De (omstreden) verbreding van het Schipdonkkanaal is geen prioriteit, maar beslissen om het project af te voeren, daarvoor is het nog te vroeg. Mathias De Clercq (Open VLD) had daar vanmiddag in het Vlaams Parlement nochtans uitdrukkelijk om gevraagd. Maar volgens minister Ben Weyts (N-VA) moet eerst bewezen zijn dat de alternatieven voldoende capaciteit kunnen bieden en rendabel zijn.
“Minister, na decennia onzekerheid voor de bewoners van de reservatiestrook en na vele jaren van discussies, studies allerhande en parlementair debat, is de tijd rijp om hier eens richting aan te geven”, stelde Mathias De Clercq vandaag in de commissie openbare werken en mobiliteit. “U staat bekend om uw duidelijkheid. Trancheer dat, maak daar komaf mee wat mij betreft. Zeebrugge moet groeien en zál groeien via de estuaire vaart (varen met versterkte binnenschepen op de Noordzee en de Westerschelde, nvdr.), via het kanaal Gent-Brugge, via het spoor. Maar voer die verbreding van het Schipdonkkanaal af ! Het project is niet financieel haalbaar, is ook economisch niet interessant en het is een aanslag op het milieu, de fauna en de flora.”
“Eerst aan alternatieven werken”
Minister Ben Weyts antwoordde dat het dossier van de verbreding van het Schipdonkkanaal vervat zit in het regeerakkoord uit 2014 van de huidige Vlaamse regering. “In eerste instantie wordt er gewerkt aan een betere doorvaart op de ringvaart rond Brugge, met belangrijke ingrepen op de Steenbruggebrug en de Dampoortsluis. De timing voor de uitvoering is om te starten in 2018 voor de nieuwe Steenbruggebrug en ten vroegste in 2019 voor de Dampoortsluis”.
“In het regeerakkoord staat ook vermeld dat, indien andere pistes voor een binnenvaartontsluiting op minstens 2.500 ton op korte of middellange termijn niet realiseerbaar zouden blijken, dan de mogelijkheden van de binnenvaart door ingrepen langs de kust moeten worden uitgewerkt, mits aanpassing van nationale en internationale regelgeving. Het alternatief van binnenvaart langs de kust tussen de haven van Zeebrugge en het hinterland via de Westerschelde wordt verder onderzocht”.
Nog een jaar studie
“Op vandaag is al een uitgebreide inventarisatie gebeurd en zijn verschillende oplossingsmogelijkheden uitgewerkt”, aldus nog minister Ben Weyts. “De komende maanden gaan we starten met de nodige studies en analyses. Op basis van deze documenten moeten we eind dit jaar een keuze kunnen maken uit de diverse alternatieven. Door de aanpassing van de bestaande binnenvaartontsluiting zal de capaciteit in elke geval verhogen. Of deze uitbreiding op termijn ook zal volstaan in functie van de verdere ontwikkeling van de haven van Zeebrugge, dat zal moeten blijken uit de opvolging van de evolutie van de noden van die zeehaven en de binnenvaart. We zouden dus toekomstige noden hypothekeren door nu al de de reservatiestrook voor de verbreding van het Schipdonkkanaal te schrappen.”
“Naast de ontwikkelingen op het vlak van de binnenvaart en de estuaire vaart om de ontsluiting van de zeehaven van Brugge via scheepvaart te optimaliseren, is er natuurlijk ook de A11 en de aanleg van een derde spoor tussen Brugge en Dudzele en van een derde en vierde spoor tussen Gent en Brugge. Al die initiatieven moeten toelaten op relatief korte termijn de hinterlandverbinding van Zeebrugge gevoelig te verbeteren.”
Geen geld
Mathias De Clercq was niet helemaal tevreden met dit antwoord. “Nu zal men nog meer studeren, maar volgens kant-en-klare studies zijn er, met een opwaardering van het kanaal Gent-Brugge en het gebruik van estuaire vaart en de spoorcapaciteit, voldoende manieren om de groei te realiseren die Zeebrugge moet kennen.”
“Het blijven aanhouden van een piste, waarvan Wilfried Vandaele (N-VA), een notoir lid van de meerderheid, in 2013 in de commissie verklaarde dat we daarvoor gewoonweg de financiële ruimte niet hebben (het gaat om een investering van 2 tot 4 miljard !), lijkt niet houdbaar. Axel Ronse (N-VA) verklaarde net voor de verkiezingen eveneens dat deze denkrichting onbetaalbaar is.”
Gezonde twijfel
Ook Bert Maertens (N-VA) mengde zich in het gesprek. “Met alles wat hier al werd voorgesteld, gaan we sowieso naar verbeteringen in de trafiekmogelijkheden van Zeebrugge naar het hinterland. Of dit voldoende zal zijn, zal de toekomst uitwijzen. Ik had het genoegen een Voka-stage te lopen bij een schipper die binnenschepen heeft maar ook estuaire vaart doet. Ik merk dat bij die groep van mensen grote gezonde twijfel bestaat, niet over het nut van het project Stadsvaart, maar wel over de vraag of dat dé zaligmakende oplossing zal zijn.”
Estuaire vaart : zware investeringen
“Over de estuaire vaart wordt veel gepraat, maar die vormt in feite een eerder beperkte markt”, vervolgde Bert Maertens. “We kennen de redenen daarvoor, waaronder de kostprijs. Die vaart kan alleszins een veel snellere oplossing bieden dan het binnenvaarttraject dat men anders in Vlaanderen zal moeten volgen. In de estuaire vaart zit volgens mij toekomst. Minister, ziet u extra mogelijkheden om die in de toekomst te stimuleren ?”
Minister Weyts antwoordde dat het vooral een probleem is van de rentabiliteit van de investeringen. “Het gaat, figuurlijk dan, over schepen die tussen wal en schip vallen. Ze zijn te licht voor de zee en te zwaar voor de binnenvaart, waar rekening moet worden gehouden met heel variabele maximale tonnages.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier