Henk Kindt neemt met spijt in het hart afscheid van schepenfunctie in Roeselare
Vijftien jaar lang was Henk Kindt aan de slag als schepen in Roeselare. De mooiste job die hij tot nu toe heeft uitgevoerd en als het aan hem lag, dan deed hij nog even door. Helaas is politicus een onzeker beroep. Door het tegenvallend resultaat van de socialistische partij bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen werd beslist dat Henk na enkele jaren de fakkel zou doorgeven. “Het heeft tijd nodig gehad om dat te verwerken, maar ondertussen heb ik alles een plaats kunnen geven”, aldus Henk. “Ik ben een positief iemand en kijk vol goede moed vooruit!”
Henk Kindt (55) is getrouwd met Sophia Lievens, met Louise en Remi hebben ze twee kinderen. Hij is al bijna heel zijn leven politiek actief. Henk startte begin jaren 90 als medewerker van Patrick Hostekint, de vader van Michèle waarmee hij nu al jaren een socialistische tandem vormt. Daarna ging hij acht jaar aan de slag bij de socialistische partij om in november 2003 achter de schermen zijn rol te spelen in de senaat. In januari 2007 ging hij aan de slag als schepen. Tot nu, halverwege de bestuursperiode stopt het voor hem. Een afgesproken wissel vlak na de vorige gemeenteraadsverkiezingen.
Al wou je eigenlijk wel nog door doen?
“We moeten eerlijk zijn, de gemeenteraadsverkiezingen waren niet goed voor onze partij in Roeselare. We hadden vijf zetels en hielden er maar drie meer over. Als je dan aan de onderhandelingen begint, sta je niet sterk en mag je niet te veel verwachten. We zijn toen in gesprek gegaan en hebben uiteindelijk anderhalf mandaat uit de brand weten te slepen. Michèle Hostekint was onze lijsttrekker en dus logische eerste keuze, ik zou twee jaar aanblijven, uiteindelijk werd dat drie jaar. Het was dus niet echt een keuze om nu te stoppen. Het was een job die ik enorm graag deed, het liefst van alles wat ik al gedaan heb. Het heeft even geduurd om de klap te verwerken, maar ik heb het nu een plaats kunnen geven. Als je in de politiek zit, dan weet je dat je om de zes jaar opnieuw examen moet afleggen. We zijn vooral blij dat we onze invloed konden blijven uitoefenen op het bestuur. Sowieso ben ik aan mijn werk begonnen met de gedachte dat ik een volledige periode zou aanblijven. Als schepen van Financiën moet je vooruit kijken en alle dossiers ten gronde afhandelen.”
Hoe heb je de laatste maanden beleefd?
“Je weet dat het gaat gebeuren, maar het lijkt aanvankelijk een ver-van-je-bed-show. Maar op een bepaald moment komt het dichter en dichter en nu is het zover. Aan de ene kant weet je dat het bijna stopt, maar aan de andere kant kan er van uitbollen geen sprake zijn. Zeker niet als schepen van Financiën met afgelopen week nog twee belangrijke gemeenteraden waarbij alles tot in de puntjes moet kloppen. Ik vind het belangrijk dat mijn opvolger in goed vaarwater kan starten. We hebben het afgelopen jaar een aantal financiële tegenslagen gekend, onder meer door hogere index en stijging van dividenden, maar gelukkig hebben we ook enkele meevallers gehad dus sluiten we af in evenwicht en daar ben ik wel blij om. Het besef komt er nu vooral bij iedere ‘laatste keer’. De laatste gemeenteraad als schepen, de laatste vergadering…”
Betekent dat ook het einde van je politieke carrière?
“Dat klopt! Ik heb altijd gezegd dat ik al mijn mandaten zou stoppen eens mijn schepenambt erop zit en dat ben ik ook van plan, maar nog niet direct. Ik ben ook aan de slag als voorzitter van Mirom en die wissel kan pas in mei plaatsvinden. Dat betekent dat ik nog tot dan in de gemeenteraad zal zetelen, het geeft ons ook de tijd om alles goed voor te bereiden. Ik zou nog langer in de raad kunnen zetelen, maar ik wil geen schoonmoeder spelen voor het beleid dat ik al die jaren mee vorm gegeven heb. Dan geef ik liever een kans aan iemand anders binnen de partij. Het wordt mijn politiek pensioen als mandataris, maar niet binnen de partij. Ik ben nog steeds voorzitter van Vooruit Roeselare en wil mijn rol spelen met het oog op de volgende verkiezingen.”
Hoe kijk je erop terug?
“In 2001 zijn Michèle en ik samen in de gemeenteraad gekomen, dat was toen met Yves Werbrouck als ervaren rot. De partij zat toen nog in de oppositie, voor ons als nieuwe generatie was dat een goede leerschool. Het was van bij het begin de bedoeling om constructief aan de slag te gaan, maar wel met het idee om op termijn onze ideeën ook uit te voeren. In 2007 konden we de stap richting meerderheid zetten. Ik kon toen aan de slag als schepen en Michèle, die ook al actief was in het Vlaams parlement, werd voorzitter van de gemeenteraad.”
“Dit was de mooiste job die ik ooit heb uitgeoefend”
“Ik heb mijn job als schepen altijd graag gedaan. Veel heeft te maken met het feit dat in Roeselare alles met het nodige respect gebeurt. Hoewel je niet altijd van dezelfde partij bent, waren er nooit ruzies of een achterbakse manier van omgaan met elkaar. In zo’n omgeving zou ik niet kunnen werken. Pas op, je hoeft niet elkaars beste vrienden te zijn, maar je moet kunnen samenwerken. Het is de politieke cultuur in Roeselare en dat past wel bij mij.”
Dat strookt toch amper met de algemene teneur over de politiek?
“Die polarisering van politici… Ik heb het daar moeilijk mee. Het taalgebruik, de ruwheid, alles moet zwart of wit zijn, terwijl het leven toch ook vooral grijs is en compromissen maken is.”
De eerste zes jaar was je schepen van Mobiliteit. Griet Coppé nam die taak de afgelopen negen jaar op zich en vertelde hier onlangs dat ze die bevoegdheid enorm graag deed, vind je dat ook?
“Ik kan het wel ergens begrijpen, je krijgt erg concrete dossiers op je boterham. Het eerste grote dossier was de samenwerking met de nv Parkeren. Voordien was er wel een parkeerbeleid, maar werd er amper gecontroleerd omdat de politie daar geen prioriteit aan gaf. Met nv Parkeren kwam de omgekeerde beweging en was er plots heel veel controle. Daar hebben we heel veel tegenstand bij gekregen, maar we zijn wel de enige stad die meteen ook een maximumaantal boetes heeft opgelegd om geen heksenjacht te hebben. Ook op vlak van openbaar vervoer hebben we aanvankelijk mooie stappen gezet. Er waren vijf stadslijnen en dat heb ik uitgebouwd tot zeven. Helaas voerde De Lijn op een bepaald moment besparingen door, waardoor het aanbod flink verminderd is. Dat had ik toch liever anders gezien. En ik heb ook het tegengesteld fietsen ingevoerd. Nu ondenkbaar, maar vijftien jaar geleden bestond dat hier amper.”
“Het heeft even geduurd om alles te verwerken, maar nu heb ik het een plaatsje kunnen geven”
“Mobiliteit heeft altijd voor veel discussies gezorgd en dat is op vandaag niet anders, het is ongelofelijk wat je soms van commentaar in je mailbox krijgt, maar het was wel een interessante bevoegdheid. Er is intern ook heel wat veranderd. In het begin was er amper personeel, nu zijn er veel meer mensen die zich met de mobiliteit in de stad bezighouden en dat is meer dan nodig. Een extra termijn mobiliteit had ik zeker niet afgewezen.”
In de plaats kwam financiën, iets heel anders…
“Zeker ook omdat ik geen enkele voorgeschiedenis met financiën had. Ik was dan ook verrast toen ze in 2012 in mijn richting keken. Ik was wel op de hoogte, want als enige SP.A-schepen moest ik alle dossiers opvolgen. Ik kon ook rekenen op een goed team met enorm bekwame medewerkers, al moet je het zelf ook in de vingers hebben en goed overzicht houden. En op zich is het natuurlijk simpel, je moet zorgen dat de uitgaven niet hoger zijn dan de inkomsten en dat de schuld onder controle blijft en dat is goed gelukt. De schuld is geleidelijk afgebouwd en er was ruimte om te investeren. Het was niet altijd simpel, 2013 was een belangrijk jaar. De crisis van 2008 begon toen door te wegen en besparingen drongen zich op. Met de centrumsteden hebben we toen aan de alarmbel getrokken en een kerntakendebat gevoerd. Het liet ons toe om later een buffer op te bouwen.”
Je had ook personeel, allemaal bevoegdheden waarbij je eerder op de achtergrond blijft.
“Michèle Hostekint en ik hebben daar destijds bewust voor gekozen. Zij kreeg de zichtbare bevoegdheden en ik kon me uitleven met de meer administratieve zaken. Intern waren er heel veel mooie contacten en ik ben blij dat ik binnen het personeelsbeleid een cultuur kon installeren waarbij het welzijn van de eigen mensen hoog in het vaandel wordt gedragen.”
Binnen het noord-zuidbeleid werd mede door jou de stedenband met Dogbo opgebouwd?
“Dat klopt en die verwezenlijking ligt me het nauwst aan het hart. Noord-zuidbeleid is ook de enige bevoegdheid die ik vijftien jaar uitgevoerd heb. Mijn pa was jarenlang het gezicht van 11.11.11 en ik deed mijn burgerdienst bij de Wereldwinkel, dus ik had er wel wat voeling mee. Men wou weg van het puur geven van subsidies. Bedoeling was om een band uit te bouwen met een stad en daar ook effectief een impact hebben. Kijken wat we hen konden bijbrengen vanuit onze eigen ervaring. Op die manier hebben we ervoor gezorgd dat iedereen er bij de geboorte geregistreerd werd, wat enkele jaren geleden nog niet het geval was. Ik vind het een morele plicht als overheid om anderen te helpen. Naast de stedenband hebben we nu ook een scholenband. Ik mocht enkele keren op bezoek naar Dogbo en het doet je ook relativeren. Onze problemen zijn echt niet zo erg. Ik ben alvast van plan om actief te blijven in de vzw.”
Hoe zie je de toekomst van Vooruit binnen Roeselare?
“We willen onze rol blijven spelen en ijveren voor een sociale stad met ruime aandacht voor het klimaat. We hebben de vorige keer klappen gekregen, nu is het aan ons om goed te communiceren over wat we allemaal gerealiseerd hebben en een duidelijke visie naar voor brengen. Corona maakt het voor ons als beweging er niet makkelijker op om mensen te engageren. Het is nu aan ons om opnieuw een sterk team te verzamelen en zo samen naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2024. Hopelijk kunnen we de nieuwe wind die nationaal binnen de partij waait ook vertalen naar de lokale politiek. We willen het peper en zout blijven binnen deze coalitie.”
Om af te sluiten. Wat brengt 2022 voor Henk Kindt?
“Het is de vraag die ik de afgelopen periode het meest gekregen heb. Maar eerlijk? Ik weet het nog niet, ik laat het allemaal op me afkomen. Ik was van plan om na de zomer op zoek te gaan naar een job, maar in combinatie met de opmaak van het budget bleek dat niet vanzelfsprekend. Uiteindelijk heb ik het laten varen en neem ik de tijd om vanaf januari op zoek te gaan naar een nieuwe uitdaging. Ik moet nog een tiental jaar werken en zie dit als een kans om waar mogelijk iets te doen in mijn interesseveld, waar ik de ervaring van de afgelopen jaren meeneem.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier