Niet drie, maar wel vijf regio’s in West-Vlaanderen
De Vlaamse regering heeft een akkoord gevonden over de regiovorming. Vlaanderen wordt opgesplitst in 17 regio’s, grosso modo rond kernsteden. In West-Vlaanderen gaat het om vijf regio’s.
Het oorspronkelijke plan van minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) was er een van dertien referentieregio’s in Vlaanderen. Binnen die regio’s zouden alle bovenlokale samenwerkingen – denk aan de afvalintercommunales en vervoersregio’s bijvoorbeeld – altijd met elkaar moeten samenvallen.
Op die manier wil minister Somers een einde maken aan de verregaande versnippering aan samenwerkingsverbanden. “Elk is ontstaan vanuit een bepaalde logica, maar de optelsom is een bestuurlijke chaos en vooral ineffeciënt”, stelt minister Somers. “Een Vlaamse gemeente zit gemiddeld in 68 samenwerkingsverbanden, 33 gemeenten kennen er zelfs meer dan honderd. Steeds met verschillende partners, in verschillende structuren.”
Forse kritiek
In het initiële plan zou West-Vlaanderen opgedeeld worden in drie regio’s: de Westhoek, Zuid-West-Vlaanderen en een regio Midwest-Brugge-Oostende. Maar het voorstel botste op heel wat kritiek die vooral in onze provincie luidkeels werd geuit .
Twee op de drie West-Vlaamse burgemeesters stelden zich vragen de opdeling. Sommigen omdat ze liever één provinciale regio hadden gezien, anderen omdat de grote regio Midwest-Brugge-Oostende onvoldoende werkbaar werd geacht. Het rapport dat gouverneur Carl Decaluwé aan het kabinet van minister Somers en bij uitbreiding de Vlaamse regering bezorgde, was dan ook niet mals.
Supraregionaal
Vrijdag hakte de regering Jambon, na twee weken noodzakelijk uitstel, dan toch de knoop over de regiovorming door. Heel Vlaanderen valt uiteen in 17 regio’s, West-Vlaanderen krijgt er vijf. Concreet blijven de Westhoek en Zuid-West-Vlaanderen behouden zoals initieel gepland, maar krijgen we verder drie regio’s rond Roeselare (Midwest), Brugge en Oostende. Torhout, de thuisstad van Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V), sluit aan bij Brugge.
Hoewel het de bedoeling is om de bestaande samenwerkingsverbandingen te enten op de nieuwe regio’s én nieuwe samenwerking sowieso binnen één regio te houden, wordt een partnerschap tussen de West-Vlaamse regio’s niet afgewezen. Het woord ‘provinciaal’ ligt daarbij moeilijk, de term ‘supraregionaal’ wordt als gevolg in de mond genomen. Wel zullen gemeenten niet individueel over de grenzen van hun eigen regio kunnen kijken.
De steden en gemeenten krijgen nu tien jaar om de huidige situatie af te stemmen op de nieuwe realiteit. Vlaanderen zal hen daarbij zo goed mogelijk begeleiden. De Vlaamse overheid zelf zal tegen 2025 haar structuren op de nieuwe kaart organiseren. Of ook de politie- en hulpverleningszones allemaal op de nieuwe regio’s worden afgestemd, zal nog moeten blijken. Die bevoegdheid ligt immers bij de federale regering.
Geen extra bestuurslaag
Voor alle duidelijkheid: de regio’s zijn geen nieuwe bestuurslaag, tussen het gemeentebestuur en de provincie in. Er zullen geen aparte verkiezingen voor zijn, noch zijn er aparte mandaten. “We gaan ook geen keizer Koster spelen vanuit Vlaanderen”, benadrukt minister Somers. “Maar we gaan wel honderden structuren samenvoegen en afschaffen. Dit is de grootste interne Vlaamse staatshervorming ooit.”
Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) is alvast tevreden met de afgeklopte kaart. “Een efficiëntere, slagkrachtigere overheid: daar mag u deze Vlaamse regering op afrekenen”, stelt hij. “Het plan regiovorming past perfect in deze operatie. We gaan de spaghetti aan bovengemeentelijke structuren die de voorbije decennia is gegroeid, drastisch vereenvoudigen. Hiermee pakken we de bestuurlijke versnippering echt aan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier