N-VA Roeselare wil dat budget voor 11 juli-viering nooit lager ligt dan voor 21 juli

Pommelien Thijs stond op 21 juli op de Grote Markt in Roeselare. “Het kan niet dat het budget van de nationale feestdag merkelijk hoger is dan bij de Vlaamse feestdag”, aldus Brecht Vermeulen. © Stefaan Beel
Thomas Dubois
Thomas Dubois Editieredacteur De Weekbode Roeselare – Izegem – Tielt

Uit cijfers die gemeenteraadslid Brecht Vermeulen heeft opgevraagd blijkt dat de uitgaven voor de 21 juli-viering de laatste twee jaren merkelijk meer bedragen dan die voor de 11 juli-viering. In 2023 was dat zelfs bijna het dubbele, namelijk bijna 36.000 euro voor de 21 juli viering tegenover ruim 17.000 euro voor de 11 juli viering. “Kan niet”, zegt Brecht Vermeulen van N-VA Roeselare.

“Deze cijfers betreffen trouwens enkel de directe en eenvoudig traceerbare algemene kosten. In deze cijfers zijn de kosten zoals voor personeel, voor SABAM of communicatiecampagnes, dan nog niet opgenomen. In het verleden legde het stadsbestuur nochtans altijd meer de klemtoon op 11 juli. Naar analogie met vorig jaar ging dit jaar trouwens opnieuw een financiële tussenkomst van 750 euro vanuit het Cultuur- en Erfgoedplatform BIE-Midwest naar de 21 juli-viering”, aldus Brecht Vermeulen (N-VA).

Geen anderstalige liederen

N-VA had de scheeftrekking al aangevoeld en bracht het punt ook op de gemeenteraad van juni 2023. De meerderheid antwoordde met een compromisvoorstel. “Deze scheeftrekking is natuurlijk geen toevalligheid, maar het gevolg van een keuze van de meerderheid. Deze keuze zou nooit de onze geweest zijn. Als het van N-VA afhangt, mag de budgettaire impact – zowel door rechtstreekse als onrechtstreekse toerekening van kosten – voor de 11 juli-vieringen nooit lager zal liggen dan die van de 21 juli-vieringen. En als het van ons afhangt staan ook de Vlaamse identiteit en Nederlandse taal zonder uitzondering centraal in de Roeselaarse 11 juli-vieringen. Een programma vol anderstalige liederen past dan ook niet op 11 juli. 11 juli is meer dan een Parkiesconcert of een afsluitfeest van de Batjes.”

“In de jaren 1990 was de stad Roeselare een van de eerste steden om grootse 11 juli-vieringen te organiseren waarbij artiesten met naam en faam kwamen optreden voor een ruim publiek. Een 11 juli-comité stond in voor de organisatie en sponsoring, terwijl de stad Roeselare het geheel financierde. In de loop van de jaren nam de dienst cultuur van het stadsbestuur stelselmatig ook de organisatie over, en kreeg ook de 21 juli-viering meer aandacht.”

“Het wordt tijd dat het stadsbestuur een meer evenwichtige verhouding aangaat met een vernieuwd 11 juli-comité waarin verschillende Vlaamsgezinde verenigingen zoals Marnixring, Davidsfonds, Vlaamse Volksbeweging, Rodenbachkring, ANV, VOS, KSA, VNJ, … deel kunnen van uitmaken maar ook randactiviteiten rond de officiële 11 juli-viering kunnen organiseren met steun van de stad. De evaluatievergadering gisteren was alvast een goede aanzet”, besluit Brecht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier