Het mobiliteitsplan zorgde tijdens de jongste gemeenteraad voor flink wat zure oprispingen bij de oppositieraadsleden. “Een concrete visie over de circulatie en de inrichting in het centrum en in Sint-Lodewijk ontbreekt”, klonk het. Ook twee raadsleden van de meerderheid hadden blijkbaar hun twijfels, want ze onthielden zich tijdens de stemming.
“Nadat het bestaande mobiliteitsplan van 2015 werd onderworpen aan zijn actualiteitswaarde, werd beslist om het gedeeltelijk te herzien door studiebureau Leiedal”, stelde schepen van Mobiliteit Regine Rooryck (CD&V). “Leefbare wijken en voetgangersvoorzieningen, fietsbeleid, parkeerbeleid, zwaar verkeer en sluipverkeer zijn thema’s die al aan bod kwamen. Mogelijke sluiting van overwegen voor verkeer, mogelijke uitbreiding van bedrijvigheid en deelmobiliteit en hoppinpunten zijn nieuwe toegevoegde thema’s.”
“Er werd een uitgebreid participatietraject georganiseerd met workshops en infomomenten over de knelpunten en ervaringen in het verkeer die zowat 300 geïnteresseerden lokten. Ons mobiliteitsplan houdt rekening met het aangenaam vertoeven in onze gemeente voor wie er woont, werkt en verblijft, en stelt veiligheid en aantrekkelijkheid voor fietsers en voetgangers voorop. Andere aandachtspunten zijn het stimuleren van de modal shift, het kiezen voor zone 30 in wijken en kernen, inzetten op fietsroutes, noem maar op. We gaan ook voluit voor duurzame mobiliteit en verkeersveiligheid. In 2023 waren er 21 procent minder verkeersslachtoffers met een letsel in vergelijking met het jaar voordien.”
Auto blijft welkom
“Het belang van de toegankelijkheid voor iedereen blijft cruciaal. Ik wil nog benadrukken dat de auto welkom blijft in onze gemeente, gezien sommigen daaraan twijfelen. Onze fietsers mogen wel meer aandacht krijgen. Binnenkort is er een nieuw overleg met De Lijn over de verbinding naar Waregem in het nieuwe openbaar vervoersplan en het flexvervoer. Dat verloopt momenteel verre van ideaal. Als gemeente willen we dat onze schoolgaande jeugd vlot de middelbare scholen kan bereiken met het openbaar vervoer.”
De voltallige oppositie stemde tegen het voorgelegde mobiliteitsplan en de raadsleden Carl De Donder (CD&V) en Sandra De Leeuw-Goussey (Open Vld) onthielden zich. “Er zijn voldoende redenen om dit plan niet goed te keuren”, stelde Tundie D’hont (Deerlijk²). “De durf ontbreekt om resoluut te kiezen voor een duidelijke visie rond circulatie en inrichting van het centrum van Deerlijk en Sint-Lodewijk.Er staan in het plan ook te veel fouten in tekst en kaarten. Het plan heeft handenvol geld gekost en dan mag je toch verwachten dat het eindresultaat perfect is qua lay-out en inhoud, maar dat is het geenszins. Bovendien spreken heel wat zaken elkaar tegen in het plan.”
Bomvol fouten
“In het document ontbreekt ook een duidelijke aanpak rond voetpadstructuren, zeker voor de woonwijken, mix-wijken. Bij de inventarisatie en visievorming rond voetpaden staat een duidelijke motivatie waarom het principe ‘woonerf’ met genivelleerde voetpaden nodig is in de woonwijken.Daarna volgt een waslijst aan redenen waarom dit bij secundaire ontsluitingswegen in een woonwijk dan weer niet mogelijk is.Meer dan de helft van de straten in woonwijken staat als secundaire ontsluitingsweg ingekleurd. Hierdoor is er niet langer sprake van een duidelijke visie omtrent voetpaden en de inrichting van straten in de woonwijken.”
Op maat van deerlijk
“Dat het herwerkte mobiliteitsplan onzuiverheden bevat, is niet correct”, vond Jurgen Beke (CD&V). “Zolang er geen RUP-wijziging gebeurt, blijven de officiële kaarten die studiebureaus opvragen en gebruiken, ongewijzigd. Vandaar dat namen zoals Lindenhof nog altijd vermeld zijn en dat er op de Statiewijk nog een aanduiding staat van toekomstige voetbalsite. Het herwerkte mobiliteitsplan vormt nog maar de basis met heel wat bovenlokale principes. Heel wat thema’s moeten nog verder worden uitgewerkt en omgezet worden in actieplannen.”
“Het is belangrijk dat die plannen op maat zijn van de behoeftes in Deerlijk. We zijn een gemeente, geen stad. We hebben een mix van centrumkernen, woonwijken, KMO-zones en industriezones die heel dicht met elkaar verweven zijn. Onze kernen zijn een mix van wagens, fietsers en wandelaars. Onze handelaars leven van deze mix van klanten. Bereikbaarheid is voor hen heel belangrijk, ook met de wagen. Zij kunnen niet enkel teren op bewoners die op wandel- of fietsafstand van hun handelszaak wonen, zoals dat meestal wel het geval is in een stedelijke context.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
