Peter Velle is positief over zijn leven na 14 oktober 2018: “Politiek bepaalt mijn geluk niet”

Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Op 14 oktober 2018 viel voor Peter Velle en zijn ploeg van CD&V een verdict dat haast onmogelijk leek: de partij die al tientallen jaren het bestuur vormde in de Arnoldusstad werd door een samengaan van de andere partijen naar de oppositiebanken verwezen. Een mokerslag voor Peter, die toen nog maar enkele maanden burgemeester van Oudenburg was. “Ik was toen enorm teleurgesteld en veel mensen met mij. En het was al een hectisch jaar geweest.”

“Als ik terugdenk aan die bewuste zondag, weet ik nog dat ik stikkapot was. Ik was in januari veranderd van job, van de provincie naar een mentaal en emotioneel veeleisende taak bij Kind & Gezin, was burgemeester geworden toen Ignace Dereeper stopte, we waren begonnen aan de eerste restauratiefase van ’t Spaans Tolhuis en hadden campagne gevoerd voor de verkiezingen”, weet Peter Velle (50) nog.

“Dat drie partijen coalitie vormden tegen ons, was hard schrikken. Maar ik heb politiek nooit volledig mijn geluk en zelfvoldoening laten bepalen. Dat ik het er even moeilijk mee had, spreekt voor zich. Ik ben van mijn 23ste tot mijn 48ste schepen geweest en enkele maanden burgemeester. Precies de helft van mijn leven, dus ingrijpend was het wel.”

Noodtoestand

“De week na de verkiezingen vergeet ik nooit. Op maandag had ik een dag vakantie genomen en ben even op het strand gaan zitten om mijn hoofd leeg te maken. Op dinsdag was ik nog maar pas op mijn werk, toen ik terug geroepen werd naar Oudenburg. Door een gaslek in de Hoogstraat werd de noodtoestand uitgeroepen. Het hele centrum van de stad en alle scholen moesten worden ontruimd. Het was een wel heel bijzondere manier om de aandacht van de voorbije gemeenteraadsverkiezingen af te leiden. Meteen weer met de voeten op de grond en doen wat moest”, weet Peter Velle nog.

“Ik ben in de weken tot de aanstelling van het nieuwe bestuur mijn werk als burgemeester blijven verderzetten, met eenzelfde passie voor mijn stad. Doen waar je in gelooft. En dat zal ik altijd doen.”

Vandaag is er die andere grote passie van Peter en zijn gezin: ’t Spaans Tolhuis. “Het is ons levenswerk. Het is keihard werken met een kostenplaatje dat groter is dan gedacht. Maar ik vind er ontzettend veel voldoening. Het is niet alleen voor ons, maar voor iedereen die er komt een plek waar je je goed voelt. Het is intussen veel meer geworden dan zomaar een fietscafé.”

Luis in de pels

Peter Velle volgt als gemeenteraadslid en fractieleider van CD&V van dichtbij op wat er in zijn stad gebeurt. “Ik moet een luis in de pels van de meerderheid zijn, maar op een deftige manier. Ik wil nog altijd door dezelfde deur kunnen met mensen van het bestuur. Mijn prioriteit binnen CD&V ligt nu vooral in het klaarstomen van de nieuwe generatie. Ik geniet enorm van de tussenkomsten van onze drie nieuwe jongedames Sofie Sanders, Lore Appels en Stephanie Van Eeghem. Mijn persoon is vandaag totaal ondergeschikt aan onze jonge krachten.”

“Ik bracht een andere manier van leven mee uit Schotland”

“Ik werk nog hard voor onze stad, maar toch op een andere manier. Wij zullen onszelf nooit op eenzelfde manier in de kijker zetten als het huidige bestuur dat doet. Mensen zeggen me wel dat ze ons niet meer zien. Dat ligt nu eenmaal een stuk minder voor de hand wanneer je niet meer tot het schepencollege of de meerderheid behoort en overal uitgenodigd wordt”, zegt Peter, die drie jaar na de verkiezingen en de verwijzing van CD&V naar de oppositiebanken nog altijd een goed gevulde agenda heeft.

“Ik ben voorzitter van onze schitterende harmonie, bestuurslid bij de Erfgoedkring, speel basgitaar bij De Constateurs. En ik ben momenteel aan een speciaal project bezig: in 2023 is er de 400ste verjaardag van het kanaal Brugge-Oostende. Dat willen we in de kijker zetten.”

Of er iets is dat hij mist? “Wel ja, door ons tolhuis zijn we al drie jaar niet echt meer op reis geweest. Dat mis ik wel. Zeker trektochten in Schotland. Dat heb ik al acht keer gedaan, samen met onder andere mijn broer, buurman en zoon Flor. Daar vind je een andere manier van leven en daarvan heb ik telkens toch weer een stukje meegebracht naar Oudenburg”, besluit hij.

(LI)