de ene deur. Op de andere: Only gold diggers. Enkele borrelhapjes staan grijpklaar op de glazen salontafel. De flamboyante chocolatier trekt een biertje open. “Om voorzichtig te beginnen”, knipoogt hij. Op het flesje een foto van zijn kale kop, gekregen toen hij West-Vlaams ambassadeur werd. Ook zijn vier honden zijn van de partij. Dat hij ietwat zenuwachtig is, bekent hij. “Wat gaat dat hier worden, zeg? Ik heb nul ervaring met politieke interviews.”

Jean-Marie Dedecker, intussen 70 jaar, maar nog altijd burgemeester en federaal parlementslid, arriveert stipt op tijd, vergezeld van zijn chauffeur. Hij was gewaarschuwd dat er drank op tafel zou komen. De begroeting is joviaal, maar ook onwennig. De twee ontmoeten elkaar voor het eerst. Of toch niet? “We hebben eens samen voor pinguïn gespeeld, voor de film Madagascar”, weet Persoone nog. “Da’s juist”, zegt Dedecker. “We waren met vier West-Vlamingen. De snelste vinten van onze provincie. (lacht) Maar we hebben elkaar daarna niet gesproken.”

Failliet

Persoone: “Ik ben a-politiek. Ik zou voor elke partij kunnen stemmen. Of voor geen enkele. Ik vind ze allemaal zo braaf. Ik ben zot van rebellen. Daarom zit jij hier, Jean-Marie. Een politieker met ballen. Rock ’n roll. Ik ben het niet altijd eens met jou, maar je zegt tenminste je gedacht.”

Dedecker: “Dat is mijn imago en het klopt ook. Mijn geluk is dat ik populair ben én financieel onafhankelijk. De meeste anderen zijn dat niet, en dus moeten ze doen wat de partij zegt en vooral zwijgen. Dat is waarom het parlement vol mossels zit.”

Persoone: “Weet je waar ik plukke van word? Dat de werkmensen minder verdienen dan de profiteurs. Ik kan niet tegen profiteurs, luieriken en onrecht. Ik was eens in een cafeetje in Argentinië, dat uitgebaat werd door twee Belgen. Machtig, was mijn eerste gedacht. Maar wat bleek? Dat die gasten hier in België aan de dop staan. En met dat geld kunnen ze ginder alles betalen. Een ander voorbeeld. Wist je dat mensen die ziek zijn tijdens hun congé deze dagen nadien kunnen oppakken? Dat klopt toch allemaal niet?”

Dominique Persoone en Jean-Marie Dedecker met journalist Paul Cobbaert.
Dominique Persoone en Jean-Marie Dedecker met journalist Paul Cobbaert. © Christophe De Muynck

Dedecker: “De best betaalde ambtenaar van mijn gemeente heeft een burn-out, maar is zo bruin als uwe frigo van in Spanje in de zon te zitten. Dat is het profitariaat, Dominique. En we krijgen dat maar niet aangepakt. De vakbonden, maar ook de Franstalige partijen, houden alle verandering tegen. Dat maakt dat dit land vastzit.”

Persoone: “Het is niet moeilijk dat België failliet is. Ze smijten met geld dat ze niet hebben. (kijkt naar mij) Paul, ge moet het zeggen als we te veel zagen, hé. Kom, we gaan een tequila drinken.”

Slimme mensen

Aan de houten wanden van de mancave hangen allerlei prullaria. “Ik ben een emotionele subbe die geen afscheid kan nemen van spullen. Ik heb hier zelfs een Mariabeeld staan van mijn grootvader. Mijn vrouw zou dat al lang weggesmeten hebben.” Mijn oog valt op een zwart-witfoto van een jongeman in marineplunje. “Dat ben ik. Maar ik heb geen boot van dichtbij gezien. Ik was namelijk barman in de kantine.” (lacht) Dedecker wijst op enkele machetes. Dat blijken souvenirs te zijn van expedities naar Afrika en Zuid-Amerika, waar de man enkele cacaoplantages heeft. De twee vertellen bevlogen over hun buitenlandse avonturen.

Dedecker: “Wij zijn beiden globetrotters. Ik heb de wereld gezien dankzij de judo, jij dankzij de plantages. Dat is de universiteit van het leven.”

Persoone: “Reizen is goed voor de hersenen. (denkt na) Ik zou het niet kunnen, de politiek. Ik zou me daar veel te nerveus in maken. Ik zou er zot van worden.”

Dedecker: “Dat verwijt ik slimme mensen zoals jij. Dat jullie aan de zijlijn blijven staan. Ik zeg dat dikwijls aan ondernemers: ga de politiek in. Je bent financieel onafhankelijk én je hebt een mening. Anders zal er nooit iets veranderen.”

Persoone: (blaast) “Ik ben daarvoor niet slim genoeg, Jean-Marie.”

Dedecker: “Slim zijn is geen voorwaarde in het parlement.” (lacht)

Great again

Persoone: “We moeten het over onze provincie hebben. Make West-Vlaanderen great again is de slogan van de gazette. Er zijn zoveel jonge en creatieve West-Vlamingen die verhuizen naar Gent en Antwerpen. Hoe komt dat toch? Ik vind dat zo jammer. Kijk naar de televisiewereld. Alle creatieve gasten zijn West-Vlamingen, maar ze wonen hier niet meer. Hoe kunnen we dat oplossen, Jean-Marie?”

Dedecker: “Dat is niet makkelijk. Ook de bevolking aan de kust is veel te oud. Maar als we de personenbelasting willen verlagen, om jonge gezinnen aan te trekken, dan krijgen we minder geld van het gemeentefonds. Dat is iets wat ik niet kan begrijpen.”

© Christophe De Muynck

Persoone: “Ik vind dat de politiekers meer sjette moeten geven. Ga ervoor. Denk niet aan de volgende verkiezingen. Maak hetcool. Waar kunnen we vandaag nog feesten in West-Vlaanderen? Nergens. De jonge gasten moeten meer space krijgen om te feesten.”

Dedecker: “Ik doe niets anders dan sjette geven. (lacht) We hebben heel de zomer gefeest in Middelkerke. En straks komt het nieuwe Casino eraan. Maar het klopt: er moet meer leven in de brouwerij komen. En veel minder regels. Dat zou al veel helpen.”

Nachtelijke zittingen

De gastheer trekt een nieuwe fles tequila open. “We moeten verschillende dingen proeven, Jean-Marie. Dat gaat hier een zwaar interview worden, zeker? (schatert het uit) Maar wees gerust: het is geen brol. Een tip voor de lezers: koop alleen tequila die honderd procent agave is. Helaas vind je dat niet overal in ons land.” Vanwaar zijn liefde voor het straffe spul komt, vraagt Dedecker. “Van mijn expedities in Mexico. We zijn daar meestal met vijf gasten. De drie die tequila drinken, hebben nooit de schieterie, de twee anderen wel. Dat kan geen toeval zijn.”

Of Dedecker een stevige drinker is? “Ik drink niet vaak, maar ik kan wel iets verzetten. Ik hou van een goede Duvel en een sigaar. De politieke cultuur is op dat vlak wel veranderd. Helaas. Vroeger was het veel bourgondischer en gemoedelijker achter de schermen. Als we nachtelijke zittingen hadden, dan gingen we pintelieren in de Jaguar, een café in de buurt van het parlement. Als het tijd was om te stemmen, dan kwam de bode ons halen. Of ik nog dronken in het parlement heb gezeten? Zeker weten. En ik niet alleen. Professor Christine Van Broeckhoven, een fantastische madam, heeft eens een speech gegeven terwijl ze zat was. (lacht) Maar wij zwegen daarover. Vandaag kan je niets meer doen of je staat op sociale media.”

Extremisten

Persoone: “Zeg, wist je dat ik ook imker ben? Ik vind het belangrijk dat we aandacht hebben voor de bijen. We moeten echt dringend minder gaan sproeien zodat onze bloemen weer bloeien en de insecten terugkeren.”

Dedecker: “Ik hou ook van de natuur. We moeten daar zeker aandacht voor hebben, maar ik ben geen aanhanger van de groene klimaatideologie. De groenen zijn extremisten.”

Persoone: “Soms overdrijven ze, maar soms hebben ze gelijk. Mag ik dat zeggen, Jean-Marie?” (lacht)

De brulboei uit Middelkerke en de flamboyante chocolatier laten het zich smaken.
De brulboei uit Middelkerke en de flamboyante chocolatier laten het zich smaken. © Christophe De Muynck

Dedecker: “Jij mag alles zeggen. Ik vind dat we veel te alarmistisch zijn. Kijk naar de droogte. Hebben we een waterprobleem? Neen. We hebben een probleem van waterbeleid. Het regent nog altijd meer dan genoeg, maar we vangen het water niet op. We laten het allemaal naar de zee vloeien.”

Persoone: “Ik heb een hekel aan extremisten. Dat is waarom ik niet voor Vlaams Belang zou kunnen stemmen. Mijn grootvader zat in het gewapend verzet. Hij is ooit zelfs opgepakt. Hij heeft mij die gevoeligheid voor extremisme aangeleerd. Vlaams Belang heeft soms gelijk, hoor, maar ik zou het emotioneel niet kunnen om voor hen te stemmen. (even stil) Amai, zeg, ik had niet gedacht dat het hier zo diep zou gaan.”

Dedecker: “Ik begrijp wat je zegt. Er zitten extreme figuren in die partij, zoals Dries Van Langenhove. Maar er zitten ook andere figuren in. Een Barbara Pas bijvoorbeeld: een heel intelligente madam. Er zitten trouwens in alle partijen extreme figuren.”

Ontmaagd op het strand

De telefoon van Dedecker rinkelt. Het is professor Luc De Vos. Over de gestolen tand van Lumumba. Dedecker had een opiniestuk klaar over de bewogen geschiedenis van Congo en heeft het laten nalezen door deze expert. Dat de tand niet van Lumumba is, zegt hij. Persoone schenkt intussen de glazen nog eens vol. Het gesprek gaat weer alle kanten uit. We trekken van Congo naar Middelkerke, waar vader Frank Persoone ooit de plak zwaaide in het casino.

Dedecker: “Uw vader is een begrip in onze gemeente. Hij lag mee aan de basis van onze glorieperiode. Ik spreek over de wilde jaren tachtig. Het casino was dé place to be voor kleine zelfstandigen met zwart geld. En elke week liet hij een groot artiest optreden. Hij had dat goed gezien, hoor.”

Persoone: “Vanaf mijn veertiende stond ik daar achter de toog. Ook in het zwart. (lacht) Ik heb veel mooie herinneringen aan Middelkerke. Ik ben verdorie ontmaagd op het strange tussen de cabines. Ik was 14. Door een lerares van 23 uit Antwerpen. Can you believe it? Machtig, hé. Ik ben haar naam vergeten, maar het was een snelle mokke.”

© Christophe De Muynck

Dedecker: (schatert het uit) “Dat doet me eraan denken dat ik ook op het strange ontmaagd ben. In Lombardsijde, achter de bunker. Waar heb jij gezeten, ventje, vroeg mijn moeder toen ik met een broek vol zand thuiskwam.”

Cafépraat

Persoone: (enthousiast) “Wel, Paul en Jean-Marie, ik moet mijn mening bijstellen. I like politieke interviews. Ik vind het echt geestig. We gaan dat nog doen. Of hebben we te veel geklaagd? Het mag geen depressieve gazette worden, hé. Het is hier zeker niet slecht om te wonen, maar soms wel frustrerend. Dat mag eens gezegd worden. We durven eigenlijk te weinig onze mond opentrekken. We zijn zo bang geworden van kritiek. Je zou eens moeten weten hoeveel BV’s echt ziek zijn van kritiek op sociale media. Ik trek me daar niets van aan. Als mensen iets negatiefs schrijven over mij, dan ga ik het zeker liken.”

Dedecker: “Het is ook dat woke-gedoe, hé. Je mag niets meer zeggen. Zelfs zwarte piet mag niet meer.”

Persoone: “Dat is ook extremisme. Zwarte piet heeft toch geen moere met racisme te maken? Maar kom: we gaan West-Vlaanderen weer wauw maken.”

Dedecker: “Onze sheriff vertrekt binnenkort (doelt op gouverneur Carl Decaluwé, red.). Misschien moet ik mijn kandidatuur indienen? Dan zou er wel leven in de brouwerij komen.” (lacht)

Persoone: “Jean-Marie for governor: ik ben helemaal mee. Doen! (lacht) Ik vind het machtig. Ik peisn dat we volgende week voor De Zevende Dag gevraagd gaan worden. Het was misschien cafépraat, maar het is op café dat de beste praat verkocht wordt.”

Een nieuwe tequila wordt op tafel getoverd. Het is tijd om de bandopnemer uit te zetten. Het laatste woord is aan Persoone. “Brave is geen gave, zeggen ze. Wel, ze hebben gelijk. Cheers!”